H4 Een tegenstelling zoeken

Nederlands 1-2
Wat gaan we doen deze les?
  1. Opstarten + controle aanwezigheid
  2. Bloktoets cijfers
  3. Nieuw blok
  4. Uitleg H4 Woordenschat
  5. Klassikale opdracht
  6. Zelfstandig werken 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 1-2
Wat gaan we doen deze les?
  1. Opstarten + controle aanwezigheid
  2. Bloktoets cijfers
  3. Nieuw blok
  4. Uitleg H4 Woordenschat
  5. Klassikale opdracht
  6. Zelfstandig werken 

Slide 1 - Tekstslide

Bloktoets
De cijfers van de bloktoets staan online. In het tabel kan je zien welke cijfers je hebt gehaald voor Lezen H1,2,3 en voor Woordenschat + Grammatica H1,2,3

Deze twee cijfers samen/2 is je cijfer voor de bloktoets en telt 2x mee. 

Slide 2 - Tekstslide

Bloktoets herkansen?
Nu is er de mogelijkheid om de bloktoets te herkansen. 

Dit gebeurt aanstaande vrijdag om 13:30 uur. Geef aan mij door of je de bloktoets wil herkansen en welk onderdeel. 

Let op! denk goed na over jouw keuze om de bloktoets te herkansen --> het cijfer van de herkansing telt. 
(Haal je dus een lager cijfer dan het eerste cijfer, dan telt het cijfer van de herkansing)

Slide 3 - Tekstslide

Nieuw blok
Periode 3: 
  1. Woordenschat 
  2. Taalverzorging
  3. Lezen

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat
Aankomende twee weken Woordenschat H4,5,6

SO Woordenschat H4,5,6 --> In de week na de voorjaarsvakantie
H4: een tegenstelling zoeken
H5: een bekend woorddeel zoeken
H6: zoeken in het woordenboek

Slide 5 - Tekstslide

Doel deze les
Aan het einde van deze les weet je

  1. wat tegenstellingen zijn

En kun je

  1. Tegenstellingen uit een tekst halen
  2. Aan de hand van tegenstellingen de betekenis van een onbekend woord achterhalen

Slide 6 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken



Een tegenstelling is het omgekeerde van iets. 

Zo is lekker een tegenstelling van vies. 

Andere tegenstellingen zijn: 
licht – donker, vroeg – laat, hoog – laag.

Slide 7 - Tekstslide

WOORDENSCHAT

een tegenstelling zoeken



In teksten kun je een tegenstelling herkennen door 
op signaalwoorden te letten, zoals
maar, toch, hoewel, echter.

Bijvoorbeeld:
- Zijn antwoord is niet dom, maar juist slim.
- Hoewel de man moedig leek, was hij laf.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht: los de puzzel op.

Slide 9 - Tekstslide

1. wat is de tegenstelling van verlies?

Slide 10 - Open vraag

2. wat is de tegenstelling van stilte?

Slide 11 - Open vraag

3. wat is de tegenstelling van ouderwets?

Slide 12 - Open vraag

4. wat is de tegenstelling van rijkdom?

Slide 13 - Open vraag

5. wat is de tegenstelling van orde?

Slide 14 - Open vraag

6. wat is de tegenstelling van tekort?

Slide 15 - Open vraag

7. wat is de tegenstelling van schoon?

Slide 16 - Open vraag

8. wat is de tegenstelling van omhoog?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat ga je doen?
  1. Ga naar Magister --> Leermiddelen --> Nieuw Nederlands
  2. Maak de opdrachten startopdracht + 1 t/m 4 van H4 Woordenschat 

Deze opdrachten zijn af voor de les van morgen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide