4.4 Globalisering verandert de wereld

Globalisering verandert de wereld
4.4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Globalisering verandert de wereld
4.4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Herhaling
Uitleg 4.4 
PO 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen sociale en regionale ongelijkheid?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet door welke ontwikkelingen de wereld steeds meer ‘krimpt’.
Je begrijpt waarom sommige gebieden meer profiteren van de globalisering dan anderen.
Je kunt goederen indelen naar grondstoffen, halffabricaten en eindproducten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

globalisering – Proces waarbij gebieden wereldwijd op een aantal terreinen steeds meer met elkaar verbonden worden. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afstand ‘krimpt’. 
Door steeds snellere en grotere vervoersmiddelen. 

En door snelle internetverbindingen, het belangrijkste onderdeel van de informatie- en communicatie-technologie.
informatie- en communicatietechnologie – Alle technieken die het mogelijk maken digitaal informatie uit te wisselen en met elkaar te communiceren. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken globalisering
Drie ontwikkelingen:
  1. Vanaf 1975 meer multinationale ondernemingen (mno’s) > bedrijven met fabrieken en kantoren in meerdere landen.
  2. 1990 open grenzen > een land hoeft niet extra te betalen om goederen in een ander land in te voeren.
  3. Afstand ‘krimpt’. Door computers en steeds snellere en grotere vervoersmiddelen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Voorbeelden van MNO's

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederlandse mno's

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken globalisering
Drie ontwikkelingen:
  1. Vanaf 1975 meer multinationale ondernemingen (mno’s) > bedrijven met fabrieken en kantoren in meerdere landen.
multinationale onderneming (mno) – Groot bedrijf dat in meerdere landen fabrieken en kantoren heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken globalisering
Drie ontwikkelingen:
  1. Vanaf 1975 meer multinationale ondernemingen (mno’s) > bedrijven met fabrieken en kantoren in meerdere landen.
  2. 1990 open grenzen > een land hoeft niet extra te betalen om goederen in een ander land in te voeren.
  3. Afstand ‘krimpt’. Door computers en steeds snellere en grotere vervoersmiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1980: 
Twee ontwikkelingen:
  1. Rol van de periferie, semiperiferie en centrumlanden verandert.
  2. Welvaart verschuift > economie in China en India groeit snel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldsysteem
Centrum
Semi-periferie
Periferie
- rijker
- grote dienstensector
- veel vraag naar goedkope producten en voedsel
- opkomende landen (economie)
- aandeel landbouw neemt af, groeiende industrie
- kenmerken van zowel centrum als periferie
- armere landen
- leveren grondstoffen en voedsel aan semi-p en centrum.
- vaak afhankelijk van 1 product
Nederland
India
Kenia

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periferie
Periferie levert de grondstoffen, halffabricaten en eindproducten

De verwerking van grondstoffen verplaatst zich van het centrum naar de semiperiferie of periferie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periferie
Periferie levert de grondstoffen, halffabricaten en eindproducten

De verwerking van grondstoffen verplaatst zich van het centrum naar de semiperiferie of periferie.

  • grondstoffen – Nog niet bewerkte goederen. 
  • halffabricaten – Bewerkte grondstoffen (zitten tussen grondstof en eindproduct in). 
  • eindproducten – Producten die gereed zijn en verkocht kunnen worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grondstoffen -> Halffabricaat 
Grondstof
Zware industrie
Halffabricaat
Eindproduct 

Slide 19 - Tekstslide

Rotterdam is ook een industriehaven, waar grondstoffen worden bewerkt. 

Veel aardolie wordt verwerkt in olieraffinaderijen, die bijvoorbeeld brandstof (benzine, kerosine) produceren. Ook maken ze veel halffabricaten voor chemische bedrijven, die dicht bij de raffinaderijen zijn gevestigd. Halffabricaten zijn grondstoffen die al bewerkt zijn. Al die chemische bedrijven zijn nauw met elkaar verbonden: het eindproduct van de een is grondstof (halffabricaat) voor de ander. Een wirwar van pijpleidingen zorgt voor de aan- en afvoer.

● De combinatie van olie en chemie staat bekend als het petrochemische complex. Het is een concentratie van zware industrie . Dat zijn bedrijven die veel zware grondstoffen gebruiken, zoals steenkool, ijzererts en ruwe olie.
Problemen van globalisering
Niet iedereen profiteert van rijkdom
Hoe kan dat?
  1. landen zonder grondstoffen profiteren niet
  2. binnen rijke landen zijn er ook mensen die eerder armer dan rijker zijn geworden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet door welke ontwikkelingen de wereld steeds meer ‘krimpt’.
Je begrijpt waarom sommige gebieden meer profiteren van de globalisering dan anderen.
Je kunt goederen indelen naar grondstoffen, halffabricaten en eindproducten.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? 
Maken opdracht 7 in stilte. 
Klaar? Laten zien. 

Daarna bezig met PO

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies