12.6 Spiegelbeeldisomerie

Lesdoel
Uitleggen hoe spiegelbeeldisomeren van elkaar verschillen
Aan een structuurformule kunnen herkennen of er spiegelbeeldisomeren zijn

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Uitleggen hoe spiegelbeeldisomeren van elkaar verschillen
Aan een structuurformule kunnen herkennen of er spiegelbeeldisomeren zijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur speelt ook een belangrijke rol bij isomerie. Je kent al de structuurisomerie: zelfde molecuulformule, maar de atomen zitten in een andere volgorde aan elkaar verbonden. Bv.: propaan-1-ol en propaan-2-ol.
Het kan ook zijn dat verschillende moleculen dezelfde molecuulformule hebben én dat de atomen in dezelfde volgorde aan elkaar verbonden zijn (zeg maar dezelfde structuurformule). Toch verschillen ze in ruimtelijke bouw. We noemen dit stereoisomerie. We gaan nu kijken naar de eerste vorm van stereoisomerie: cis/trans isomerie.
Spiegelbeeld isomerie: 
een andere ruimtelijke bouw
Zelfde chemische eigenschappen zoals kookpunt en polariteit

Maar............

Andere fysische eigenschappen zoals geur en smaak.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie: het asymmetrisch koolstofatoom
  • Een koolstofatoom dat in het molecuul 4 verschillende groepen heeft (C*)

  • Als er een asymmetrisch C-atoom is, is spiegelbeeldisomerie mogelijk

  • Het spiegelbeeld van het molecuul is niet identiek aan het origineel, maar is een isomeer van het origineel: spiegelbeeldisomeer 




    Slide 4 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Introductie: het asymmetrisch koolstofatoom
      • Een asymmetrisch koolstof atoom geeft een asymmetrisch molecuul
      • Deze twee moleculen zijn dus elkaars spiegelbeeld. De twee moleculen lijken sterk op elkaar, maar de ruimtelijke bouw is echt verschillend! 







      • Het maximale aantal stereoisomeren (incl. cis/trans en spiegelbeeld) = 2n

      Slide 5 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Hoe teken je dat dan?






          Let op:
          de stippellijn betekent dat de binding naar achteren steekt 
          de dikke lijn is naar voren.





          Slide 6 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Inwendig spiegelvlak
              Symmetrische figuren hebben één of meerdere inwendige spiegelvlakken. De helft aan de ene kant van het spiegelvlak is het spiegelbeeld van de andere helft.  

              Heeft een molecuul een inwendig spiegelvlak dan heeft ie geen spiegelbeeldisomeer



              Slide 7 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Hoeveel spiegelbeeld-
              isomeren zijn er van deze stof?
              A
              geen
              B
              2
              C
              4
              D
              6

              Slide 8 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              heeft dit molecuul een spiegelvlak en zo is er dan sprake van spiegelbeeld isomeren
              A
              ja er is een spiegelvlak en dus geen spiegelbeeldisomeren
              B
              ja er is een spiegelvlak maar ze zijn wel spiegelbeeldisomeren
              C
              nee geen spiegelvlak dus er zijn spiegelbeeldisomeren
              D
              nee, geen spiegelvlak dus ze zijn geen spiegelbeeldisomeren

              Slide 9 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              Een asymmetrisch koolstof atoom geeft een asymmetrisch molecuul, ook bij cyclische structuren

              Het kan lastig zijn om te herkennen of er spiegelbeeldisomerie mogelijk is bij moleculen. Dit trucje kan uitkomst bieden: ga op zoek naar een C-atoom waar vier verschillende (groepen van) atomen aan gebonden zijn.

              Bij cyclische structuren: kijk aan de linkerkant van de C en aan de rechterkant van de C. Verschillend?
              Asymmetrisch koolstofatoom bij cyclische structuren

              Slide 10 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Bij welk molekuul is de asymmetrische C atoom correct aangegeven?

              Slide 11 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Bij welk molekuul is de asymmetrische C atoom correct aangegeven
              A
              A
              B
              B
              C
              C
              D
              D

              Slide 12 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              Bij welk molekuul is de asymmetrische C atoom correct aangegeven?

              Slide 13 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Al deze stoffen vertonen structuur-isomerie, maar welke vertonen daarnaast ook vormen van stereo-isomerie?
              Alléén structuur-isomerie
              Ook cis/trans-isomerie
              Ook spiegelbeeld-isomerie
              propaan-1,2-diol
              but-1-een
              3-chloorpentaan
              2-chloorpentaan
              but-2-een
              1,4-dichloorcyclohexaan

              Slide 14 - Sleepvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              • Een asymmetrisch C atoom, C*, heeft vier verschillende groepen om zich heen.

              • Er is sprake van spiegelbeeldisomerie als een molecuul een asymmetrisch C atoom heeft. Dan zijn het molecuul en zijn spiegelbeeld niet identiek.

              • Ook bij cyclische structuren komt een C* voor als zich aan een C atoom vier verschillende groepen bevinden. Je bekijkt dan ‘linksom’ en ‘rechtsom’ in de ring of de groepen verschillend zijn.
              Spiegelbeeld isomerie samengevat

              Slide 15 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies


              Begrijp je wat een asymmetrisch C atoom nu is en hoe je deze kunt herkennen
              A
              ja
              B
              nee

              Slide 16 - Quizvraag

              Deze slide heeft geen instructies

              Waar zou je graag de volgende les nog wat aandacht voor willen hebben

              Slide 17 - Woordweb

              Deze slide heeft geen instructies

              Huiswerk
              Maken opgaven: 43, 44, 46, 48



              Slide 18 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Slide 19 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies