Samenvatting Compañeros 1 Unidad 2

(ree- soe-men) (= samenvatting)
2
Unidad
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

(ree- soe-men) (= samenvatting)
2
Unidad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CONTENIDOS (INHOUD)
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Aanwijzend voornaamwoord
  • Getallen t/m 100

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsen in periode 1
Formatief woordjes (0x)
Voca Unidad 1 NL-SP
Voca Unidad 2 NL-SP

SO Unidad 1 (2x)
Voca Unidad 1 NL-SP
Ser
Llamarse
Persoonlijke voornaamwoorden
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Getallen tot 20 NL-SP
Jezelf voorstellen

PW Unidad 1&2 (4x)
Leestekst + luisterfragment
Voca Unidad 1 + 2 NL-SP
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Meervoudsregel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het bijvoegelijk naamwoord (El adjetivo)
( let op mannelijk/ vrouwelijk, meervoud en plek in de zin!)
  1. La mochila  (rojo) ______ es de María José
  2. El cuaderno ( viejo) ______  está en tu mochila
  3. La clase de español es muy (pequeño) ________ 
  4. Los abuelos de Pepe son muy (simpático)_____________
  5. Las estaciones de trenes en París son muy (grande)_________
  6. Los padres de Rosa son (estricto) __________
  7. Los pasteles son muy ( rico) __________
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

AANWIJZEND  VOORNAAMWOORD

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los demostrativos
  • Een aanwijzend vnw. wijs je iets of iemand aan 
  • In het Spaans moet je ook bij  het aanwijzend voornaamwoord rekening houden met mannelijk , vrouwelijk en met het meervoud
Dit boek = Este libro
Deze fiets = Esta bicicleta 
Deze boeken = Estos chicos
Deze fietsen = Estas bicicletas


Aanwijzend voornaamwoorden

Slide 14 - Tekstslide

In het Spaans letten op of een woord mannelijk of vrouwelijk is, of het enkelvoud of meervoud is, en wat de afstand is (wel/niet ver weg). 
GETALLEN t/m 100
Schrijfwijze & uitspraak

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ronde getallen
let op de uitzonderingen!
10 diez
20 veinte
30 treinta
40 cuarenta
50 cincuenta
60 sesenta <<<
70 setenta  <<<
80 ochenta
90 noventa


100 cien

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels bij de getallen
  1. Altijd van grootste naar het kleinste getal! 
  2. Ken de eerste 20 getallen uit je hoofd!
  3. Ken de ronde getallen 10, 20, 30 etc.
  4. Tussen 16 -29 : aan elkaar schrijven met i 
  5. >> diecinueve, veinticinco
  6. Tussen 31 -99 : los geschreven met een y
  7.  >> treinta y cinco, noventa y tres

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies