les 2 periode 4

werken in de zorg
De ouderen zorg
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

werken in de zorg
De ouderen zorg

Slide 1 - Tekstslide

waar ging de vorige les over?
(oriëntatie les 1)

Slide 2 - Open vraag

welke beroepen zijn er in de zorg?

Slide 3 - Open vraag

welke taken heeft een kapper?

Slide 4 - Woordweb

zorg oriëntatie les 2
ouderen zorg
wat is dat?

Slide 5 - Tekstslide

ik weet al wat ouderen zorg is
A
jaa
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

ouderen zorg

Slide 7 - Woordweb

ouderen zorg
Ouderenzorg is hulp en zorg voor oudere mensen die niet alles meer zelf kunnen doen door lichamelijke of geestelijke problemen. Het helpt hen zo lang mogelijk zelfstandig en met een goede kwaliteit van leven thuis of in een zorginstelling te blijven

Slide 8 - Tekstslide

ouderen zorg
(bejaardenzorg)
- verpleegkundige
- verzorgende IG
- thuiszorg
- dag besteding

Slide 9 - Tekstslide

ouderenzorg is hulp en zorg voor oudere mensen die niet alles meer zelf kunnen?
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

verpleegkundige
Een verpleegkundige helpt mensen met verzorgen, geeft medicijnen, doet medische handelingen en houdt in de gaten hoe het met iemand gaat

Slide 11 - Tekstslide

verpleegkundige
- Verzorgen - Medicatie geven
- Verpleegtechnische handelingen uitvoeren
- Gezondheid bewaken - Zorgplannen opstellen
- Coördineren - Begeleiden - Samenwerken - Ondersteunen 
- Voorlichten








Slide 12 - Tekstslide

wat is medicatie?
A
medicijnen
B
mediteren
C
geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

verzorgende IG
Een verzorgende IG helpt mensen met wassen, aankleden, eten geven, medicijnen geven en zorgt dat ze zich prettig en veilig voelen

Slide 14 - Tekstslide

verzorgende IG
- Helpen met opstaan, wassen en aankleden - Medicatie geven of toedienen
- Verpleegtechnische handelingen uitvoeren (zoals injecties, wondzorg, katheter verzorgen)
- Maaltijden klaarmaken en begeleiden - Persoonlijke hygiëne ondersteunen
- Begeleiden bij dagbesteding en activiteiten - Contact onderhouden met familie en andere zorgverleners
- Rapporteren over de gezondheid en het welzijn van cliënten - Een luisterend oor bieden
- Bijdragen aan een veilige en prettige woonomgeving








Slide 15 - Tekstslide

ik heb de eigenschap om een luisterend oor te zijn voor een ander
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 16 - Quizvraag

verschil
Een verpleegkundige doet meer medische taken en heeft meer verantwoordelijkheid dan een verzorgende IG, die vooral helpt met persoonlijke verzorging

Slide 17 - Tekstslide

thuiszorg
Iemand die in de thuiszorg werkt helpt mensen thuis met wassen, aankleden, eten geven, medicijnen geven en zorgt dat ze zich veilig en prettig voelen. Ze ondersteunen bij dagelijkse verzorging en houden in de gaten hoe het met de cliënt gaat

Slide 18 - Tekstslide

thuis zorg
- Wassen - Aankleden
- Medicatie - Wondzorg
- Injecties - Katheter
- Eten geven - Observeren
- Begeleiden - Overleggen








Slide 19 - Tekstslide

Een verpleegkundige doet meer medische taken dan een verzorgende IG
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

wondzorg bieden kan ik
A
jaa, ik heb goed opgelet bij EHBO
B
nee, ik vind het spannens
C
jaa, maar met hulp

Slide 21 - Quizvraag

dag besteding
Mensen die werken met ouderen op een dagbesteding organiseren en begeleiden activiteiten zoals samen koffie drinken, spelletjes doen, creatief bezig zijn en bewegen, zodat ouderen zich prettig voelen en actief blijven

Slide 22 - Tekstslide

dag besteding
- Samen koffie drinken - Spelletjes doen
- Wandelen - Bewegen (gym, yoga)
- Creatief bezig zijn (schilderen, muziek maken) - Koken en samen eten
- Uitstapjes maken - Geheugentraining
- Tuinieren - Nieuwe mensen ontmoeten








Slide 23 - Tekstslide

het lijkt mij leuk om te werken op een dagbesteding?
A
jaa
B
nee
C
misschien
D
ik weet het nog niet

Slide 24 - Quizvraag

welke activiteiten kan je geven op een dagbesteding?

Slide 25 - Woordweb

praktijk opdracht
maak groepjes van 2 of 3 personen
kies een werkkaart uit
voer deze uit volgens de stappen
klaar? extra opdracht

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video