In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.6 Ademhaling bij dieren
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Herhalen 1.4 en 1.5
- Uitleg 1.6 ademhaling bij dieren
- Huiswerk
2e lesuur:
afronden thema 1
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Als je ademt vindt er gaswisseling plaats in de longen. Hierbij gaat er in de rode bloedcellen en vanuit die rode bloedcellen de longblaasjes in.
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.
Bloed dat van de longblaadjes wegstroomt, bevat zuurstof en koolstofdioxide en heet dus bloed.
Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Veel
Veel
Weinig
Weinig
Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Zuurstof
Koolstofdioxide
Slide 4 - Sleepvraag
Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling
Slide 5 - Sleepvraag
Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.
Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt
Slide 6 - Sleepvraag
Bij deze aandoening krijg je last van plotselinge aanvallen
A
COPD
B
Astma
C
Hooikoorts
Slide 7 - Quizvraag
De laatste vraag....
Slide 8 - Tekstslide
Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD. Bij van deze ziekten is meestal ontstaan door roken?
A
Alleen astma
B
Alleen COPD
C
astma en COPD
D
Bij geen van beiden
Slide 9 - Quizvraag
1.6 Ademhaling bij dieren
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen
eencelligen, insecten en vissen (vogels overslaan)
Slide 10 - Tekstslide
Dieren
Alle dieren ademen zuurstof in --> er vindt verbranding plaats
--> ademen koolstofdioxide uit
Gaswisseling: alle organismen doen aan gaswisseling
Slide 11 - Tekstslide
Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).
Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Ademhaling bij insecten
Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
Deze openingen noemen we stigma's.
Slide 14 - Tekstslide
Kieuwen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen
Slide 17 - Tekstslide
www.schooltv.nl
Slide 18 - Link
De ademhaling bij vogels
Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigt in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig
Slide 19 - Tekstslide
Inademen
Slide 20 - Tekstslide
Uitademen
Slide 21 - Tekstslide
hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag
Slide 22 - Quizvraag
hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem
Slide 23 - Quizvraag
Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen
Slide 25 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).