planten Bst 5

Voortplanten
  • Voortplanting waarbij bevruchting plaats vindt en zaden ontstaan, noem je geslachtelijke voortplanting.

  • Als er zonder bevruchting nieuwe planten ontstaan, noem je dat ongeslachtelijke voortplanting.

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een stukje van een volwassen plant uit tot een nieuw plantje.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortplanten
  • Voortplanting waarbij bevruchting plaats vindt en zaden ontstaan, noem je geslachtelijke voortplanting.

  • Als er zonder bevruchting nieuwe planten ontstaan, noem je dat ongeslachtelijke voortplanting.

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een stukje van een volwassen plant uit tot een nieuw plantje.

Slide 1 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Eerst meiose: Deling waarbij geslachtscellen worden gemaakt

Als stuifmeelkorrel en eicel samen zijn gesmolten is er sprake van bevruchting

Er ontstaat een zaadje en die wordt de nieuwe plant

Slide 2 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Er ontstaat een variatie in de genotypen van nakomelingen.
- Genotype moeder & genotype vader =  genotype nakomeling 

Planten kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten, sommige bacteriën en schimmels kunnen dit ook. 
- Er versmelten dan geen geslachtscellen
--> genotype van de nakomelingen is gelijk aan die van ouders

Slide 3 - Tekstslide

1. Geslachtscellen bij planten: eicel + stuifmeelkorrel
  • Als bij voortplanting bevruchting plaatsvindt is het altijd geslachtelijke voortplanting.
  • Je hebt altijd twee geslachtscellen nodig.
  • Bij planten kunnen de geslachtscellen afkomstig zijn van dezelfde plant of van twee verschillende planten (wel van dezelfde soort!!!)

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting bij planten
Als je in de tekst iets leest van:
  • bloem
  • zaad
  • vrucht
  • stuifmeelkorrel en een eicel ..... 
dan is het geslachtelijke voortplanting.
Dit gaat door meiose

Slide 5 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

  • nieuwe erfelijke eigenschappen
  • eigenschappen van beide ouders
  • nakomelingen kunnen er anders uitzien



Slide 6 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek - stukje van de plant afsnijden. 
  2.  Deling
  3. Uitlopers - stengels boven de grond, bv. aardbeien.
  4. Bol - ondergronds stuk  stengel, met rokken, tussen de rokken groeien klisters, die groeien uit tot nieuwe bollen. 
  5. Knol - ondergrondse uitlopers van stengels, bv. aardappel.
  6. Wortelstok - uit verdikkingen op wortelstokken groeien nieuwe plantjes.

Slide 7 - Tekstslide

Verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.
Geslachtelijke voortplanting bij dieren en planten.
Nakomelingen bestaan voor 50% uit erfelijke eigenschappen van vader en 50% van moeder.
Ongeslachtelijke voortplanting bij planten. Nakomelingen hebben precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de moederplant = dus kopie

Slide 8 - Tekstslide


Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden.
Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
A
uitlopers = geslachtelijk zaden = geslachtelijk
B
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = geslachtelijk
C
uitlopers = geslachtelijk zaden = ongeslachtelijk
D
uitlopers = ongeslachtelijk zaden = ongeslachtelijk

Slide 9 - Quizvraag


Een deel van een plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Is er dan sprake van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting?



A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
C
zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting

Slide 10 - Quizvraag

In de afbeelding is een krokusknol met enkele scheuten getekend. De scheuten kunnen van de knol worden gehaald en verder groeien als afzonderlijke planten.
Is dit een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting of ongeslachtelijke voortplanting?
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 11 - Quizvraag

De pinksterbloem is een plant die je soms in weilanden vindt.
Tijdens de bloei heeft deze plant paarse bloemen.
De pinksterbloem kan zich geslachtelijk en ongeslachtelijk
voortplanten.
Met welk deel kan de pinksterbloem zich ongeslachtelijk
voortplanten?

A
Met deel P.
B
Met deel Q.
C
Met deel R.

Slide 12 - Quizvraag

In afbeelding 9 is een krokusknol met enkele scheuten getekend. De scheuten kunnen van de knol worden gehaald en verder groeien als afzonderlijke planten.
Is dit een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting of ongeslachtelijke voortplanting?
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 13 - Quizvraag

Vindt bij deze plant geslachtelijke
voortplanting plaats?
En ongeslachtelijke voortplanting?
A
alleen geslachtelijk
B
alleen ongeslachtelijk
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 14 - Quizvraag

Studiewijzer komende weken

Slide 15 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht bst 5
Maak een stripverhaal over 'de geslachtelijke  voortplanting bij planten'.
De begrippen bestuiving, bevruchting en verspreiding moeten duidelijk worden.

Slide 16 - Tekstslide