Les 6: Kader Som- verschilformule, Basis Woordformule maken deel 1



- Formules maken uit verhaal en tabel
- Stijg- daalgetal berekenen bij een grafiek


- Som- of verschilformule maken
- Som- of verschilgrafiek tekenen

Eind van de les kan je:
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les



- Formules maken uit verhaal en tabel
- Stijg- daalgetal berekenen bij een grafiek


- Som- of verschilformule maken
- Som- of verschilgrafiek tekenen

Eind van de les kan je:

Slide 1 - Tekstslide



- Uitleg Formule maken
- Maken 3.1 en 3.3
- Uitleg Stijg en daal getal
- Maken 3.4 en 3.5
- Afsluiten


- Maken 6.3 zelf
- Samen kijken naar 6.3
- Uitleg som- verschil formule
- Maken 6.1 en 6.2
- Afsluiten

Wat gaan we doen vandaag?

Slide 2 - Tekstslide

Piet heeft een loodgietersbedrijf
voor klanten rekent hij voor rij kosten van 50 euro en per uur rekent hij 35 euro.
Wat is het verband?
A
Hoe meer tijd hoe meer geld
B
Hoe meer geld hoe meer plezier?
C
Piet is loodgieter
D
50 en 35

Slide 3 - Quizvraag

Piet heeft een loodgietersbedrijf
voor klanten rekent hij voor rij kosten van 50 euro en per uur rekent hij 35 euro.
Wat is het begingetal?
A
Tijd
B
Kosten
C
50
D
35

Slide 4 - Quizvraag

Piet heeft een loodgietersbedrijf
voor klanten rekent hij voor rij kosten van 50 euro en per uur rekent hij 35 euro.
Wat is het stijggetal/daalgetal/stapgrote?
A
Tijd
B
Kosten
C
50
D
35

Slide 5 - Quizvraag

Piet heeft een loodgietersbedrijf
voor klanten rekent hij voor rij kosten van 50 euro en per uur rekent hij 35 euro.
Maak de formule!

Slide 6 - Open vraag


Kader: (Geel)
- Maken 6.3 zelf
- Samen kijken naar 6.3
- Uitleg som- verschil formule
- Maken 6.1 en 6.2
- Afsluiten

Basis: (Blauw)
- Uitleg Formule maken
- Maken 3.1 en 3.3
- Uitleg Stijg en daal getal
- Maken 3.4 en 3.5
- Afsluiten


Wat gaan we doen vandaag?

Slide 7 - Tekstslide

Som- verschilgrafiek.
Wat is het en hoe teken je het?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is Som- of verschil formule
Somformule:

- Wat betekent som?
- Wat betekent formule?
Verschilformule:

- Wat betekent verschil?
- Wat betekent formule?

Slide 9 - Tekstslide

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 4 - 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule
A
aantal = 4 + 4t
B
aantal = 8 + 8t
C
aantal = 8 + 4t
D
aantal = 8 -4t

Slide 10 - Quizvraag

Maak van de 2 formules een verschilformule.
y = 10 - 7x
y = 5 + 3x
Wat is de verschilformule
A
y = 15 + 10x
B
y = 5 + 10x
C
y = 5 - 10x
D
y = -5 - 10x

Slide 11 - Quizvraag


Kader: (Geel)
- Maken 6.3 zelf
- Samen kijken naar 6.3
- Uitleg som- verschil formule
- Maken 6.1 en 6.2
- Afsluiten

Basis: (Blauw)
- Uitleg Formule maken
- Maken 3.1 en 3.3
- Uitleg Stijg- en daalgetal
- Maken 3.4 en 3.5
- Afsluiten


Wat gaan we doen vandaag?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het stijggetal?
A
1
B
400
C
2800
D
600

Slide 13 - Quizvraag

wat is het stijggetal
A
50
B
5
C
25
D
10

Slide 14 - Quizvraag


Kader: (Geel)
- Maken 6.3 zelf
- Samen kijken naar 6.3
- Uitleg som- verschil formule
- Maken 6.1 en 6.2
- Afsluiten

Basis: (Blauw)
- Uitleg Formule maken
- Maken 3.1 en 3.3
- Uitleg Stijg- en daalgetal
- Maken 3.4 en 3.5
- Afsluiten


Wat gaan we doen vandaag?

Slide 15 - Tekstslide



- Formules maken uit verhaal en tabel
- Stijg- daalgetal berekenen bij een grafiek


- Som- of verschilformule maken
- Som- of verschilgrafiek tekenen

Eind van de les kan je:

Slide 16 - Tekstslide

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule?
A
inhoud = 10 + 6p
B
inhoud = 20 + 2p
C
inhoud = 10 + 2p
D
inhoud = 15 + 2p

Slide 17 - Quizvraag

Klaas heeft geld geleend. Hij leent 500 euro. Elke maand betaald Klaas 30 euro terug.
Maak de Woordformule bij dit veherhaal!

Slide 18 - Open vraag