WEEK 8/9: Theater en Dans Burgerlijke cultuur van Nederland

Burgerlijke Cultuur


WEEK 8/9: Theater

Pagina 68 - 72 
(tot 'acteurs en dansers')


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgerlijke Cultuur


WEEK 8/9: Theater

Pagina 68 - 72 
(tot 'acteurs en dansers')


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: pagina 68 - 72
Deze week gaan we in op theater in de burgerlijke cultuur. Doelen: 

  • Je kent de basale wetten voor tragedies (naar Aristoteles)
  • Je kunt het ontstaan en de functie van de schouwburg van Amsterdam beschrijven.
  • Je ken het verschil tussen tragedies, komedies en kluchten.
  • Je kent de functie en status van de Rederijkers.
  • Je bent bekend met Hooft, Bredero en Van den Vondel.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1: Aristotelische principes (Griekse tragedie)
  • Eenheid van tijd, plaats en handeling
  • Rei 
  • Klassieke opbouw:
Wie: protagonist, antagonist, tritagonist
Plot: proloogexpositie, peripeteia, climax, catharsis, epiloog.
  • Deus ex machina

Zelfstandig (15 minuten):
-Zoek op internet / in de eerste 9 minuten van dit filmpje  voor info. Maak een begrippenoverzicht van (in elk geval) alle vetgedrukte woorden op deze slide
-Zorg dat je begrijpt wat je opschrijft.



Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2: introductie toneel in NL in de 17e eeuw
 Bekijk aandachtig de video op de volgende slide. Zet de video af en toe stil en maak aantekeningen. 

Klaar? Begin vast met je huiswerk:
-Zoek naar een voorbeeld van een film (of films) waarin duidelijk peripeteia, een climax en een pro- en antagonist te herkennen zijn. 
Kan je geen film bedenken? Schrijf dan zelf een kort verhaaltje waarin deze onderdelen voorkomen.  
-maken vragenblok dans en theater blok 3


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Les 2: theater (9/5)

Huiswerk nabespreken
Bredero, Hooft en Vondel
Calvinistische kijk op toneel
Genres
Stadsschouwburg Amsterdam

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1: Aristotelische principes (Griekse tragedie)
  • Eenheid van tijd, plaats en handeling
  • Rei 
  • Klassieke opbouw:
Wie: protagonist, antagonist, tritagonist
Plot: proloogexpositie, peripeteia, climax, catharsis, epiloog.
  • Deus ex machina

Zelfstandig (15 minuten):
-Zoek op internet / in de eerste 9 minuten van dit filmpje  voor info. Maak een begrippenoverzicht van (in elk geval) alle vetgedrukte woorden op deze slide
-Zorg dat je begrijpt wat je opschrijft.



Slide 7 - Tekstslide

Griekse tragedie - wetten van Aristoteles
  • Eenheid van tijd / plaats / handeling: het verhaal speelt zich af binnen 24 uur, op dezelfde plaats en er is 1 hoofd-verhaallijn.
  • Expositie: introductie van de hoofdpersonen en de situatie. 
  • Peripetie: omslag / omwenteling. De peripetie is het begin van de ontknoping/ climax. In een tragedie gaat het om een omslag die de held ongeluk brengt, in de komedie juist om een wending ten goede.
  • Climax: dramatisch hoogtepunt

Slide 8 - Tekstslide

Romeo vermoordt Tybalt
Romeo beseft 
wat hij veroorzaakt heeft
Peripetie: omwenteling /   point of no return

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Griekse tragedie - begrippen
  • Catharsis: emotionele zuivering. Het effect van het opwekken van krachtige emoties zoals verdriet, angst, medelijden, woede bij de toeschouwer, die vervolgens een zuivering van diezelfde gevoelens ondergaat. 
  • Deus ex machina: letterlijk: god uit een machine. Vaak een god die de oplossing voor het probleem van de protagonist brengt (vaak een beetje gekunsteld).
  • Protagonist: hoofdpersoon die hindernissen moet overwinnen ('held'). Is altijd zelf verantwoordelijk voor zijn daden / ondergang.
  • Antagonist: degene die de protagonist tegenwerkt ('antiheld')
  • Tritagonist: Naast de bovenste twee het enige uitgewerkte karakter, vaak de 'sidekick' van de protagonist.
  • Rei: koor dat commentaar geeft, reageert op de handeling of samenvat

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2: introductie toneel in NL in de 17e eeuw

Klaar? Begin vast met je huiswerk:
-Zoek naar een voorbeeld van een film (of films) waarin duidelijk peripeteia, een climax en een pro- en antagonist te herkennen zijn. 
Kan je geen film bedenken? Schrijf dan zelf een kort verhaaltje waarin deze onderdelen voorkomen.  
-maken vragenblok dans en theater blok 3


Slide 12 - Tekstslide

Rederijkerskamers & BHV
Vanaf de Middeleeuwen bestaan rederijkerskamers: groepen taalliefhebbers die o.a. toneelstukken schrijven. Het niveau is vaak laag en samenzijn is belangrijker dan het schijven zelf. Bredero en P.C. Hooft verlaten daarom hun kamer Egelantier
Hooft begint de Muiderkring.  Hij schrijft vooral tragedies en pastorales; serieus, intellectueel (vb: Warenar). 
Bredero is een echte Amsterdamse volksschrijver; er mag gelachen worden in kluchten en komedies (vb: Klucht van de koe). 

Slide 13 - Tekstslide

BHV 2
(Van den) Vondel is de grootste Nederlandse schrijver van zijn tijd. Beroemdste werk: de Gysbrecht van Aemstel, openingsstuk van de Amsterdamse schouwburg (1637). 
Klassiek opgebouwde tragedie, 
gebaseerd op het verhaal van de 
val van Troje. Eindigt met deus ex 
machina (aartsengel). 
Vondel wordt wel de Nederlandse 
Shakespeare (zelfde tijd!) genoemd.


Slide 14 - Tekstslide

Calvinistische kijk op toneel
Calvinisten waren niet blij met toneel (en dans). Toneel mocht alleen als er een calvinistische moraal in het stuk te vinden was ('ter lering ende vermaak'). Omdat er veel geld mee werd verdiend dat o.a. naar weeshuizen ging, werd het theater wel oogluikend toegestaan.

Ariana Nozeman van Berg was de eerste vrouw op Europees toneel (1655). Ze speelde o.a. Badeloch in de Gysbrecht.

Slide 15 - Tekstslide

Genres
  • Tragedie
  • Komedie
  • Klucht
  • Pastorales

In alle genres is het spel nog groot, weinig realistisch.

Slide 16 - Tekstslide

Genres
  • Tragedie: volgens klassieke opbouw, mythologisch, bijbels of historisch onderwerp. Loopt slecht af voor protagonist.
  • Komedie: niet per se om te lachen! Vergelijkbaar (ook in opbouw) met tragedie, maar iets luchtiger en loopt wel goed af.
  • Klucht: Kluchten zijn korter, platter en vrijer qua vorm. Grappen en grollen. Situaties uit dagelijks leven.
  • Pastorales: herdersspelen, spelen zich af in landelijke omgeving (romantische komedies van die tijd)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De eerste stenen schouwburg
- De eerste schouwburg van A'dam.
- 1637, architect Jacob van Campen 
- Toneelbeeld vergelijkbaar met Teatro Olimpico (vlg. slide). 
- Standaard avondprogramma: eerst een tragedie, vervolgens komedie of klucht.
- Tijdens voorstelling werd gegeten, gedronken, gepraat.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Lijsttoneel en machinerie
1665: verbouwing van de schouwburg, geïnspireerd op Italiaanse/Franse theaters: lijsttoneel met een diep podium en ruime coulissen waar toneelmachinerie-architecten los kunnen: stormen, draken, goden uit de lucht, valluiken, grote wisselende decors: leidt tot spektakelstukken (Jan Vos).

Hierna eerst een prent van het toneel van Van Campen (1634-1664), vervolgens een van de brand in de schouwburg in 1772. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken en huiswerk
Nakijken vragenblok 3 

-lezen en samenvatten pag. 72 (vanaf 'acteurs en dansers') - 76
- maak vragenblok 4

Slide 24 - Tekstslide

Analyseren theater
Voorstelling

Vormgeving:
Spel: lichaam, stemgebruik, mise en scene, speelstijl
Theatrale vormgeving: decor, attributen, kap en grime, kostuum, muziek, geluid, tekst


Slide 25 - Tekstslide

Les 3: DANS (10/5)
Calvinistische kijk op dans
Dansen aan het hof
Dans in het theater
Dansscholen
Dans van de kolonie: Suriname

Calvinisten versus invloed van het hof

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat dan wel?
  • Professionele dans in de 17e eeuw in Nederland staat bijna stil, op wat dans in theaterstukken na.
  • Toch is er, onder invloed van de Franse hofcultuur, een hang naar dans als uiting van voornaamheid (ook aan het NL hof). Dansles hoort bij de gegoede burgerij bij de opvoeding, ondanks calvinistische weerstand.
  • In 1626 start Nicolas Vallet de eerste A'damse dansschool. Later worden er ook bals en dansfeestjes georganiseerd bij rijke burgers thuis.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Afrikaanse dans in Suriname
Banya is de dans en 
zang van de Afrikaanse
tot slaaf gemaakten.
Zij brachten deze dans 
naar Suriname.
Vaak met verborgen 
lagen in de tekst.
Het helpt emotie te 
uiten en wordt nog 
steeds gedanst als 
rituele dans.

Slide 31 - Tekstslide

Zwaartepunten theater en dans voor CSE
  • Rederijkers: Hooft en Bredero
  • De eerste stenen schouwburg in Amsterdam
  • Dans en theater in het sociale leven
  • Calvinistische visie op het theater.
  • Aristotelische principes in het theater (Joost van den Vondel)
  • Vrije markt; opdrachtgevers: overheden, gezelschappen, verenigingen, burgers.
  • Positie van vrouwen in de samenleving en in de kunsten: A. Nozeman en L. v. Merken.
  • Ter lering en vermaak; vermaak als medicijn
  • Dans in tragedies en kluchten.
  • Kluchten (bv. Bredero) en spektakelstukken (Vos)
  • Toneelmachines

Slide 32 - Tekstslide

Zelfstandig werken en huiswerk

- Nakijken blok 4: wissel de antwoorden uit in tweetallen, kijk elkaars werk kritisch na en bespreek. 

- Maken vragenblok 1, 5 of 6


Slide 33 - Tekstslide

extra footage:
Lucretia van Merken

Slide 34 - Tekstslide

podcast over vrouwen in het theater van de 17e en 18e eeuw

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video