Leer programmeren met Scratch

Leer programmeren met Scratch
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leer programmeren met Scratch

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je een eenvoudig programma maken met Scratch.

Slide 2 - Tekstslide

Leg de leerdoelen uit en vertel waarom ze belangrijk zijn.
Wat weet je al over programmeren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is programmeren?
Programmeren is het schrijven van instructies voor een computer om bepaalde taken uit te voeren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat programmeren is en hoe het werkt.
Scratch Interface
Scratch is een programma waarin je kunt programmeren door blokken code te slepen en neer te zetten.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de leerlingen de Scratch-interface zien en leg uit hoe ze de blokken kunnen gebruiken.
Basisblokken
De basisblokken van Scratch zijn beweging, geluid, uiterlijk, gebeurtenissen, besturing en variabelen.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de leerlingen kennismaken met de basisblokken en leg uit wat ze doen.
Eenvoudig programma maken
Maak een eenvoudig programma waarbij een sprite beweegt en een geluid afspeelt wanneer erop wordt geklikt.

Slide 7 - Tekstslide

Stap voor stap uitleggen hoe de leerlingen het programma kunnen maken.
If-statements
If-statements zijn blokken code die bepalen of een bepaalde actie moet worden uitgevoerd op basis van een voorwaarde.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit hoe if-statements werken en laat de leerlingen een programma maken met een if-statement.
Herhalingen
Herhalingen zijn blokken code die ervoor zorgen dat een bepaalde actie meerdere keren wordt uitgevoerd.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe herhalingen werken en laat de leerlingen een programma maken met een herhaling.
Opdracht
Maak een eigen programma met Scratch waarbij je een sprite laat bewegen en een geluid laat afspelen.

Slide 10 - Tekstslide

Geef de leerlingen de opdracht om zelf een programma te maken en loop rond om te helpen en vragen te beantwoorden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.