Blok 8 les 5 Communicatie en reflectie

Blok 8 PDO les 5 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 8 PDO les 5 

Slide 1 - Tekstslide

Nodig bij de komende 3 lessen:

* Leer- en werkboek: Basisboek Didactiek, Communicatie en                                                        Organisatie. Hoofdstuk 7

* Telefoon om deel te nemen aan de quizvragen tijdens de les

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen


Slide 2 - Tekstslide

7.1 Communiceren kun je leren 
7.2 Ken jezelf: reflecteren 

7.3 Omgaan met reacties van anderen 
7.4 In gesprek gaan 

7.5 Verslag uitbrengen 
7.6 Jezelf laten zien 
Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?

Slide 3 - Tekstslide

- Terugblik op de vorige les  (paragraaf 7.1 & 7.2)
- Doelen van deze les
- 7.3 + 7.4
- Huiswerk 
Wat gaan we vandaag behandelen?

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op de vorige paragrafen. 
                Wat weet je nog? 
                      Drie vragen.

Slide 5 - Tekstslide

In welke stap/fase van het reflectiemodel van Korthagen kom je de STARRT methode weer tegen?
A
Stap 1
B
Stap 2 en 3
C
Stap 4
D
Stap 5

Slide 6 - Quizvraag

Jij hebt een les gegeven over de Egyptenaren.
Na de les denk je na over je eigen handelen om daar de volgende keer beter van te worden. Wat doe je dan?
A
Analyseren
B
Reflecteren
C
Consumeren
D
Debatteren

Slide 7 - Quizvraag

Als iemand met zijn armen over elkaar gevouwen zit en achterover leunend, welke vorm van lichaamshouding past hier dan bij?
A
Open houding
B
Gesloten houding

Slide 8 - Quizvraag

                         Doelen van deze les:

Aan het eind van de les:
- kun je uitleggen wat er wordt bedoelt met positieve, negatieve en opbouwende feedback
-wat de invloed is van een ik/jij boodschap


Slide 9 - Tekstslide

7.3 Omgaan met reacties van anderen
7.3 Omgaan met reacties van anderen

Slide 10 - Tekstslide

7.3 Omgaan met reacties van anderen
                      Stage   leerlingen   ouders    praktijkopleider

vrienden                                                         je vriend/vriendin

trainer     sportvrienden     SLB'er     klasgenoten        baas

collega's             reacties op FB / Insta / Snapchat    

onbekenden tijdens stappen/in het verkeer/ enz.
Feedback   

Slide 11 - Tekstslide

                                                               Feedback geven:

Jij krijgt als onderwijsassistent feedback op de opdrachten die je op stage doet.
-er wordt vertelt wat je goed doet,
-wat je nog kunt verbeteren,
-zet de feedback om in nieuw gedrag bij de volgende activiteit.

Vraag: op welke wijze geven de leerlingen in jouw stageklas, of vroeger in jouw eigen klas, feedback op elkaar?

7.3 Omgaan met reacties van anderen

Slide 12 - Tekstslide

Tips om goede feedback te geven:
- controleer of diegene die je feedback geeft er open voor staat.
- zorg voor een sfeer van veiligheid, respect en vertrouwen.
- benoem wat je bedoelt en waarom je dat vindt.
- gebruik 'ik' boodschappen. Met een 'ik' boodschap houd je het             gevoel bij jezelf. Een 'jij' boodschap is aanvallender.
- vraag om een reactie van de ander. Is diegene het er mee eens of       niet? Luister ook waarom wel of niet.
7.3 Omgaan met reacties van anderen

Slide 13 - Tekstslide

                                                                            Feedback ontvangen:
Tips om feedback te ontvangen
- besef dat feedback meestal wordt gegeven om je te helpen, je             beter te maken.
- luister naar de feedback die je krijgt
- neem een open houding aan, zo kom je geïnteresseerd over.
- begrijp je de feedback niet, vraag dan door.
- bedenk of je deze feedback vaker hebt gekregen, is het terecht,           van wie krijg je hem. Bedenk dan wat je er mee gaat doen.
- bedank de ander voor de feedback.

7.3 Omgaan met reacties van anderen

Slide 14 - Tekstslide

verschil in geven en ontvangen van feedback
Noteer voor jezelf de verschillen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de 4 G’s feedbackmethode?
Dat je bij deze feedbackmethode uitgaat van de 4 G’s is voor de meeste mensen vast geen verrassing. Het gaat om:

  • Gedrag (je observatie van het gedrag van de ander)

  • Gevoel (het gevoel dat dit gedrag bij jou oproept)

  • Gevolg (het effect dat dit gedrag heeft op de omgeving)

  • Gewenst gedrag (het gedrag dat je liever zou zien bij de ander)

Slide 16 - Tekstslide

Kijken naar de 4 G's.  (gedrag, gevoel, gevolg, gewenst)

Slide 17 - Tekstslide

  • Maak drietallen
  • Verdeel de volgende rollen: feedback gever, ontvanger, observator.
  • Gebruik de 4 G's of juist helemaal niet.
  • Kies een onderwerp uit je eigen praktijk. Denk aan: 
  1. Je moet altijd erg lang op school blijven om te helpen voorbereiden.
  2. Je po onderbreekt je les.
  3. Je po gebruikt ongepaste taal tegen de kinderen.
  4. Je bent het niet eens met de beoordeling.
  5. Je hoort hoe je houding voor de klas overkomt op de kinderen.
  6. enz.. 
  • Speel het rollenspel 3 x en wissel telkens van rol.
  • Bespreek hoe het overkwam / voelde / en welk effect dat had.
Zelf oefenen

Slide 18 - Tekstslide



Huiswerk (facultatief) voor komende week/periode:
-maak de opdrachten van 7.3 en 7.4 in je werkboek. 


-lees 7.5 en 7.6 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.

                                                                      ~Succes~

Slide 19 - Tekstslide