Les 2 Verbranding

Verbranding en ademhaling
Verbranding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verbranding en ademhaling
Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Herhaling les 1.1
Uitleg 1.2
Huiswerk 1.2 maken
Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je deze les?
  • Je kunt het verband uitleggen tussen verbranding in cellen en lichamelijke activiteit.
  • Je weet dat bij verbranding zuurstof wordt verbruikt en koolstofdioxide ontstaat.
  • Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom verbranding?
Jij wilt energie
Zonder energie kun je niet bewegen

Naast beweging, komt energie ook vrij in de vorm van warmte

Licht is ook een vorm van energie
energie= warmte, beweging en licht

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle organisme hebben energie nodig 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

om iets te laten branden heb je
Om iets te laten branden heb je nodig:
Haal je éen of meer van deze drie weg dan dooft het vuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke
verbrandingsproducten
ken jij?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zuurstof en koolstofdioxide
Bij verbranding worden een brandstof en zuurstof omgezet in water, koolstofdioxide en energie:

brandstof + zuurstof → water + koolstofdioxide + energie

Slide 9 - Tekstslide

Bij een brandende kaars komt de energie vrij in de vorm van licht en warmte. 
Bij verbranding verdwijnt de brandstof en ontstaan nieuwe stoffen. 

Er komt energie vrij, bijvoorbeeld warmte. 

Ook in je lichaam vindt verbranding plaats.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie
Organismen hebben energie nodig.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiebehoefte
Inspanning

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verandert er in je lichaam bij inspanning?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koudbloedig
Temperatuur gelijk aan de omgeving

Bij een lage lichaamstemperatuur is er weinig verbranding, dus ook weinig energie beschikbaar

Houden een rust of winterslaap.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmbloedig
Constante lichaamstemperatuur.  
Voortdurend veel verbranding plaats. 
Hierbij komt veel energie vrij.  
Daardoor in staat ook ’s winters een actief leven te leiden.

In de winter vindt er extra veel verbranding plaats 
om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. 


Isolatie        Trek      Winterslaap

vacht en vet voor isolatie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding



brandstof+ zuurstof = water + CO2 + energie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Je maakt van 1.2

Opdracht 1 t/m 8
Opdracht 5 hoeft niet

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee belangrijkste energiebehoeften van het lichaam?
A
Slaap en rust
B
Lichaamstemperatuur en inspanning
C
Ademhaling en spijsvertering
D
Honger en dorst

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule voor verbranding?
A
Water + CO2 = brandstof + zuurstof + energie
B
Water + zuurstof = brandstof + CO2 + energie
C
Brandstof + CO2 = zuurstof + water + energie
D
Brandstof + zuurstof = water + CO2 + energie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verbrandingsproducten?


A
stoffen die nodig zijn voor een verbranding
B
stoffen die ontstaan bij verbranding
C
stoffen die worden gebruikt bij een verbranding

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de vormen waarin energie vrijkomt?
A
Voedsel, drinken, slapen
B
Geluid, elektriciteit, magnetisme
C
Water, lucht, aarde
D
Warmte, beweging en licht

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je NIET nodig voor verbranding?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Ontbrandingstemperatuur
D
Brandstof

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

geleerd 
brandstoffen 
verbrandingsproducten
vormen van energie


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies