KDN 5e klas Les 3: Het hart en zijn functie

KDN
5e klas
Les 3:
Het hart en zijn functie
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
KDNBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

KDN
5e klas
Les 3:
Het hart en zijn functie

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je ook alweer van het hart?

Slide 2 - Tekstslide

1.
Het hart 
is een 
SPIER

Slide 3 - Tekstslide

2.
Het hart ligt 
IN HET MIDDEN
van je borstkas

Slide 4 - Tekstslide

3.
Het hart heeft 
TWEE HELFTEN:
Linkerhelft
Rechterhelft

Slide 5 - Tekstslide

4.
Elke helft heeft 
een BOEZEM
en 
een KAMER

Slide 6 - Tekstslide

5.
Tussen de boezem en de kamers zitten hartkleppen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

de KAMERS
hebben DIKKE WANDEN
omdat zij BLOED moeten PERSEN naar alle delen van je LICHAAM

Slide 9 - Tekstslide

de BOEZEMS
hebben DUNNE WANDEN want zij ONTVANGEN alleen het BLOED

Slide 10 - Tekstslide

Weet je nog:
Tussen de boezem en de kamers zitten hartkleppen

Slide 11 - Tekstslide

Hartkleppen:
Openingen tussen de BOEZEM en de KAMER

de hartkleppen gaan alleen naar ONDEREN toe

Slide 12 - Tekstslide

De SLAGADERS 
zijn buizen die het bloed UIT het hart naar andere delen van het lichaam POMPEN

Slide 13 - Tekstslide

De ADERS 
zijn buizen die het bloed NAAR het hart terugbrengen

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk dit plaatje goed
d.gif.gif
1.
2.
4.
5.
6.
7.
8.
3.

Slide 15 - Tekstslide

Geef aan wat
nummer 1
betekent:
A
linkerboezem
B
kleppen
C
slagader
D
ader

Slide 16 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 2
betekent:
A
linkerboezem
B
rechterboezem
C
rechterkamer
D
linkerkamer

Slide 17 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 3
betekent:
A
ader
B
aorta
C
kleppen
D
slagader

Slide 18 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 4
betekent:
A
linkerkamer
B
rechterkamer
C
rechterboezem
D
linkerboezem

Slide 19 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 5
betekent:
A
slagader
B
rechterkamer
C
aorta
D
ader

Slide 20 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 6
betekent:
A
linkerboezem
B
kleppen
C
slagader
D
ader

Slide 21 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 7
betekent:
A
linkerboezem
B
rechterboezem
C
rechterkamer
D
linkerkamer

Slide 22 - Quizvraag

Geef aan wat
nummer 8
betekent:
A
linkerboezem
B
rechterboezem
C
rechterkamer
D
linkerkamer

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Hoe snel KLOPT ons hart?


Gemiddeld: 
60 tot 80 slagen per minuut

Kinderen:
80 tot 110 slagen per minuut

Slide 25 - Tekstslide

Je kan je HARTSLAG op VELE plaatsen VOELEN

Slide 26 - Tekstslide

Makkelijkste:

De POLSSLAG

Slide 27 - Tekstslide

HOE?
Zet 2 of 3 vingers v/d hand 
OP de POLS en ONDER de DUIM
en DRUK zachtjes

Verschuif net zolang totdat je de ader zachtjes voelt kloppen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Je kan het RITME of HARTSLAG voelen op de plaatsen waar de SLAGADER DICHT ONDER DE HUID lopen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

HARTSLAG
is een MAAT voor de SNELHEID waarmee je HART klopt

Slide 32 - Tekstslide

Bij INSPANNING
Lichaam              MEER VOEDSEL en MEER ZUURSTOF 
Hart                      SNELLER en LUIDER kloppen    
Ademhaling      SNELLER en DIEPER    

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Succes met je KDN toets!!

Slide 35 - Tekstslide