markt en overheid

H2. Marktvormen en hun evenwicht
  • Je kun het marktevenwicht van drie marktvormen berekenen: volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie.
  • Je kunt het marktevenwicht bij monopolistische concurrentie grafisch afleiden.
  • Je kunt bij verschillende marktvormen het surplus als maatstaf voor de economische doelmatigheid van een marktevenwicht berekenen. 


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H2. Marktvormen en hun evenwicht
  • Je kun het marktevenwicht van drie marktvormen berekenen: volkomen concurrentie, monopolie, oligopolie.
  • Je kunt het marktevenwicht bij monopolistische concurrentie grafisch afleiden.
  • Je kunt bij verschillende marktvormen het surplus als maatstaf voor de economische doelmatigheid van een marktevenwicht berekenen. 


Slide 1 - Tekstslide

Marktevenwicht volkomen concurrentie
Qv=Qa
Korte termijn:
  • Maximale winst bepaalt het aanbod,
MO=MK

Lange termijn:
  • De winst die individuele producenten maken, lokt toetreding uit → de collectieve aanbodlijn kantelt en verschuift naar rechts, omdat er meer aanbod is → evenwichtsprijs daalt → winst daalt 
Winst = minimum GTK = 0 

Slide 2 - Tekstslide

korte termijn

Slide 3 - Tekstslide

lange termijn

Slide 4 - Tekstslide

Marktevenwicht monopolie
Monopolist bepaalt de prijs
marktevenwicht bij maximale winst
  • P= MO=MK 
prijsdiscriminatie= Verschillende consumenten een verschillende prijs vragen voor hetzelfde product

opgelet!
Een monopolist kan niet een hele hoge prijs vragen, er spelen ook nog andere factoren een rol. (consumenten, concurrentie uit buitenland)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

marktevenwicht oligopolie
Iedere producent heeft een concurrent. Aanbieder kijkt niet naar de collectieve vraag, maar naar de residuele vraag. 

MO=MK
Mo wordt bepaald door de residuele vraag

Reactielijn= de lijn die het aantal producten aangeeft wat het ene bedrijf moet produceren om maximale winst te behalen bij een gegeven afzet van zijn concurrent.

Marktevenwicht is het snijpunt van beide reactielijnen 




Slide 7 - Tekstslide

marktevenwicht monopolistsiche concurrentie
Er bestaat geen vraaglijn, dus de residuele vraaglijn wordt hiervoor gebruikt
MO=MK
 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht marktevenwicht volkomen concurrentie
formules:
Marktmacht= prijs-MK/prijsx100%
GTK= totale kosten/productie omvang (TK/q)
P= GTK
MK= extra totale kosten/ extra produceerde eenheid
GO= totale opbrengst/productieomvang
GO= TO/q= p x q/q= p
Winst= TO-TK
Maximale winst= MO=MK
Minimale kostprijs bij snijpunt, MK=GTK
TO= P x q
TK’=MK
TO’=MO
Marktevenwicht= Qa=Qv 












Slide 10 - Tekstslide

Uitwerkingen
A. MO = MK ⇔ 56 = 4q ⇔ q = 14
TO = € 56 × 14 = € 784
TK = 2 × 142 + 98 = € 490
W = TO – TK = € 294

B. (€ 196 – € 56) × 3.500 × 0,5 = € 245.000

C. (€ 56 – € 0) × 3.500 × 0,5 = € 98.000 

F. MK = GTK ⇔ 4q = 2q + 98/ q ⇔ 2q = 98/ q ⇔ 2q2 = 98 ⇔ q2 = 49 ⇔ q = 7.
Bij q = 7 zijn de MK gelijk aan 4 × 7 = 28.
Ook geldt MO = MK, dus p = 28.
Invullen in de vraaglijn geeft 28 = –0,04Qv + 196 ⇔ Q = 4.200. Aantal aanbieders = 4.200/ 7 = 600.
Er waren al 250 aanbieders dus er treden 600 - 250 = 350 aanbieders tot de markt toe. 



Slide 11 - Tekstslide

D, E

Slide 12 - Tekstslide