1.1 havo Wat is maatschappijleer? en 1.2 De maatschappij onderzoeken

1.1 Waarom maatschappijleer
1.2 Basisconcepten en sleutelvragen

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.1 Waarom maatschappijleer
1.2 Basisconcepten en sleutelvragen

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen
1. Wat zijn kenmerken van een maatschappelijk probleem?
2. Wat is een belang en een belangentegenstelling?
3. Leg het verschil uit tussen een norm en een waarde?
4. Leg in je eigen woorden uit macht is?
5. Leg uit wat machtsmiddelen zijn en hoe je deze kan inzetten?
6. Wat is sociale cohesie?
7. Wat is sociale ongelijkheid?


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Tips voor maatschappijleer
  • lees de krant/kijk het nieuws
  • volg op social media nieuws (bijvoorbeeld NOS, kranten)

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Wat is maatschappijleer?
Maatschappelijke vraagstukken
De vier thema's van maatschappijleer
De kernconcepten van maatschappijleer

Slide 5 - Tekstslide

hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
paragraaf 1 de samenleving 
WAT IS MAATSCHAPPIJLEER? 
Bij maatschappijleer leer je hoe onze samenleving is georganiseerd en voor welke uitdagingen we met z'n allen staan. 

Slide 6 - Tekstslide

hoofdstuk 1 Wat is maatschappijleer?
paragraaf 1 de samenleving 
WAT IS HET DOEL VAN MAATSCHAPPIJLEER? 
Dat je kritisch leert kijken naar maatschappelijke vraagstukken, zodat je je standpunt kunt bepalen en beargumenteren. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maatschappelijke vraagstukken 
omvat de belangrijkste vragen en problemen van onze huidige samenleving, te herkennen aan drie criteria:

  • Het heeft gevolgen voor verschillende groepen in de samenleving
  • Mensen hebben verschillende meningen over de oorzaken en de aanpak
  • Het probleem is alleen gemeenschappelijk op te lossen, waarbij de overheid meestal een rol heeft. -> politiek probleem

Slide 9 - Tekstslide

De thema's van maatschappijleer 
(dus waar gaan we het nou over hebben?)

Rechtsstaat
Parlementaire democratie
Verzorgingsstaat 
Pluriforme samenleving

Slide 10 - Tekstslide

De kernvragen van maatschappijleer 

Rechtsstaat (Hoe zorgt de rechtsstaat voor rechtvaardigheid?)
Parlementaire democratie (Wat betekent het om in een democratie te leven?)
Verzorgingsstaat (In welke situatie moeten mensen hun problemen zelf oplossen en wanneer moet de overheid helpen?)
Pluriforme samenleving (Hoe gaan we met alle verschillen in de samenleving om?)

Slide 11 - Tekstslide

Belang: 
Het voordeel wat je ergens aan hebt. 

Belangentegenstellingen: 
Het belang van de één botst wel eens met het belang van de ander.

Dilemma:
een lastige keuze uit twee of meer alternatieven die allemaal duidelijke nadelen hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Tegenstellingen
- Politieke visie
- Geloofs- of levensovertuiging
- Maatschappelijke positie



Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden maatschappelijke problemen
  • Geweld in het openbaar vervoer
  • Tekort aan donoren
  • Discriminatie
  • Werkeloosheid
  • Angst voor terroristische aanslagen
  • Comazuipen 
  • Jongeren die in de schulden terecht komen

Slide 14 - Tekstslide

kernbegrippen maatschappijleer
  • normen en waarden
  • belangen
  • macht
  • sociale cohesie
  • sociale ongelijkheid

Slide 15 - Tekstslide

Waarden en normen
Waarden en Normen
  • Waarden: Een uitgangspunt of principe dat jij belangrijk vindt in je leven (gezegd in één woord en positief geformuleerd).
  • Normen: Regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen. -> sociale verplichting



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

WAARDEN/NORMEN

Slide 18 - Tekstslide

Mini-opdracht
1. Bedenk een belangrijke waarde voor je
2. Bedenk bij die waarde een norm die erbij hoort
3. Bedenk welk belang je hebt bij deze waarde of norm

