examentraining Thursday 14.04

Welcome

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishUpper Secondary (Key Stage 4)

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining Engels

Slide 2 - Tekstslide

Examentraining Engels
by: Yvonne Elzinga

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding

  • tips examenstress
  • indeling examen stappenplan 
  • aanpak teksten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoeveel tijd heb je voor het eindexamen Engels?
A
anderhalf uur
B
twee uur
C
twee en een half uur
D
drie uur

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

ABCD-teksten 
i. Valkuil: je kiest een bepaald antwoord, omdat dit het enige is dat je begrijpt!
ii. Dubbele punt geeft aan: opsomming, uitleg, geeft nuttige informatie over de grote lijn.
iii. Signaalwoorden: geven ook belangrijke info over de strekking van de tekst!
iv. Eerste en laatste alinea bevatten vaak belangrijke informatie!
v. Als er sprake is van een stelling, gaat het vaak om een detail: kijk dan meteen naar de antwoordmogelijkheden, onderstreep belangrijke woorden en zoek synoniemen in de tekst om de elementen van de stelling te controleren.
( ‘niets’, ‘altijd’, ‘geen’ e.d. maken een antwoord vaak té sterk: controleer goed in de tekst of je aanwijzingen vindt dat dit klopt!)

Slide 8 - Tekstslide

And more..
• A. Lees de vraag,. Als de vraag gaat over de hele alinea: betrek het hele stuk tekst erbij/ Als de vraag gaat over één zin: plaats de zin goed in de hele alinea/ de context.
• B. Wat willen ze weten? Kijk welk soort vraag het Cito stelt: gaat het om de grote lijn, om de mening van een expert?
Haal de ‘pindakaas’ antwoorden eruit! (dat zijn de antwoorden die compleet onzin zijn en dingen bevatten die niet in de tekst voorkomen)
• Vraag je steeds af:Hoe vaak komt hetzelfde element in de antwoorden voor? Kloppen alle elementen met de vraag? Past het antwoord in de grote lijn?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

welk woord past er op de plek ( 40) ?
connected
1
fixed
2
important
3
irrelevant
4

Slide 16 - Tekstslide

Kies bij 40 in de tekst het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
connected
B
fixed
C
important
D
irrelevant

Slide 17 - Quizvraag

gewoon/ standaard
A
ouderwets
B
waardevol
C

Slide 18 - Tekstslide


A
Ordinary
B
Outmoded
C
Valuable

Slide 19 - Quizvraag

hoewel/ondanks dat
A
wetend dat
B
mits ( maar alleen als)
C

Slide 20 - Tekstslide


A
Even though
B
Knowing that
C
Provided that

Slide 21 - Quizvraag

What to do?
Feedback for me: tops and tips 

Slide 22 - Tekstslide