Les 4; tuberculose, vaccinaties en kinderziektes

Urineweginfecties en tuberculose
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Urineweginfecties en tuberculose

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  • programma, lesdoelen
  • herhaling
  • Urineweginfecties
  • Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van een urineweginfectie en een gecompliceerde urineweginfectie
  • Je weet welke geneesmiddelen als profylaxe worden gebruikt bij een UWI
  • Je kunt van de verschillende antibacteriële middelen het volgende benoemen: werking, bijwerkingen, toepassing, gebruik en gebruiksadviezen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling
wat 
Herhalen van de verschillende antibacteriële middelen
Tijd 
15 min
hoe
Klassikaal
hulp
Geen
uitkomst
Je kunt van het geneesmiddel de volgende punten benoemen: generiek/spécialité, geneesmiddelgroep, werking, bijwerkingen, gebruik, gebruiksadviezen
klaar
klassikaal

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling geneesmiddelen
  • Generiek/spécialité
  • Geneesmiddelgroep
  • Werking
  • Bijwerkingen
  • Gebruik/gebruiksadviezen
  • Interactie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfecties

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het urinestelsel
Het urinestelsel zorgt ervoor dat de afvalstoffen het lichaam via de urine verlaten.

Het bestaat uit:
  • Nieren
  • Urineleiders
  • blaas
  • Urinebuis

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
Belangrijkst functies:
  • schadelijke stoffen en afvalstoffen filteren uit het bloed.
  • overtollig water en zout afvoeren uit het lichaam.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineleiders
De 'weg' tussen de nieren en de blaas.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinebuis
Loopt van de blaas naar de plaats waar de urine het lichaam verlaat.

De urinebuis bij een man is langer en ligt een klier omheen, dit is de prostaat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfectie
  • 80% Escherichia Coli (darm)
  • anus --> bilnaad-->uitgang urinebuis
  • gestoorde afweer of anatomische afwijkingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfecties

Kijkersvraag:
  • noteer de oorzaken van een urineweginfectie
  • noteer de klachten bij urineweginfecties.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfecties
Onderscheid tussen gecompliceerd en ongecompliceerd
Ongecompliceerd (cystitis)
  • pijn bij het plassen
Gecompliceerd
  • algemeen ziek zijn
  • pijn bij het plassen
  • pijn in de rug
  • koorts


Slide 13 - Tekstslide

Gecompliceerde urineweginfectie: infectie met een groter risico van een complicatie of op het falen van de behandeling
Urineweginfecties
  • vrouwen sneller last dan mannen
  • urinewegen korten dan bij man
  • plasbuis zit dichtbij vagina en anus
  • bacterie legt dus kortere afstand af

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweginfecties

Kijkersvraag:
  • noteer de niet medicamenteuze adviezen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling blaasontsteking
  • Antibiotica
  • Voldoende hoge doses (in bloed/urine)
  • Stoffen die via de nieren uitgescheiden worden
  • Verschil in behandeling 
  • gecompliceerd, ongecompliceerd en profylaxe

Slide 16 - Tekstslide

hoge concentraties in urine en dus blaas
Behandeling ongecompliceerde  urinewerginfecties

  • stoffen die via de nieren worden uitgescheiden
  • kuur van 5 dagen, risicogroepen 7 dagen
  • preparaten: nitrofurantoine, trimethoprim en fosfomycine, amoxiciline/clavulaanzuur (augmentin)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke middelen hebben volgens de NHG - standaard de voorkeur bij een ongecompliceerde urineweginfectie?
A
amoxicilline, trimethoprim
B
nitrofurantoïne, fosfomycine
C
amoxicilline-clavulaanzuur, ciprofloxacin
D
nitrofurantoïne, co-trimoxazol

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Behandeling van ongecompliceerde UWI;bij gezonde vrouwen
1ste keus
2de keus
3de keus
Nitrofurantoine 50 mg
fosfomycine 3g
trimethoprim 300mg
furabid 100mg
5 dagen, 2 dd 100 mg mga of 4 dd 50 mg
eenmalig, 3 g, bij voorkeur voor de nacht
3 dagen, 1 dd 300 mg voor de nacht
monuril

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke middelen hebben volgens de NHG - standaard de voorkeur bij een zwangere met een urineweginfectie?
A
amoxicilline-clavulaanzuur, nitrofurantoïne
B
amoxicilline, fosfomycine
C
fosfomycine, co-trimoxazol
D
nitrofurantoïne, fosfomycine

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling gecompliceerde UWI
hoge concentratie in bloed en weefsel

  • ciprofloxacine
  • amoxiciline/clavulaanzuur (augmentin)
  • cotrimoxazol

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Profylaxe UWI
Bij herinfectie meer dan 2 keer per jaar
Bij herinfectie meer dan 3 keer per jaar

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Profylaxe UWI
kortdurende (1 maand
langdurig (6 maanden)
3 maanden

