Struikelblokken

1.De verhoudingen binnen het team zijn aanmerkelijk bekoel__.
1 / 25
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.De verhoudingen binnen het team zijn aanmerkelijk bekoel__.

Slide 1 - Open vraag

2.Mijn vader hielp in de oorlog en versprei__e illegale bladen.

Slide 2 - Open vraag

3.Met zijn innemende glimlach verover__ hij ieders hart.

Slide 3 - Open vraag

4. Al twee maanden lang verpleeg__
zij haar moeder.

Slide 4 - Open vraag

5. "Wie bie___ er meer?", vroeg de veilingmeester?

Slide 5 - Open vraag

6. Het contract werd met vijf jaar verleng___.

Slide 6 - Open vraag

7. Ik wach___ meer dan een uur op hem, maar hij kwam niet.

Slide 7 - Open vraag

8. Heb je alle vragen beantwoor__?

Slide 8 - Open vraag

9. Voor hij de benoeming aanvaar___e, informeerde hij of er een woning beschikbaar was.

Slide 9 - Open vraag

10. Het spreekwoord zegt: "Wie zich verneder___, zal verhoogd worden.'

Slide 10 - Open vraag

11. Wie zijn neus schen___, schendt zijn aangezicht.

Slide 11 - Open vraag

12. Voortdurend wroe___e het varken met zijn snuit in de modder.

Slide 12 - Open vraag

13. Die wandeling heeft de bejaarde vrouw erg vermoei___.

Slide 13 - Open vraag

14. Heb je nou gezien dat die jongen al zijn speelgoed zelf verniel___?

Slide 14 - Open vraag

15.Je hebt nog niet verklaar___ hoe het komt dat je zo laat bent.

Slide 15 - Open vraag

16. Jij veronderstel___ al snel dat we je voor de gek houden.

Slide 16 - Open vraag

17. Als er een helikopter lan___, blijven veel mensen staan kijken.

Slide 17 - Open vraag

18. Zijn werk vermoei___ hem te veel.

Slide 18 - Open vraag

19. Tijdens de vergadering bleven de meningen verdeel___.

Slide 19 - Open vraag

20. Het had weinig gescheeld, of we waren echt verdwaal___.

Slide 20 - Open vraag

21. Ik weet niet meer hoeveel de aardappelen vroeger kos__en

Slide 21 - Open vraag

22. Mijn buurman beloof__ zijn dochter een nieuwe auto.

Slide 22 - Open vraag

23. Nadat hij gepensioneerd is, lei__ hij een rustig leventje.

Slide 23 - Open vraag

24. We gingen overstag en ron___en de laatste boei.

Slide 24 - Open vraag

25.Toen de eerste druppels vielen, vluch___en we een schuur in.

Slide 25 - Open vraag