WISK-Y H5 2.1 rekenen met tijd

meten, tijd, geld, wegen.
Rekenen  


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

meten, tijd, geld, wegen.
Rekenen  


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden die wij vaak gebruiken:
Grootheid                  Eenheid                          Meetinstrument.
Massa                         Kilogram (kg)                Weegschaal of balans
Volume                       Liter (L)                            Maatcilinder
Lengte                        Meter (m)                        Liniaal, rolmaat, geo
Tijd                               Seconde (s)                   Klok
Temperatuur           Graden Celsius (oC)   Thermometer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden

Grootheden: Wat wil je gaan meten? 
bijvoorbeeld: de temperatuur

Eenheden: Waarin wil je dat meten? 
bijvoorbeeld: graden Celsius

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste (digitale )tijden naar de klokjes.
17:00
1:30
19:00
12:30

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke grootheid heb je nodig?
Je meet hoe lang je loopt.
A
lengte
B
gewicht
C
tijd
D
oppervlakte

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



A
Over 60 minuten
B
Over 20 minuten
C
Over. 12 minuten
D
Over 8 minuten.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schrikkeljaar heeft ...
A
365 dagen
B
366 dagen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kwartier heeft ...
A
60 seconden
B
900 seconden
C
360 seconden
D
90 seconden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Per dag fietst Max 7 kilometer.
Hoeveel kilometer fietst hij in de maand april?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een auto rijdt 110 kilometer per uur.
Hoeveel kilometer rijdt de auto in 2,5 uur?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Tekst
Cursus fotografie
Lesdag: dinsdag
Begint om 19:30 uur, 
duurt 2 uren en 15 min.



Hoe laat is de les op dinsdag afgelopen? 
Typ het tijdstip met een dubbele punt (bijvoorbeeld 20:30).

Slide 11 - Open vraag

19 - Domein: meten & meetkunde
‘Maten voor tijd, en rekenen met tijd’ kent geen verschillen ten opzichte van 2F.

Typ het getal:
360 minuten = ... uren

Slide 12 - Open vraag

4 - Domein: meten & meetkunde
Deze opdracht is feitelijke kennis. Maar wel zo dat er geen minuten ‘overblijven’.

Eva's snelheid: 18 km per uur
De afstand: 6 km
Hoeveel minuten doet Eva erover om van Haarlem naar Zandvoort te fietsen?
37 - Domein: meten & meetkunde

Slide 13 - Open vraag

37 - Domein: meten & meetkunde (antwoorddia)
‘Rekenen met snelheid’ kent geen specifieke verschillen ten opzichte van 2F. Wel zorg je ervoor dat er bij een opgave op niveau 2A hele minuten uitkomen.
Ik wandel 4 dagen; eerste dag 6,25 uur, tweede dag 8,65 uur, derde dag 7,77 uur en vierde dag 7,20 uur.
Hoeveel uur is dat ongeveer totaal?
A
32 uur
B
30 uur
C
29 uur
D
31 uur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies