Vitaal les 2

Drugs en verslavingen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Drugs en verslavingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Wat betekent leefstijl?

Slide 3 - Woordweb

Welke voedingsstoffen heb je extra nodig wanneer je aan krachtsport doet?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Vitamines

Slide 4 - Quizvraag

Is stress altijd slecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat BED ook alweer voor?

Slide 6 - Woordweb

Vandaag:

- Verslavingen

- Drugs

- Opdracht


Slide 7 - Tekstslide

Verslavingen

Slide 8 - Woordweb

Wat is een verslaving?

Een verslaving is het niet meer zonder een bepaald middel kunnen of niet kunnen stoppen met bepaald gedrag

Slide 9 - Tekstslide

Soorten verslaving
Geestelijke verslaving
Lichamelijke verslaving

Slide 10 - Tekstslide

Verslavingen

Aan bijna alle genotsmiddelen kun je verslaafd raken.


Lichamelijke verslaving:
Je lichaam protesteert wanneer je stopt met het gebruik. Je krijgt ontwenningsverschijnselen.
Ook kan je te maken krijgen met intolerantie. Je hebt dan steeds meer nodig om hetzelfde effect te krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg

Geestelijke verslaving:
Je hebt hierbij het idee niet goed te functioneren als je het niet gebruikt.

Het risico van verslaving verschilt per genotsmiddel.
Nicotine in tabak is een voorbeeld van een heel verslavende drug.
Cafeïne in koffie is minder verslavend.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe kun je verslaafd raken?
Factoren:
  • Erfelijke aanleg (soms veel, soms weinig)
  • Het voorbeeld wat je hebt gehad (familie, vrienden, omgeving)
  • Psychische problemen (niet kunnen handelen van je emoties)
  • Psychosociale problemen (moeizame relatie met ouders, schulden, gezondheidsproblemen of problemen op werk of school)

Slide 13 - Tekstslide

Geestelijke verslaving:


Je telefoon

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Betrap jij je er soms op dat je eindeloos Insta af aan het scrollen bent?
Ja
Nee

Slide 16 - Poll

Reageer je altijd binnen 5 minuten op appjes/snaps/dm's van vrienden
Ja
Nee

Slide 17 - Poll

Gebruik jij je telefoon vaak langer dan je oorspronkelijk van plan was?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Vind je het door je smartphone-gebruik moeilijk om je te concentreren op school of werk?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

Zeggen de mensen in je omgeving wel eens dat je te veel op je telefoon zit?
Ja
Nee

Slide 20 - Poll

Andere geestelijke verslavingen

Bepaalde handelingen kunnen ook verslavend zijn.
Zoals: Gokken, spelen van games of shoppen.


Houd zelf goed je eigen gedrag in de gaten om verslaving te herkennen en te voorkomen. Als je eenmaal verslaafd bent, kun je daar niet zomaar vanaf komen. Probeer voor de tijd hulp te zoeken.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Lichamelijke verslaving:

Sigaretten/nicotine
Alcohol
Drugs

Slide 23 - Tekstslide

Soorten drugs:
  • Stimulerend: Het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn.
  • Verdovend: Je komt in een slaperige roes. Ze hebben een kalmerende en ontspannende werking.
  • Bewustzijns veranderend: Je gaat de wereld (heel) anders zien.

Slide 24 - Tekstslide

Genotsmiddelen

Zijn dingen die je eet, drinkt, rookt of op een andere manier gebruikt omdat ze je een fijn gevoel geven.

In genotsmiddelen zitten stoffen die je hersenen beinvloeden.

Als je genotsmiddelen vaak neemt kan het de gezondheid ernstig beschadigen.

Slide 25 - Tekstslide

Opium wet

Hierin staan alle genotsmiddelen die als drugs worden beschouwd.

Het gebruik van drugs uit deze wet is strafbaar.
De productie en handel hierin is ook strafbaar.

Er is een verschil tussen harddrug en softdrugs.


Slide 26 - Tekstslide

Softdrugs

Het bezit van softdrugs is verboden maar niet altijd strafbaar.

Het gedoogbeleid houdt in dat mensen een kleine hoeveelheid drugs kunnen bezitten, maar niet worden vervolgd.

Coffeeshops mogen onder bepaalde voorwaarden softdrugs verkopen.

Hasj, wiet en paddo's zijn voorbeelden van softdrugs.

Slide 27 - Tekstslide

Harddrugs
Harddrugs zijn gevaarlijk om veel redenen. Je kunt bijvoorbeeld makkelijk een overdosis nemen.
LSD, Opium, Heroine, GHB, MDMA, Cocaine, Speed, XTC, Christal meth, Amfethamine, Miaumiau, Poppers, Ketamine, Lachgas, Efidrine, DXM, Scopolamine, Khat, Opiaten.

Slide 28 - Tekstslide

Niet in de opium wet

Er zijn ook genotsmiddelen die niet onder de opium wet vallen. Dit zijn: Alcohol en sigaretten.

Deze stoffen zijn wel schadelijk voor de gezondheid.

De Nederlandse overheid probeert dit gebruik te ontmoedigen door verschillende wet- en regelgeving.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Opdracht A. Test jezelf.
Onderzoek of een bepaalde gewoonte van jou nog leuk is of dat je misschien in de gevarenzone bent voor een verslaving. 
Kies 1 of 2 testen en maak deze.
1. Welke test(en) heb je gemaakt?
2. Wat was jouw uitkomst?
3. Klopt de uitkomst met wat jijzelf van tevoren al dacht?

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht B. Stellingen
Reageer op onderstaande stellingen. 
Wat vind jij?
"Verslaafd raken dat gebeurt mij niet".
Eens of oneens? Waarom denk  je dat?
"Een beetje experimenteren moet kunnen".
Wat vind jij? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 32 - Tekstslide