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke geneesmiddelen hebben de voorkeur als profylaxe
A
nitrofurantoïne, trimethoprim,
B
cotrimoxazol en trimethoprim
C
augmentin, nitrofurantoïne
D
cranberry, nitrofurantoïne, trimethoprim

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen bij UWI
wat 
Presentatie maken
hoe
groepjes (2/3)
hulp
boek, websites: apotheek.nl/ui-online.nl/kompas
tijd
10 min
Uitkomst
Je weet wat de werking, bijwerkingen, gebruik en toepassing is van de verschillende geneesmiddelen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking 
  • trimethoprim +methotrexaat
  • VKA's + cotrimoxazol

Slide 27 - Tekstslide


trimethoprim is een foliumzuurantagonist
 en vermindert de uitscheiding van mtx

kan leiden tot beenmergsuppressie
Lesdoelen
  • Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van een urineweginfectie en een gecompliceerde urineweginfectie
  • Je weet welke geneesmiddelen als profylaxe worden gebruikt bij een UWI
  • Je kunt van de verschillende antibacteriële middelen het volgende benoemen: werking, bijwerkingen, toepassing, gebruik en gebruiksadviezen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik

  • Tuberculose en vaccinaties/kinderziektes
  • Huiswerk + leren
  • Afsluiting

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuberculose

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuberculose
  • Tuberkelbacil (Mycobacterium tuberculosis)
  • Chronisch verlopend
  • Longen, (maar ook huid)
  • Besmetten via hoest (open vorm)
  • Bijna niet meer in NL
  • Langdurig behandelen
  • Combinaties (resistentie)
  • Isoniazide (met pyridoxine) en rifampicine

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rifampicine

  • bactericide
  • werkingsspectrum breed
  • icm isoniazide ivm resistentie
  • nuchter; half u voor of 2 u na eten

Slide 33 - Tekstslide

remmen groei van tuberkelbacil
Isoniazide
  • isoniazide: tuberculostaticum (hoge dosis bactericide)
  • smal spectrum
  • alleen werkzaam bij delende cellen

Slide 34 - Tekstslide

remmen groei van tuberkelbacil
Is profylactisch gebruik van antibiotica wenselijk?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Profylactisch gebruik
  • Let op resistentie
  • Ernstig risico -> profylaxe
  • Preoperatieve profylaxe
  • Wondroosprofylaxe (erysipelas) (maandelijkse toediening penicilline)
  • Endocarditisprofylaxe (amox 3 g) of clindamycine 600mg

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desinfectantia
werkzaamheid hangt af van:
  • het te vernietigen micro-organisme
  • inwerkingstijd
  • aard en concentratie desinfectans

Slide 37 - Tekstslide

korte inwerkingstijd: niet alle micro-organismen gedood
Soorten desinfectantia
  • Alcohol 70%
  • Jodium
  • Chloorhexidine
  • Zilversulfadiazine
  • Chloorverbindingen, natriumhypochloriet

Slide 38 - Tekstslide

alcohol: bacterie en schimmeldodend; inwerktijd van 2 min
jodium: tegen virussen. niet toepassen op grote opp waar huid beschadigd is, omdat het kan worden opgenomen in het bloed (probleem bij mensen met schildklieraandoeningen)
Chloorhexidine: tegen bacterieen
Zilversulfadiazine: ontleed in zilver op wond, werkt bactericide. sulfadiazine ondersteunt werking. voorkomen en behandeling van infecties bij tweede/derdegraads wonden en andere wonden met groot infectierisico
Conserveermiddelen
  • Vermenigvuldiging micro-organismen in waterige vloeistoffen tegengaan
  • Steriel houden vloeistof (oogdruppels)
  • Bederf tegengaan (voeding)
  • Overgevoeligheid
  • Voorbeelden in geneesmiddelen; Benzalkoniumchloride, Natriumedetaat, Fenylmercuriboraat, Sorbinezuur, methylparahydroxybenzoaat


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra lesmateriaal
  • www.apotheekkiosk.nl
Voer in blaas1

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

penicilines
macroliden
chinolonen
tetracyclines
amoxicilline
augmentin
broxil
azitromycine
erythromycine
claritromycine
ciprofloxacine
levofloxacine
doxycycline
minocycline

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke subgroep valt ciprofloxacine?
A
chinolonen
B
tetracyclines
C
penicilines
D
macroliden

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ciprofloxacine is....
A
bacteriostatisch
B
bactericide

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

mevrouw de Bruin komt aan de balie voor een receptje met ciprofloxacine. Verder zie je in het dossier dat mevrouw ook nog antagel gebruikt. Er verschijnt dus een intercatie. Welk advies is juist?
A
overleg met de arts voor een alternatief
B
antagel tijdelijk staken tijdens de behandeling met ciprofloxacine
C
antagel 2 u voor of 4 u na ciprofloxacine innemen
D
ciprofloxacine 2 u voor of 4 u na antagel innemen

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies