Estar + gerundio

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We vergeten vaak dat we aan het leren zijn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Conjugamos juntos

Slide 4 - Tekstslide

(1) Juan y yo ________ comiendo mucho.
A
están
B
estoy
C
está
D
estámos

Slide 5 - Quizvraag

(2) Alina _____ haciendo deporte.
A
estás
B
estés
C
está
D
esté

Slide 6 - Quizvraag

(3) Mis hermanos ______ leyendo los poemas de Pablo Neruda.
A
estéis
B
estamos
C
estáis
D
están

Slide 7 - Quizvraag

(4) ______ (yo) escribiendo una carta para mis abuelos.
A
Estay
B
Está
C
Estamos
D
Estoy

Slide 8 - Quizvraag

(5) Los vecinos _____ hablando con mi hermanita.
A
Estamos
B
Estan
C
Están
D
Estáis

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Verbos regulares
Terminación
Ejemplo
infinitivo
gerundio
infinitivo
gerundio
-ar
-ando
hablar
hablando
-er
-iendo
comer
comiendo
-ir
-iendo
vivir
viviendo

Slide 11 - Tekstslide

- AR
- ER
- IR
subiendo
escribiendo
traduciendo
mirando
trabajando
abriendo
Respondiendo
volviendo
mostrando
Ofreciendo

Slide 12 - Sleepvraag

¿Qué oyes?

Slide 13 - Open vraag

¿Qué oyes?

Slide 14 - Open vraag

¿Qué oyes?

Slide 15 - Open vraag

¿Qué oyes?

Slide 16 - Open vraag

¿Qué oyes?

Slide 17 - Open vraag

Het Rad van Werkwoorden



Draai 2 keer aan het rad.
Bij elke beurt zeg je luidop
de juiste vorm
ESTAR + GERUNDIO.
Varieer telkens de persoon.

Slide 18 - Tekstslide

Algunos verbos irregulares
De regelmatige vorming van de gerundio heb je ondertussen onder de knie. Laat ons nu eens de onregelmatige werkwoorden onder de loep nemen. In de volgende stap zie je drie categoriën van werkwoorden, in drie verschillende kleuren
(1) Klinkerverzwakking: E > I
(2) Klinkerverzwakking: O > U
(3) Stam op klinker: + Y

Slide 19 - Tekstslide

Verbos irregulares
Decir
Diciendo
Dormir
Durmiendo
Pedir
Pidiendo
Morir
Muriendo
Repetir
Repitiendo
Poder
Pudiendo
Sentir
Sintiendo
Leer
Leyendo
Seguir
Siguiendo
Caer
Cayendo
Venir
Viniendo
Traer
Trayendo
Reír
Riendo
Ir
Yendo

Slide 20 - Tekstslide

(1) ¡Qué calor! Estoy ____ (morir) de sed.

Slide 21 - Open vraag

(3)No entiendo lo que están _____ (decir).

Slide 22 - Open vraag

(4) Están ____ (ir) en la dirección equivocada.

Slide 23 - Open vraag

(5) Mi hija está ___ (dormir) en el coche.

Slide 24 - Open vraag

(1) ¿Qué está haciendo tu madre? (limpiar)

Slide 25 - Open vraag

(2) ¿Qué está haciendo tu hermana?
(lavar)

Slide 26 - Open vraag

(3) ¿Qué está haciendo tu amiga?
(leer)

Slide 27 - Open vraag

(4) Nu is het jouw beurt! Kijk rond, en schrijf hieronder een eenvoudige zin waarin je de constructie 'estar + gerundio' gebruikt. Wat is je vriendin, docent, ... bijvoorbeeld aan het doen?

Slide 28 - Open vraag

Indien gewenst, mag je hieronder
commentaar noteren
(leuk? saai? Te moeilijk of te gemakkelijk?...)

Slide 29 - Open vraag

¿Terminamos con una canción?
¡muy bien!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video