Terugblik
SSD is
A
Intern geheugen
B
Extern geheugen
1 / 10
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
SSD is
A
Intern geheugen
B
Extern geheugen
Slide 1 - Quizvraag
SSD is
A
Schijf met draaiende delen
B
Schijf zonder draaiende delen
Slide 2 - Quizvraag
CPU gebruikt de PC (Program Counter) voor
A
Het bijhouden van de registers
B
Het bijhouden van het programma
C
Het adres van de volgende instructie
D
Het adres waar de data staat
Slide 3 - Quizvraag
In het instructieregister staat:
A
de instructie die moet worden uitgevoerd
B
data waar de processor direct bij kan
C
de instructie die is uitgevoerd
D
het resultaat van de instructie
Slide 4 - Quizvraag
ZF (Zeroflag) in processor is voor
A
registreren fout
B
jump van het programma
C
geeft aan of de CMP succesvol is
D
of het programma mag starten
Slide 5 - Quizvraag
snel
Welke is het snelst?
traag
timer
0:40
RAM geheugen
L1 Cache
L2 Cache
Registers
SSD
HDD
Slide 6 - Sleepvraag
Virtueel geheugen is geheugen dat
A
niet meer paste in de RAM
B
in de RAM staat
C
dat op de harde schijf staat
D
dat in de cache staat
Slide 7 - Quizvraag
Waarom gebruiken we cache?
A
Goedkoper
B
Hergebruik van data
C
Versnellen van processor
D
Overloop van geheugen
Slide 8 - Quizvraag
Welke bus zit NIET in de busstructuur van de computer?
A
databus
B
controlebus
C
autobus
D
adresbus
Slide 9 - Quizvraag
CPU wil data ophalen uit geheugen
1. CPU wil gaan lezen
2. CPU haalt 1001 uit het geheugen
3. Waarde van adres 1001 komt in het register
timer
0:20
databus
Tekst
adresbus
