Les 4&5: De jaren 20 en 30

3 Deelcontexten
Opkomst 3e Rijk | 1918-1945 | 
Duitsland na WOII   | 1945-1961 | 
Herenigd Duitsland | 1961-1991 |
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3 Deelcontexten
Opkomst 3e Rijk | 1918-1945 | 
Duitsland na WOII   | 1945-1961 | 
Herenigd Duitsland | 1961-1991 |

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

- Dictaat van Versaille
- Tegenstand bevolking tegen republiek en democratie
- Spartacusopstand (links) 
- Kapp-Putsch (rechts)
- Geen economisch herstel -> hyperinflatie
- Bezetting Ruhrgebied (fr en bel)


- Einde bezetting Ruhrgebied
- Dawesplan -> verbetering economie
- Internationale ontspanning
- Intentie om conflicten zonder oorlog op te lossen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ideeën van de nazi's

Slide 7 - Tekstslide

Tegenstanders van de Republiek van Weimar
tegen:
Communisten: (wilden communistische staat)
Nationalisten en consevartieven: (wilden keizerrijk terug en verweten de democratie - socialisten- het verlies van de oorlog en opkomst communisten)
Ex-soldaten: teleurgesteld en sloten zich aan bij extremistische groepen (communisten, fascisten, conservatieven)

Slide 8 - Tekstslide

1919
De Spartacusopstand

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video


Duitsland 
1924-1929



Economisch gaat het beter met het land: 
de Amerikanen steunen de Duitse economie met het Dawesplan
Mensen hebben vetrouwen in de democratie en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video


Crisis in de wereld 
vanaf 1929



Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling
en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de 
Amerikaanse economie volledig in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

1929: Economische Wereldcrisis
* Einde aan de bloeiperiode in Duitsland
* Hitler wint aan populariteit door:
- Propaganda
- Paramilitaire troepen (SA)
- Redenaarstalent
- Eenvoudige analyse problemen 
- 'Eenvoudige' oplossingen



Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video


Hitler wordt kanselier
30 januari 1933



  • Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd, wordt het land vrijwel onbestuurbaar
  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 26 - Tekstslide


Rijksdagbrand
27 februari 1933



  • Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

  • Aan zijn schuld wordt echter nu nog steeds ernstig getwijfeld...

Slide 27 - Tekstslide

Machtigingswet
23 maart 1933 aangenomen door de Rijksdag.
Regering (Hitler) krijgt voor 4 jaar onbeperkt de macht.
inhoud (belangrijksten):
- wetten kunnen zonder de Rijksdag worden goedgekeurd
- wetten mogen afwijken van de grondwet.
gevolgen:
- (korte termijn) Rijksdag schakelt zichzelf en de grondwet uit.
(langere termijn): einde van de democratie 

Slide 28 - Tekstslide


Rijksdagbrandverordening 
en Machtingswet




  • De Grondwet kan door Hitler worden aangepast en opgeschort, zonder goedkeuring van het Duitse parlement.
  • Alle partijen, behalve de NSDAP, worden verboden.
  • Sommige burgerrechten worden opgeschort (o.a. briefgeheim)
  • Gelijkschakeling: iedereen moet zich houden aan de ideologie van de Nazi's

Slide 29 - Tekstslide

Examenvraag
Een interpretatie:
David Low twijfelt aan een eerlijk verloop van het proces.
3p Ondersteun deze interpretatie door:
- met twee verwijzingen naar de bron aan te tonen waaruit die twijfel
blijkt en
- zonder bron de twijfel van Low te verklaren vanuit de verandering van
de Duitse rechtsstaat na de Rijksdagbrand. 

Slide 30 - Tekstslide

Correctieschrift
maximumscore 3: Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Low geeft hier zijn twijfel weer door het afbeelden van (twee van de
volgende): − Hitler die als een beul een bijl vasthoudt. − Hitler die als rechter optreedt. 
− de bewaking van de verdachten door SA-mannen (en niet door politie).
− de hakenkruisvlag (een partijsymbool).
− het peinzend toezien van het 'wereldoordeel'.
per juiste verwijzing naar de prent 1:

• Na de Rijksdagbrand zet het parlement zich (met de machtigingswet)
buitenspel waardoor de Duitse staat in snel tempo een totalitaire staat /
een dictatuur wordt (zodat er geen onafhankelijke rechtspraak meer is) 1 

Slide 31 - Tekstslide


Nacht van de Lange Messen
juni 1934




  • Hitler kan door de Machtigingswet zijn tegenstanders uitschakelen.
  • Dit zijn in het begin mensen binnen Hitlers eigen partij, waaronder de SA. 
  • Sommigen worden zonder proces vermoord door de SS, anderen komen in concentratiekampen, zoals Dachau

Slide 32 - Tekstslide


Führer
1934




  • Als president Hindenburg in 1934 overlijdt, komt er geen nieuwe president:
  • Hitler is vanaf dat moment Führer, Leider, van Duitsland

  • Aan hem is onvoorwaardelijke trouw verschuldigd (Führerbeginsel)

Slide 33 - Tekstslide


Trouw aan de Führer
vanaf 1934




  • Hitlerjugend: jongens werden voorbereid op een leven als soldaat die zonder nadenken de bevelen van de Führer opvolgde.
  • Bund Deutscher Mädel: meisjes leerden er hoe zij een goede huisvrouw konden zijn en dat de ideale Duitse vrouw veel kinderen baarde.


Slide 34 - Tekstslide


Triumph des Willens
1935




  • Hitler maakt graag gebruik van moderne technieken, zoals film.
  • De belangrijkste Nazi-propagandafilm is Triumph de Willens, van Leni Riefenstahl, waarin Hitler zich laat neerzetten als de leider die Duitsland weer groot zal maken.


Slide 35 - Tekstslide


Hitler's populariteit stijgt
vanaf 1934




  • Hitler is rond 1934 mateloos populair. Het gaat goed in Duitsland. 
  • Zolang je niet tot een minderheid hoort, pluk je de vruchten van zijn beleid.
  • Door grootschalige werkverschaffingsprojecten daalt de werkloosheid snel,  en krijgen Duitsers weer zelfvertrouwen én nationalistische gevoelens.

Slide 36 - Tekstslide


Neurenberger Rassenwetten
1935




  • Deze wetten moeten de rechten voor Joden sterk beperken, met als doel dat ze 'vrijwillig' uit Duitsland zouden vertrekken.

  • Zo mogen Joden geen Duitser meer zijn, of trouwen met een Duitse burger

Slide 37 - Tekstslide


Duitse troepen in het Rijnland
1936




  • In het Verdrag van Versailles stond dat er geen Duitse soldaten in het Rijnland mochten zijn (gedemilitariseerd).
  • Hitler houdt zich hier niet aan, maar Engeland en Frankrijk zijn terughoudend in hun reactie: zij zitten niet te wachten op een nieuwe oorlog 

Slide 38 - Tekstslide