Les 2: Zorg voor het bed

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Soorten bedden
Welke bedden kun jij als Helpende in het werkveld tegenkomen:

- 'Gewoon' bed
- Hoog laag bed
- Extra laag bed
- Bed met sta-op functie

Tekst

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werk je hygienisch
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te doen
D
Door alles wat hier voor genoemd is

Slide 3 - Quizvraag

Wat is ergonomisch werken?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een protocol
A
Een hulpmiddel om een laken strak te trekken
B
Een vastgelegde werkwijze
C
Een zorgdossier
D
Een advies hoe je iets kunt doen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Speciale eisen aan het bed
1) De hoogte;
  • Cliënt moet zelfstandig in en uit bed kunnen.
  • Een te hoog bed geeft een onveilig gevoel.
  • Bed moet op werkhoogte staan.
2) Onderhoudsvriendelijk;
3) Verplaatsbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Welke handelingen doe je allemaal voordat je een bed gaat opmaken

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

bed opmaken
  • schone spullen in de buurt
  • wasmand in de buurt 
  •  schoon en vies wasgoed gescheiden houden 
  • niet wapperen met wasgoed
  • privacy van patiënt waarborgen 
  • verschil in opmaken met/zonder zorgvrager in bed
  • opmaken op wens vd zorgvrager

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet je doen als de patiënt niet uit bed kan?
A
De patiënt toch uit bed halen met bijv. een tillift
B
De patiënt op een rolstoel zetten en even laten wachten
C
Het bed opmaken met een andere verzorgende
D
Een papegaai gebruiken

Slide 11 - Quizvraag

Noem hulpmiddelen
in en om het bed

Slide 12 - Woordweb

Hulpmiddelen bed
Hulpmiddelen worden ingezet om de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waarom zijn deze hulpmiddelen zo belangrijk?
A
Voor het gemak van de cliënt
B
Voor het ergonomisch werken
C
Voor de veiligheid
D
Alles is goed

Slide 15 - Quizvraag

Aanpassingen en hulpmiddelen

Een voetsteun voorkomt dat de cliënt naar beneden zakt.

Slide 16 - Tekstslide

 
Een dekenboog voorkomt dat de lakens of dekens op de benen van de cliënt drukken.


Let op!
Bij het opmaken van het bed moet je erop letten dat het onder de dekenboog warm genoeg is.

Slide 17 - Tekstslide


Veiligheidshekken voorkomen dat de cliënt uit bed valt.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Onrustbanden worden gebruikt bij erg onrustige of verwarde cliënten. Of cliënten die omvallen als ze gaan staan.
Let op!
Als helpende heb je geen bevoegdheid om te beslissen of iemand een onrustband nodig heeft. Laat dit besluiten altijd bij een leidinggevende.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Bedcomplicaties
Het is belangrijk dat een bed van een cliënt, schoon, netjes en kreukvrij is. Dit om te voorkomen van bedcomplicaties. 
- Decubitus
- Contracturen 
- Afname van spierweefsel

Slide 22 - Tekstslide

Decubitus
Doorliggen= beschadiging van de huid en/of het weefsel onder de huid. Ontstaat door aanhoudende druk op de huid of door schuifkrachten

Slide 23 - Tekstslide

Contracturen
Abnormale stand van gewrichten
Spitsvoeten

Slide 24 - Tekstslide

Afname van spierweefsel
Spieren worden dunner
Krachtverlies

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

wisselligging voorkomt decubitus

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide