§6.1 Organismen en hun omgeving

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

§6.1 Organismen en hun omgeving

Blz. 200

Leerdoelen

6.1.1 Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden.

6.1.2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.

Ecologie

Het onderzoeken van de relaties tussen organismen en hun milieu

Milieu

Leefomgeving

Voorbeelden:

Woestijn, bergen, zee, stad.

ecologische niveaus

Individu: 1 haai

Populatie: alle haaien van 1 soort

Levensgemeenschap: al het leven in de Noordzee

Ecosysteem: de Noordzee

Milieu

Het milieu heeft invloed op organismen en andersom

Invloeden

Levende invloeden

Niet levende invloeden

Invloeden

Biotische factoren

Abiotische factoren

Invloeden

abiotische 

en 

biotische factoren

Biomassa

Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme

Piramide van biomassa:

• Altijd in een piramidevorm

• In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Accumulatie

§6.1 - blz. 205

Opdrachten 1 t/m 8

Klaar?--> laten zien 

Daarna: Begrippenlijst 6.1

Milieu: leefomgeving

Invloeden: biotische en abiotische factoren

Niveaus: 

- individu

- populatie

 - levensgemeenschap

 - ecosysteem

Aan de slag

Maken 6.1 opdracht 1 t/m 8