Voorraad challenge 2

bestellen van producten 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

bestellen van producten 

Slide 1 - Tekstslide

Voorraadbeheer

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta je onder Voorraad?

Slide 3 - Woordweb

Voorraad
  • Een voorraad bestaat uit goederen die beschikbaar zijn voor productie, verkoop of levering. 
  • Deze goederen hebben allemaal een waarde en moeten terugkomen in je boekhouding en op je balans verwerkt worden. 
  • Ook goederen die al in gebruik zijn voor productie vallen onder je voorraad

Slide 4 - Tekstslide

...het begint met voorraadbeheer
Met voorraadbeheer zorg je ervoor dat de voorraad optimaal blijft. 
  • De minimale voorraad noemen we de ijzeren voorraad.
  • De technische voorraad is de werkelijke voorraad van een product die aanwezig is.
  • De administratieve voorraad.

Slide 5 - Tekstslide

Derving



Verlies van voorraad door diefstal, veroudering of beschadiging

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurt er als je te weinig op voorraad hebt?

Slide 7 - Open vraag

Waarom hebben we voorraad?

Slide 8 - Woordweb

Waarom voorraad?
  • Gast/Klant niet teleurstellen
  • Grote verpakkingseenheden
  • Afzet onduidelijk
  • Leveringstermijnen
  • Rekening houden met problemen


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat gebeurt er als je te veel voorraad hebt?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel voorraad?
  • De voorraad dient zo laag mogelijk te zijn in verband met kosten​ (kosten voor aankoop, opslag en renteverlies)​

  • ​Er dient een goede servicegraad te zijn ​(de mate waarin aan de vraag naar een product wordt voldaan) 




Slide 12 - Tekstslide

Kosten van voorraad
                           3R's van voorraad
  • Kosten van rente
  • Kosten van ruimte
  • Kosten van risico 



Slide 13 - Tekstslide

Fifo - Lifo
Fifo = 
First in First out

Lifo =
Last in First out 

Slide 14 - Tekstslide

Fifo 
Wanneer FiFo:

  • Bij producten met een houdbaarheidsdatum (eten/drinken, medicijnen) 
  • Bij producten die onderhevig zijn aan verandering, bijvoorbeeld bedrijven in   de elektronica of cosmetische bedrijven

Slide 15 - Tekstslide

Lifo 
Wanneer LiFo:

  • Bij goederen die niet bederven
  • Bij goederen die niet in waarde dalen

Qua opslag in magazijn simpeler, je hoeft ze niet achter in de rij te plaatsen

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat?  2 p[drachten: Zie It's Learning 
  • Het doel --> de minimale voorraad herkennen en mee kunnen rekenen


  •   Hoe?     Zelfstandig
  •   Tijd?     25 min
  •   Klaar?   Ga door met jouw product.
                      

                      
timer
25:00

Slide 17 - Tekstslide

Inkopen en bestellen






Slide 18 - Tekstslide

Termen Inkopen en bestellen
​Wat is een Centraal magazijn?​
  • Groot magazijn waarin alle goederen binnenkomen en van waaruit distributie naar de rest van de organisatie plaatsvindt. ​
Wat is de definitie van de term New Buy?​
  • Een aankoop die je voor de eerste keer doet, een leverancier waarmee je voor de eerste keer zaken doet.​





Slide 19 - Tekstslide

Termen Inkopen en bestellen
Waar staan de letters TGT in TGT-Datum voor? ​
  • Dit staat voor de te gebruiken tot-datum. Je kunt het product tot deze datum gebruiken.​

Waar staan de letters THT in THT-datum voor?​
  • Dit staat voor de ten minste houdbaar tot-datum. Je kunt het product tot deze datum (en maximaal drie dagen daarna) bewaren.




Slide 20 - Tekstslide

Verschil tussen inkopen en bestellen​
Inkopen vraagt veel aandacht :


  • ​Selectieprocedure​
  • Prijsafspraken​
  • Kwaliteitsbepaling​
  • Inkoopvoorwaarden 





Slide 21 - Tekstslide

Verschil tussen inkopen en bestellen​

Bestellingen zijn herhalingsaankopen bij steeds hetzelfde bedrijf​    (rebuy, repeat buying, operationele inkoop)​

Je moet op de hoogte zijn van de afspraken met de verschillende leveranciers​





Slide 22 - Tekstslide

Keuze Leverancier
Bij het bestellen speelt de leverancier van de ondernemer een grote rol vanwege:

  • De kwaliteit van de geleverde artikelen
  • Het prijspeil van de geleverde artikelen
  • De snelheid waarmee geleverd kan worden
  • De flexibiliteit waarmee geleverd kan worden
  • De manier waarop besteld kan worden

Slide 23 - Tekstslide

Vastleggen van een bestelling

Slide 24 - Woordweb

Bestellijst invullen

  • Bepalen van de verwachte afzet
  • Bepalen van de technische eindvoorraad van de vorige periode
  • Bepalen van de minimale voorraad
  • Bepalen van de ordergrootte
  • Bestelling doen

Slide 25 - Tekstslide

De te verwachten afzet
Rekening houden met bijvoorbeeld:

  • Omzetgegevens van de vorige periode
  • De gemaakte reserveringen
  • Hoeveel gasten/klanten er gemiddeld zonder reservering komen
  • Evenementen
  • Bijzondere omstandigheden

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een Besteleenheid
Het aantal pax dat je in een keer dient te bestellen. Soms kun je van iets slechts 1 artikel kopen, maar vaak dien je meer artikelen tegelijkertijd af te nemen

Slide 27 - Tekstslide

Besteleenheid
Bij het invullen van de bestellijst zal de ondernemer rekening moeten houden met de besteleenheden.

Voorbeeld:
De ondernemer heeft 21 lamsbiefstukjes nodig.
Op de bestellijst staat dat deze biefstukjes in dozen van 10 stuks geleverd worden. De ondernemer moet dan 3 dozen bestellen.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Controle bestelling na ontvangst
Wanneer de bestelling geleverd wordt ontvangt de ondernemer een pakbon. Hierop staat wat er volgens de leverancier geleverd is.

Het is belangrijk om de pakbon goed met de bestellijst te controleren:
  • Kloppen de geleverde aantallen?
  • Zijn de juiste artikelen geleverd?
  • Zijn de artikelen van het juiste merk?
  • Zijn de artikelen van de juiste kwaliteit?
Per bedrijf zijn er afspraken over wat je moet doen als de pakbon niet overeenkomt met de bestellijst.


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Foute levering


  • Als de pakbon is gecontroleerd met de bestellijst, moet ook gecontroleerd worden of alles van de pakbon ook werkelijk is geleverd.
  • Soms is de pakbon al getekend als je merkt dat een artikel niet is geleverd. Dit moet je goed noteren, omdat de leverancier de factuur maakt op basis van de getekende pakbon!
  • Per bedrijf zijn er afspraken over wat je moet doen als de pakbon niet overeenkomt met het aantal geleverde producten:
  • Worden niet geleverde producten nageleverd of gecrediteerd?
  • Worden niet bestelde producten gehouden of mee teruggegeven?



Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video