2 - Soorten neerslag & klimaatfactoren

Weer en Klimaat





Jaar 2
Meneer de Graaf - Aardrijkskundebaas
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weer en Klimaat





Jaar 2
Meneer de Graaf - Aardrijkskundebaas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Herhaling weer & klimaat, weerselementen herkennen, waterkringloop
• uitleggen op welke drie manieren neerslag kan ontstaan 
• temperatuur- en neerslagverschillen kunnen verklaren aan de hand van de klimaatfactoren 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP
Wanneer je dit plaatje              op een van de dia's ziet, moet je een screenshot maken. Dit zijn belangrijke notities om aan het einde van de uitleg in je schrift over te nemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weer vs. Klimaat
Weer = de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plek op een bepaalde tijd.

Klimaat = de gemiddelde toestand van het weer over een periode van ~ 30 jaar. 
HERHALING

Slide 4 - Tekstslide

Ook: de beschrijving van het weer is veel specifieker dan de beschrijving van een klimaat.
Het weer beschrijven
Temperatuur
Windsnelheid / richting
Bewolking
Neerslag

HERHALING

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

The basics of rain
  1. Water verdampt door de hitte van de zon
  2. Warme lucht stijgt op en koelt af
  3. De waterdamp condenseert tot kleine waterdruppeltjes
  4. Druppels voegen zich samen om grotere druppels te vormen en vallen uit de lucht
HERHALING

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan neerslag
Twee vereisten:
  1. Er moet vocht in de lucht zitten
  2. Lucht moet stijgen

Let op: Leg dus altijd uit waarom er vocht in de lucht zit en waarom deze lucht stijgt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 9 - Tekstslide

A = verdamping
B = condensatie
C = neerslag
D = infiltratie / grondwater
E = afstroming
1) Stijgingsregen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Stuwingsneerslag

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2) Stuwingsneerslag
Regenschaduw

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

We are looking at Tenerife
What is the prevailing wind direction?
3) Frontale neerslag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatfactoren

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#1 Breedteligging
Regel #1: Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
(of: hoe hoger de breedteligging, hoe kouder)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#1 Breedteligging

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#2 Hoogteligging
Regel #2: hoe hoger, hoe kouder

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#2 Hoogteligging
Zonlicht geeft niet meteen warmte af (anders zou het echt vet lekker warm zijn in de ruimte!)
--> Pas wanneer het zonlicht de aarde raakt, wordt het weerkaatst als warmte
--> Dan stijgt de warme lucht op en koelt het langzaam weer af
--> Dus hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#2 Altitude
Sunlight doesn’t provide warmth right away (otherwise it would be really warm out in space!)
When the sunlight hits the earth, it’s reflected as warmth
From there the warm air rises and slowly cools
So the higher you go, the colder it gets!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#3 Zeestroming
Regel #3: Hoe verder weg van warme zeestromen, hoe kouder (de winter)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#4 Afstand tot de zee
Rule #4: Hoe dichter bij de kust, hoe kleiner het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zomertemperatuur is koeler door de zee
De wintertemperatuur is warmer door de zee

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

#5 Windrichting
Regel #5: Afhankelijk van de windrichting kan de wind warme of koude lucht, en droge of vochtige lucht meenemen.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat
De volgende factoren beïnvloeden het klimaat van een plaats:
(temperatuur en neerslag dus):
  1. Breedteligging (afstand van de evenaar)
  2. Hoogteligging 
  3. Zeestromen
  4. Afstand tot de kust
  5. Overheersende windrichting

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Neem de screenshots over in
je aantekeningenschrift

Klaar?
Bekijk:


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies