5.4 Wat heb je verdiend? (deel 1)

Planning economie
Herhalen vorige les
Opdrachten samen maken
Start 5.4
Opdrachten samen maken

Iedereen is stil.
Vraag? Vinger opsteken
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning economie
Herhalen vorige les
Opdrachten samen maken
Start 5.4
Opdrachten samen maken

Iedereen is stil.
Vraag? Vinger opsteken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
btw= belasting toegevoegde waarde
btw-tarief= percentage btw
consumentenprijs=prijs die een consument betaalt incl. btw

Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten samen maken
blz. 25 opdracht 53 t/m 55

Slide 3 - Tekstslide

5.4 Wat heb je verdiend? 
Blz. 28


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les ken/kan ik ...
  1. ... de omzet berekenen
  2. ... de inkoopwaarde berekenen

Slide 5 - Tekstslide

Omzet berekenen (1)
Het Hoekje verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft Het Hoekje 10 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 3 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Omzet = afzet x verkoopprijs
  2. Afzet = 10 stuks
  3. Verkoopprijs = € 3
  4. Omzet = 10 x € 3 = € 30

Slide 6 - Tekstslide

Omzet berekenen (2)
Het Hoekje verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft Het Hoekje 10 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 5 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Omzet = afzet x verkoopprijs
  2. Afzet = 10 stuks
  3. Verkoopprijs = € 5
  4. Omzet = 10 x € 5 = € 50

Slide 7 - Tekstslide

Inkoopwaarde berekenen (1)
In een maand heeft Het Hoekje 400 kerstengeltjes ingekocht bij de moeder van een leerling. De kerstengeltjes kosten € 2,50 per stuk bij de moeder van een leerling. Bereken de inkoopwaarde voor Het Hoekje. 

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs
  2. Afzet = 400
  3. Inkoopprijs = € 2,50
  4. Inkoopwaarde = 400 x € 2,50 = € 1.000


Slide 8 - Tekstslide

Inkoopwaarde berekenen (2)
In een maand heeft Het Hoekje 400 kerstengeltjes ingekocht bij de moeder van een leerling. De kerstengeltjes kosten € 6,50 per stuk bij de moeder van een leerling. Bereken de inkoopwaarde voor Het Hoekje. 

STAPPENPLAN UITWERKING:
  1. Inkoopwaarde = afzet x inkoopprijs
  2. Afzet = 400
  3. Inkoopprijs = € 6,50
  4. Inkoopwaarde = 400 x € 6,50 = € 2.600


Slide 9 - Tekstslide

Controlevraag
  • Wat is het verschil tussen de formule van de omzet en die van de inkoopwaarde?

Slide 10 - Tekstslide

Teksten en opdrachten
blz. 28 opdracht 58 t/m 65

Slide 11 - Tekstslide

Planning economie
Kort herhalen 
Opdrachten samen maken

Iedereen is stil.
Vraag? Vinger opsteken

Slide 12 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met de inkoopwaarde?

De inkoopwaarde is het totale bedrag dat een winkel betaalt voor het inkopen van producten

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met brutowinst?
Brutowinst is het verschil tussen omzet en de inkoopwaarde

Slide 14 - Tekstslide

Samen maken
boek blz. 31 vraag 66 t/m 72
blz. 34 Samenvatting

Slide 15 - Tekstslide

Brutoresultaat berekenen
Het Sophianum verkoopt kerststerren. De kerststerren worden ingekocht voor € 1,20 per stuk. Het Sophianum verkoopt in de maand december 600 kerststerren voor € 1,80 per stuk. Bereken het brutoresultaat.

STAPPENPLAN UITWERKING: 
  1. Brutoresultaat = omzet - inkoopwaarde
  2. Omzet = 600 x € 1,80 = € 1.080
  3. Inkoopwaarde = 600 x € 1,20 = € 720
  4. Brutoresultaat = € 1.080 - € 720 = € 360


Slide 16 - Tekstslide

Nettoresultaat berekenen
Het Sophianum verkoopt kerstbrood. Het Sophianum koopt dit kerstbrood in voor € 2,10. Sophianum verkoopt in december 800 kerstbroden voor € 2,40 per stuk. De bedrijfskosten in de maand december zijn € 140. Bereken het nettoresultaat voor het Sophianum in december.



STAPPENPLAN UITWERKING: 
1. Nettoresultaat = Brutoresultaat - bedrijfskosten
2. Brutoresultaat = Omzet – Inkoopwaarde
3. Omzet = 800 x € 2,40 = € 1.920
4. Inkoopwaarde = 800 x € 2,10 = € 1.680
5. Brutoresultaat = € 1.920 - € 1.680 = € 240
6. Nettoresultaat = € 240 - € 140 = € 100

Slide 17 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd? 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... omzet berekenen
  2. ... inkoopwaarde berekenen

Slide 19 - Tekstslide