Stijlfiguren 1

Stijlfiguren!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren!

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn stijlfiguren?
Een Stijlfiguur of stijlmiddel is:
Het doelbewuste gebruik van één of meer woorden die afwijken van de gebruikelijke betekenis.

Dit om:

De aandacht te trekken, een punt te maken of iets te verduidelijken.

We behandelen er:
13!

Slide 2 - Tekstslide

Welke stijlfiguren gaan we behandelen?
• Herhaling
• Tautologie
• Pleonasme
• Hyperbool
• Understatement
• Eufemisme
• Tegenstelling
• Enumeratie
• Climax
• Anti-climax
• Ironie
• Sarcasme
• Onomatopee

Slide 3 - Tekstslide

De verdeling
1. Hyperbool, eufemisme en understatement 
 2. Herhaling, tautologie en pleonasme 
3. Ironie, sarcasme en onomatopee 
4. Tegenstelling, enumeratie, climax en anti-climax. 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hyperbool

De inhoud van de mededeling wordt hierbij overdreven vergroot.
Voorbeelden hiervan:

Tjonge, het duurt nog tot Kerst voordat die minuut verstreken is!
Ik weet niet wat voor windkracht het is vandaag, maar ik denk wel windkracht 80!
Ik verveel me dood.
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.

Omdat je dagelijks hyperbolen gebruikt, merk je het speciale effect van de overdrijving niet meer op.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de hyperbolen?
1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
3. Ik sterf onderhand van de dorst.
4. Peter stikte van de lach.
5. Frits wordt gek van de jeuk.
6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.
7. Ik ging met klotsende oksels naar hem toe.

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachtje
Bedenk samen 3 hyperbolen en schrijf ze op. Geef aan waarom jij vindt dat het een hyperbool is.
Je krijgt hier 5 minuten voor.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Eufemisme
Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking die niet spottend bedoeld is. Je wil voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt. Je kunt een eufemisme onder andere gebruiken om bepaalde zaken fraaier
over te laten komen dan ze werkelijk zijn.
Het is dus op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is.

Voorbeelden

Na een lange lijdensweg ging hij heen. (doodgaan)
Volgens mij is er aan jou een steekje los! (gek)
De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. (grote fouten gemaakt)
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
Zij werkt daar als interieurverzorgster.
'Hoe is het met uw stoelgang?', informeerde de dokter.
De dierenarts heeft de hond laten inslapen (= gedood)
De directie wil het personeelsbestand afslanken (= personeel ontslaan)
Hij is een bekende van de politie (een boef)

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de eufemismen?
1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen. 
2. Zij hebben de liefde bedreven. 
3. Hij heeft haast, want hij moet een grote boodschap. 
4. Op dit moment is hij werkzoekend.

Slide 11 - Tekstslide

Wat hoort bij wat?
Braken Verscheiden
Sterven Ongewenste bezoeker
Inbreker Laten gaan
Afmaken van vee Ontlasten
Spam Vomeren
Ontslaan Ruimen
Poepen E-mailmarketing

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachtje
Bedenk bij de volgende woorden/woordcombinaties een eufemisme. 
 - Dood gaan
- Plassen
- Poepen
- Schoonmaakster
- Kerkhof 
 Je krijgt hier 3 minuten voor.

Slide 13 - Tekstslide

Understatement
Dit is het tegenovergestelde van de hyperbool: de mededeling wordt overdreven afgezwakt. Hierdoor ontstaat een spottend effect.
Het is dus op een spottende manier iets verkleinen of verzwakken. Het verschil met het eufemisme zit hem in de spot.

Voorbeelden

Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.
Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar centjes verdiend.
Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de understatements?
1. Toen hij weer een 10 voor een proefwerk behaalde, reageerde hij koeltjes met "Niet slecht".
2. Ik had een twee voor het proefwerk. Ik had dus wel een paar foutjes.
3. "Ik doe dat wel even." Zei de man toen hij het brandende huis in rende om zijn kinderen te redden.
4. Die akelige dictator is een onvriendelijk mannetje.
5. De directeur van Unicef heeft een aardig salarisje.
6. De schade aan de auto was wel iets meer dan een paar biertjes.

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachtje.
Bedenk 5 understatements en leg uit waarom het een understatement is.

Slide 16 - Tekstslide