Toetsbespreking T2 2023 H4

toetsbespreking T2
toets T2


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

toetsbespreking T2
toets T2


Slide 1 - Tekstslide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven
V toepassen: dan moet je beter de elementen gebruiken

een punt met een golfje erachter wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden
Alleen de punten in een kringetje voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Tekstslide

vraag 1         max 2p
persoonlijke identiteit
sociale identiteit
collectieve identiteit

1 goed= 0p, 2 goed=1p, 3 goed=2p

Slide 3 - Tekstslide

vraag 2.       max 1p
We verstaan onder een socialisator, iemand die een cultuur of normen en waarden overdraagt aan anderen.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 3.    max 1p
Affectieve bindingen

Slide 5 - Tekstslide

vraag 4       max 3p
het houden van een buurtfeest zeer bevorderlijk is voorde onderlinge bindingen in een wijk. dat komt door de sociale cohesie, dat is het aantal en de kwaliteit van bindingen in een ruimer kader, het gevoel van een groep te zijn, lid van een gemeenschap, met mate het gevoel van verantwoordelijkheid van elkaars welzijn en met mate dat andere er een beroep op kunnen doen. een voorbeeld uit de tekst zou zijn "een aantal jaar geleden werd er een grote picknick tafel gedoneerd. terwijl de kinderen samen spelen, praten de ouders gezellig even bij." hier word dus verteld dat ze het gevoel van een groep te zijn hebben en lid van een gemeenschap zijn alleen door de grote picknicktafel

Slide 6 - Tekstslide

vraag 5   max 1p
Bij een groep buurtbewoners gaat het op een informele groep. De onderlinge relaties tussen deze groep mensen is onofficieel en niet vastgelegd.

Slide 7 - Tekstslide

vraag 6        max 2p
Er ontstaan een nieuwe institutie, doordat het buiten het individu om staat. Een enkel individu kan geen institutie afschaffen maar een groep individu's wel, zo kan er een nieuwe institutie ontstaan. Ook is een institutie enezijds vrij stabiel maar anderzijds ook veranderend door de tijd heen, als de omstandigheden in de samenleving veranderen, veranderd ook haar institutie.

Slide 8 - Tekstslide

vraag 7      max 1p
'Je kunt kinderen van ouders die je kent gemakkelijker aanspreken op slecht gedrag."


Slide 9 - Tekstslide

vraag 8   max 2p
Subcultuur want dit is de definitie: Een kleinere groep mensen dan de dominante cultuur, maar die wel deels overlapt met de dominante cultuur en ook deels afwijkt. Ze hebben eigen normen en waarden. Waarom burendag nog niet een dominante cultuur is, is omdat het niet overal wordt gevierd. Het is nog niet iets waar alle mensen aan mee doen.

Slide 10 - Tekstslide

vraag 9    max 2p
continuerende functie: het voortzetten van een bepaalde subcultuur. Het wordt dus al wel gevierd nu, maar ze willen dat dit in de jaren hierna ook blijft en dus stand houdt.

Slide 11 - Tekstslide

vraag 10   max 2p
Groepsvorming is het tot stand komen van bindingen tussen meer dan 2 personen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen met elkaar, in de maatschappij en op het niveau van de staat. Door het houden van een buurtfeest, kunnen mensen met elkaar verbonden raken en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen. Ouders kunnen het bijvoorbeeld belangrijk vinden dat er genoeg veiligheid voor de kinderen is en goed gedrag word vertoont, hierdoor gaan mensen elkaar beïnvloeden en een groep vormen, doordat ze dezelfde waarden en normen belangrijk vinden.

Slide 12 - Tekstslide

vraag 11   max 2p
microniveau --> Het houdt in dat het hierbij gaat het om gezinnen en familie. (emotioneel en verbonden)
mesoniveau --> Het houdt in dat het hierbij gaat het om school en werk. (meer zakelijk, economisch)
macroniveau --> Het houdt in dat het hierbij gaat het om de politiek en religieus. (Hierbij gaat het om zaken dat gezamenlijk door de overheid geregeld word)

Slide 13 - Tekstslide