Slide 19 - Tekstslide

Macht
Macht is volgens socioloog Max Weber het vermogen van personen of groepen om andere personen, groepen of zaken de wil op te leggen, eventueel tegen de wensen of belangen van die anderen in. Het onderscheidt zich van gezag doordat gezag gelegitimeerd is.
Machtsmiddelen -> Kennis, spierkracht, geld, iemands functie of beroep en overtuigingskracht

Slide 20 - Tekstslide

Macht
Machtsmiddelen -> Kennis, spierkracht, geld, iemands functie of beroep en overtuigingskracht

Gezag -> gelegitimeerde macht -> De macht word erkent

Slide 21 - Tekstslide

Sociale cohesie
Mensen hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen. Hoe groter het wij gevoel des te sterker de sociale cohesie. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid is een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen, inkomen, kennis en politieke macht

Relatie - > leerling en docent
ouder en kind
Minister-president en vuilnisvrouw



Slide 24 - Tekstslide

Leervragen
1. Wat zijn kenmerken van een maatschappelijk probleem?
2. Wat is een belang en een belangentegenstelling?
3. Leg het verschil uit tussen een norm en een waarde?
4. Leg in je eigen woorden uit macht is?
5. Leg uit wat machtsmiddelen zijn en hoe je deze kan inzetten?
6. Wat is sociale cohesie?
7. Wat is sociale ongelijkheid?


Slide 25 - Tekstslide

Oefenen

Slide 26 - Tekstslide

Waar zie je een norm beschreven?
A
Liefde
B
Sociale cohesie
C
Je moet klaarstaan voor je vrienden
D
In de klas staan geen computers

Slide 27 - Quizvraag

Een dilemma is
A
Een manier om mensen voor je te winnen
B
Een positie van macht
C
Een moeilijke keuze met veel voor- en nadelen
D
Een debattechniek

Slide 28 - Quizvraag

Sociale cohesie is
A
De samenhang tussen mensen
B
De manier waarop mensen naar armoede kijken
C
De verschillen tussen groepen
D
De bevolkingsdichtheid in een stad

Slide 29 - Quizvraag

Liefdesverdriet
A
Maatschappelijk probleem
B
Persoonlijk probleem

Slide 30 - Quizvraag

Plastic soep
A
Maatschappelijk probleem
B
Persoonlijk probleem

Slide 31 - Quizvraag

Is alcohol gebruik dan een maatschappelijk probleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Maatschappelijk probleem is een probleem waar een klein groepje last van heeft
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

' De buurvrouw van Jan is ernstig ziek geworden en ligt nu in het ziekenhuis.
Dit is een voorbeeld van ....
A
Een maatschappelijk probleem
B
een persoonlijk probleem

Slide 34 - Quizvraag

Welke stelling is juist?

1. Bij maatschappijleer bereid je je voor op deelname aan de samenleving.

2. Maatschappijleer sluit goed aan bij opleidingen in de zorg en bij de politie.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Als we een WK-voetbal finale winnen zie je juist..
A
Weinig sociale cohesie
B
veel sociale cohesie
C
een wij-groep tegen een zij-groep

Slide 36 - Quizvraag

In de stad is meer sprake van ____ dan op het platteland.
A
Loyaliteit
B
Sociale cohesie
C
Anonimiteit
D
Rolpatronen

Slide 37 - Quizvraag

Wat hebben we gedaan deze lessonup?
Wat is maatschappijleer?
Maatschappelijke vraagstukken
De vier thema's van maatschappijleer
De kernconcepten van maatschappijleer

Slide 38 - Tekstslide

Weet je nou wat maatschappijleer is?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 39 - Quizvraag

Kan je een maatschappelijk vraagstuk herkennen?
A
ja
B
nee

Slide 40 - Quizvraag

Begrijp je de 4 thema's van maatschappijleer?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Snap je de kernbegrippen van maatschappijleer?
A
ja
B
nee

Slide 42 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen:
1.3 media en nepnieuws Blz 18
1.4 Kritisch denken Blz 24

maken: 
1.1 Wat is maatschappijleer Vraag  5, 9, 11, 13 Blz 4
1.2 De maatschappijonderzoeken vraag 2 t/m 4, 8, 11 Blz 8


Slide 43 - Tekstslide