Hoofdstuk 4: Financiële kosten TRL 3B

Hoofdstuk 4: Financiële kosten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Financiële kosten

Slide 1 - Tekstslide

4.1. Inleiding financiële kosten

Geld lenen kost geld: de financiële kosten
Vreemd vermogen (lening)
  • Vreemd vermogen lang > 1 jaar
  • Vreemd vermogen kort < 1 jaar
Vreemd vermogen
  • Terug betalen / aflossen lening (geen kostenpost)
  • Vergoeding over geleende periode betalen: rentekosten

Slide 2 - Tekstslide

4.1. Inleiding financiële kosten

Geld lenen kost geld: de financiële kosten
Vreemd vermogen (lening)
  • Vreemd vermogen lang > 1 jaar
  • Vreemd vermogen kort < 1 jaar
Vreemd vermogen
  • Terug betalen / aflossen lening (geen kostenpost)
  • Vergoeding over geleende periode betalen: rentekosten

Slide 3 - Tekstslide

4.2. Doelstellingen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over
Hoe rentekosten berekend worden;
Wat aflossen is;
En hypothecaire lening;
De banklening;
De bankrekening courant;
Crediteuren;
Crowdfunding.

Slide 4 - Tekstslide

Hypotheek

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

4.3. Rentekosten en aflossen

Balans
Vreemd vermogen samen met het eigen vermogen op de balans van de onderneming. Op de balans staan debet de bezittingen (activia), aan de creditzijde kom je het eigen vermogen en alle vormen van vreemd vermogen tegen.
Vreemd vermogen lang (VVL)
Geld dat je langer dan een jaar leent moet je vreemd vermogen lang. Je hebt geleend geld niet altijd zo lang nodig. je kunt bij een bank afspreken dat je het geld maar 3,5, of 10 jaar nodig hebt. Je hoeft dan niet langer dan nodig rente te betalen over de lening.
Vreemd vermogen kort (VVK)
Als je geld korter dan een jaar leent, dan noem je dat vreemd vermogen kort. Meestal koop je dan op rekening bij een leverancier (crediteur) die je na 30 dagen moet betalen

Slide 7 - Tekstslide

4.3. Rentekosten en aflossen

Rente en aflossen
Vreemd vermogen is vermogen van derden. Gedurende de tijd dat je het geld in je bezit hebt en nog niet (terug) betaald hebt, moet je hierover rente betalen. Daarnaast moet je geleend geld weer terug betalen. Dit noemen we aflossen van de lening.
Rentekosten
Rente vormt een kostenpost en moet daarom wel op de exploitatiebegroting opgenomen worden. Dat begrote bedrag aan rentekosten is de optelsom van de rente op verschillende leningen.
Aflossen
Je kan het geleende geld in een keer aan het einde van de looptijd van de lening terug betalen. Het kan ook tussentijds, bijvoorbeeld elk jaar een deel. Aflossingen vormen geen kosten, maar wel uitgaven en worden daarom ook niet op de exploitatiebegroting opgenomen

Slide 8 - Tekstslide

4.4. De hypothecaire lening

Lening met een gebouw als onderpand
  • Als rente en aflossing niet betaald worden, mag bank pand verkopen
  • Lening met lage rente
  • Goedkoper dan andere leningen
Aflossingsvrije hypotheek
  • wordt in een keer afgelost na bv. 30 jaar
Annuïteiten hypotheek
  • vast bedrag, eerst veel rente weinig aflossing, later veel aflossing minder rente


Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 1 hypotheekrenteberekening

Hypothecaire lening (o/g) (opgenomen geld)
Grootte lening € 3.000.000,-
Rentepercentage 6%
Aflossingsvrij

Jaarlijkse rentekosten
Rentekosten = 0,06 x 3.000.000,- = € 180.000,- per jaar.
Aan het einde van de looptijd in een keer terug te betalen (af te lossen)




Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2 hypotheekrenteberekening

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld 2 hypotheekrenteberekening

Stand schuld 1 april 190.000,- 1 oktober 180.000,-
Berekening rentekosten 2017
3/12 x 0,05 x 200.000,- = 2.500,-
6/12 x 0,05 x 190.000,- = 4.750,-
3/12 x 0,05 x 180.000,- = 2.250,-
Totale verwachte financiële kosten = 9.500,-

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Huiswerk
Opgave 4.01 t/m 4.09

Slide 14 - Tekstslide

4.5. De banklening (VVL)

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
De rente wordt op dezelfde manier berekend als bij de hypotheek.
Banklening: start 1 juli 2015, € 64.000,-
Aflossing 1/8 deel van de hoofdsom (begin lening)
Rentepercentage 7%, vanaf 1 maart 2017 6%
1 januari – 1 maart: 2 maanden
1 maart – 1 juli: 4 maanden
1 juli – 31 december: 6 maanden

Slide 16 - Tekstslide

Oplossing
Renteverlaging op 1 maart, aflossing op 1 juli
Berekening rentekosten banklening 2017
2/12 x 0,07 x 56.000,- = 653,- (afgerond) (juli 2016 1/8 afgelost)
4/12 x 0,06 x 56.000,- = 1.120,-
6/12 x 0,06 x 48.000,- = 1.440,- (1 juli 2017 1/8 aflossen van de hoofdsom)
Totale verwachte financiële kosten = € 3.213


Slide 17 - Tekstslide

4.6. Bankrekening courantkrediet

Slide 18 - Tekstslide

Rente bankrekening courant

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de rente over de maand augustus?

Slide 20 - Tekstslide

Uitwerking
*Berekening 8 dagen: 8/365 X 0,11 X 12.000 euro = 28,93

Slide 21 - Tekstslide

4.7. Crediteuren (leverancierskrediet)

Slide 22 - Tekstslide

4.8. Crowdfunding

Slide 23 - Tekstslide

Geslaagde projecten

Slide 24 - Tekstslide

HUISWERK
opgave 4.10 t/m 4.19 TRL 3B

Slide 25 - Tekstslide