Introductie Politiek Juridische dimensie





                                                                           Politiek Juridische dimensie
Introductie
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les





                                                                           Politiek Juridische dimensie
Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een democratie?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dictatuur

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

POLITIEK 
Wat is nou politiek? Hoe werkt de politiek? Hoe wordt Nederland bestuurd? Hoe werkt de eerste kamer en de tweede kamer? Wat is kabinet? Hoe wordt Europa bestuurd en hoe wordt de wereld verstuurd? Hoe werken verkiezingen en hoe werkt het stemmen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek


1. Wat is politiek?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke Partij
Een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan verkiezing om invloed te hebben op politieke besluiten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
100
B
120
C
130
D
150

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste kamer 
Controleert of er geen fouten in de wetten zitten, kan een wet afwijzen, maar mag zelf geen nieuwe wetten maken.
De eerste kamer heeft 75 zetels

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tweede kamer 
De Tweede kamer heeft 150 zetels voor volksvertegenwoordigers
Het aantal stemmen bepaalt hoeveel zetels elke partij krijgt
Om een meerderheid in de Tweede kamer te krijgen (minstens 76 zetels) spreken partijen af om met elkaar samen te werken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet en Regering

Kabinet: ministers en staatssecretarissen 

Regering: ministers en de koning


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kabinet
Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt ook een
nieuw kabinet gevormd.
Kabinet:
  • ministers en staatssecretarissen
  • dagelijks bestuur van Nederland

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke personen bestaat het kabinet?
A
Minister-president en de andere ministers
B
Willem-Alexander en de staatssecretarissen
C
Leden van de tweede kamer
D
Ministers en staatssecretarissen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de verkiezingen
Kabinet = alle ministers en staatssecretarissen
Formateur kijkt naar mogelijkheden voor een nieuw kabinet
Partijen gaan met elkaar onderhandelen
Niet altijd de grootste partij in het kabinet!!
Partijen tekenen een regeerakkoord
Coalitie op de foto met koning




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Links: Deze partijen vinden dat je de zwakkeren in een maatschappij altijd zo veel mogelijk moet beschermen. Zo vinden zij dat mensen die rijker zijn veel belasting moeten afdragen zodat de staat ook de minder rijke mensen kan helpen. Ook zijn zij er voor dat werknemers zo veel mogelijk beschermd moeten worden tegen werkgevers zodat ze niet zomaar ontslagen kunnen worden.

Rechts: Deze partijen vinden het belangrijk dat hard werken in Nederland moet worden beloond en dat de overheid zich niet constant met de burgers moet bemoeien. Burgers moeten volgens deze partijen zo veel mogelijk met rust gelaten worden.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag: als ze één waarde mogen kiezen, welke vinden ze dan het belangrijkst/zijn ze het meest mee eens? Waarom is dat zo?

Confessionalisme: Het confessionalisme is de ideologie die het geloof centraal zet binnen alles in de samenleving. De mening van politieke partijen zijn gebaseerd om het geloof. Voorbeelden van politieke partijen in Nederland die worden gezien als confessioneel zijn het CDA, de ChristenUnie en de SGP.



Het liberalisme is een stroming die is ontstaan tijdens de Verlichting in de 18e eeuw. Het idee van het liberalisme is dat het individu zo veel mogelijk vrijheid krijgt, zolang het de vrijheid van anderen niet beperkt.

Het socialisme is een ideologie die is gebaseerd op gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Socialisten hebben als uitgangspunt dat alle mensen gelijk zijn, iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. Socialisten vinden het daarom ook onrechtvaardig dat er rijke en arme mensen zijn, ze zouden volgens hun allemaal evenveel moeten kunnen verdienen.

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Op 21 maart is het weer tijd om te stemmen. Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder heeft het recht om mee te beslissen. Met deze les kun je in het kort aan je leerlingen uitleggen hoe het werkt en waarom de verkiezingen plaatsvinden. Daarna kun je aan de slag met je eigen Klasverkiezingen.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij dat stemmen verplicht moet worden in Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vind jij dat?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soorten verkiezingen zijn er?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten verkiezingen
  1. Tweede kamer
  2. Provinciale Staten
  3. Gemeenteraad
  4. Waterschappen
  5. Europese parlement

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de tweede kamer?
A
Elk jaar
B
Elke 2 jaar
C
Elke 4 jaar
D
Elke 6 jaar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stembureau?
A
Een verkiezingsdebat
B
Een locatie waar je je stem kunt uitbrengen
C
Een politieke partij
D
Een krant met stemadviezen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de minimumleeftijd om te stemmen in Nederland?
A
21 jaar
B
20 jaar
C
16 jaar
D
18 jaar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er met een blanco stem?
A
Een blanco stem gaat naar de partij met de meeste zetels
B
Een blanco stem is een ongeldige stem en wordt niet meegenomen bij het bepalen van de opkomst
C
Een blanco stem heeft geen invloed op de verkiezingsuitslag, maar wordt wel meegenomen bij het bepalen van e opkomst
D
Die wordt weggegooid

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke politieke partij stem jij?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Nederland kent passief en actief kiesrecht.  Je mag gekozen worden en je mag kiezen.
In Nederland ligt de macht bij het volk.
Het volk kiest hun vertegenwoordigers voor:
2e kamer, provinciale staten, gemeenteraad, waterschap en de Europese Unie.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan de opdracht

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies