‹Terug naar zoeken

Ontleden + voorbereiden 3e naamval HV3

Willkommen in dieser Nachhilfestunde.
 
Na dit uur weet je of je: 
* of je (nog) kan ontleden,  
* moet je de pv, ow, lv en het mw in een zin  kunnen vinden
*ga je alvast bestuderen wat er dan in het Duits bij het mw verandert



1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Willkommen in dieser Nachhilfestunde.
 
Na dit uur weet je of je: 
* of je (nog) kan ontleden,  
* moet je de pv, ow, lv en het mw in een zin  kunnen vinden
*ga je alvast bestuderen wat er dan in het Duits bij het mw verandert



Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan: VWO
Normaal gesproken bepalen we de naamval met behulp van het stappenplan VWO. 
1. Voorzetsel --> Staat er een voorzetsel met vaste naamval? 
2. Werkwoord --> Staat er een werkwoord met vaste naamval? 
3. Ontleden --> Ontleed de zin. 

Deze LessonUp gaat alleen over stap 3 --> Ontleden. 

Slide 2 - Tekstslide

6

Slide 3 - Video

00:29
Hoe vind je het onderwerp van een zin?

Slide 4 - Open vraag

00:35
En? wist je dit nog?
A
jazeker
B
nee, ik was het helemaal kwijt

Slide 5 - Quizvraag

00:59
Welke vraag wordt hier bedoeld?

Slide 6 - Open vraag

01:03
En? wist je dit nog?
A
jazeker
B
nee, dit was ik echt vergeten

Slide 7 - Quizvraag

01:34
Welke vraag wordt er nu bedoeld?

Slide 8 - Open vraag

01:48
Welke vraag had jij ingevuld?
A
de 1e vraag
B
de 2e vraag
C
Dit wist ik helemaal niet meer

Slide 9 - Quizvraag

Nu zelf een paar zinnen ontleden
Als je het niet meer weet, kun je de video nog eens afspelen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is in deze zin de persoonsvorm?
...(mijn) Mutter gibt ... (haar) Vater ... (een) Geschenk

A
...(mijn) Mutter
B
gibt
C
... (haar) Vater
D
... (een) Geschenk

Slide 11 - Quizvraag

Wat is in deze zin het onderwerp?
...(mijn) Mutter gibt ... (haar) Vater ... (een) Geschenk

A
...(mijn) Mutter
B
gibt
C
... (haar) Vater
D
... (een) Geschenk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
...(mijn) Mutter gibt ... (haar) Vater ... (een) Geschenk
A
... (mijn) Mutter
B
gibt
C
... (haar) Vater
D
... (een) Geschenk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?
...(mijn) Mutter gibt ... (haar) Vater ... (een) Geschenk
A
... (mijn) Mutter
B
gibt
C
... (haar) Vater
D
... (een) Geschenk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?
Der Mann schreibt seinen Eltern einen Brief
A
Der Mann
B
seinen Eltern
C
schreibt
D
einen Brief

Slide 15 - Quizvraag

Wat is in deze zin de persoonsvorm?
Der Mann schreibt seinen Eltern einen Brief
A
Der Mann
B
seinen Eltern
C
schreibt
D
einen Brief

Slide 16 - Quizvraag

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Der Mann schreibt seinen Eltern einen Brief
A
Der Mann
B
seinen Eltern
C
schreibt
D
einen Brief

Slide 17 - Quizvraag

Wat is in deze zin het onderwerp?
Der Mann schreibt seinen Eltern einen Brief
A
Der Mann
B
seinen Eltern
C
schreibt
D
einen Brief

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk zin 1: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 19 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 1?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk zin 2: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 21 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 2?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 22 - Quizvraag

Bekijk zin 3: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 23 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 3?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 24 - Quizvraag

Bekijk zin 4: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 25 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 4?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk zin 5: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 27 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 5?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 28 - Quizvraag

Bekijk zin 6: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 29 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 6?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 30 - Quizvraag

Bekijk zin 7: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 31 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 7?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 32 - Quizvraag

Bekijk zin 8: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 33 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 8?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 34 - Quizvraag

Bekijk zin 9: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 35 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 9?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 36 - Quizvraag

Bekijk zin 10: In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel?

Slide 37 - Tekstslide

In welke naamval staat het dikgedrukte zinsdeel bij zin 10?

A
1e
B
3e
C
4e

Slide 38 - Quizvraag

Vervolgopdracht
Kijk nu de video verder en bestudeer dit voor de volgende les. 

Slide 39 - Tekstslide

4

Slide 40 - Video

02:30
Dit wist je uiteraard nog
A
klopt! :)
B
eerlijk gezegd, wist ik dit niet meer :(

Slide 41 - Quizvraag

02:52
welke verschillen zie je nu bij de 1e en de 3e naamval?

Slide 42 - Open vraag

03:03
Weet je het nog: welke woorden horen er naast der/die/das
ook nog bij de der-groep?

Slide 43 - Woordweb

03:10
Wist je de verschillende woorden bij de der- en de ein-groep nog?
A
ja beide groepen
B
nee, geen van beide groepen
C
alleen de woorden van de der-goep
D
alleen de woorden van de ein-groep

Slide 44 - Quizvraag

Huiswerk
Voor de volgende les weet je dus welke woorden er bij de der- en de ein-Gruppe horen. 
Ook leer je de rijtjes van het lidwoord in de 1e, 3e en 4e naamval. 

Slide 45 - Tekstslide

Heb je nog vragen over deze les?

Slide 46 - Open vraag

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!


Slide 47 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

1. ontleden + 1e 3e 4e naamval HERH

- Les met 32 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

ontleden + 1e en 4e naamval

- Les met 25 slides
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

4H - 14 juni - ontleden + 1e 3e 4e naamval HERH

- Les met 28 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

1e 3e 4e nv ontleden 3tl/4tl

- Les met 33 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

hoofdstuk 10 ontleden 1e 3e 4e naamval herhaling

- Les met 37 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

1e 3e 4e nv ontleden 3tl/4tl

- Les met 28 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

1. bezit + 1e 3e 4e naamval HERH DRAFT

- Les met 45 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

ontleden + voorbereiden 3e naamval HV2

- Les met 24 slides
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2