2021 Hfd 4 Taalproductie: Spreken en Schrijven

Vakdidactiek 2
19 november 2020

Hfd 4 Taalproductie
Spreken & Schrijven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijswetenschappenWOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Vakdidactiek 2
19 november 2020

Hfd 4 Taalproductie
Spreken & Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je:

  • De Neuner fasen voor (re)productie herkennen en uitleggen.
  • De positie van de productieve vaardigheden in het taalleerproces duiden.
  • Het taalproductie model van Levelt uitleggen.
  • Verschillende mate van geleidheid herkennen in een productieve oefening
  • Verschillende parameters voor productie herkennen en toepassen op oefeningen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen Neuner C & D?

Slide 3 - Open vraag

Neuner C of D?
Mate van geleiding:
Neuner C: uitkomsten/producten zijn erg vergelijkbaar en sluiten (naadloos?) aan op de input. Minimale ruimte voor eigen inbreng
Neuner D: meer ruimte voor eigen inbreng, ook ruimte voor gebruik eerdere input of eigen kennis. Producten/output zal meer variëren.

Slide 4 - Tekstslide

Is de volgende opdracht NEUNER C OF D EN WAAROM?

Werk in tweetallen.
A. Je bent presentator van een TV programma en je gaat vandaag een popster interviewen
B. Je bent popzanger en je hebt net jouw eerste hit gehad
Bedenk welke vragen je zou kunnen stellen en voer samen de interview uit.

Slide 5 - Open vraag

Antwoord
Neuner D:

  • Het is een vrije opdracht.
  • De leerlingen komen tot vrije productie van de taal, waarbij geen hulpmiddelen aangeboden krijgen. 
  • Zij moeten zelf de inhoud van de interview invullen

Slide 6 - Tekstslide


Taalproductie = boodschap + vorm

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Boodschap/inhoud:
  
duidelijke situatie + rol
duidelijke publiek/ontvanger/doel
boodschap passend bij niveau/leeftijd/taalvaardigheid van de leerlingen
Vorm:

de leerling heeft de taalmiddelen (woordjes / zinnen / chunks) & deelvaardigheden om de boodschap over te brengen.
de leerling is bekend met pragmatische aspecten passend bij tekstsoort.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is moelijker:
Spreken of schrijven en waarom?

Slide 10 - Open vraag

Kijkopdracht
Bekijk de volgende film en leg in eigen woorden uit hoe het spraak productie mechanisme werkt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat heb je ontdekt?

Slide 13 - Open vraag

Taalproductiemodel van Levelt
Levelt

Slide 14 - Tekstslide

Levelt Nederlands

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Welk onderdeel van het taalproductieapparaat is hier actief?

Slide 17 - Open vraag

In hoeverre worden de drie componenten belast?
Lees de opdracht en beantwoord de vraag in de volgende dia: 


Opdracht: Geef een mondelinge beschrijving van jouw woonkamer voor een klasgenoot.


 

Slide 18 - Tekstslide

In hoeverre wordt de conceptualizer, formulator en articulator belast?

Slide 19 - Open vraag

Antwoord
Conceptualizer:
Kamer is bekend (relatief weinig belasting)
Formulator:
Vocabulaire voor meubels
Stucturen voor plaats (voorzetsels, links/rechts, etc)
Gebruik bijvoeglijk nmw
Meervoudsvormen?
(geen voorbereiding/onbekend > meer belasting)
Articulator:
Uitspraak van vocabulaire
(snelheid /onbekend > meer belasting)

Slide 20 - Tekstslide

In hoeverre worden de componenten belast?
Opdracht: Schrijf een artikel over waarom veel mensen kerst een gezellig feest vinden.

Slide 21 - Open vraag

Antwoord
Conceptualizer:
Wat weet de leerling hiervan? (te) veel belasting)
Formulator:
Thematisch vocabulaire
Vocabulaire gericht op opbouw van een artikel (signaalwoorden)
Opbouw/inhoud alinea’s. Grote variëteit aan structuren.
(geen voorbereiding/onbekend > veel belasting)
Articulator:
Spelling (en interpunctie)
(veel tijd > minder belasting)

Slide 22 - Tekstslide

Oefenparameters bij spreken en schrijven
  • Hoe kun je een oefening bijstellen?
  • Waarom? (Leerdoelen? Succesbeleving?)
  • De oefenparameters:
  • Tijd
  • Communicatief gericht of taalgericht
  • Vrij, geleid of (sterk) gestuurd
  • Monologisch / dialogisch
  • Reproductief / productief
  • Gefingeerde situatie of reële situatie
Makkelijk/ moeilijk – inhoudelijk en talig

Slide 23 - Tekstslide

Werkblad
Stap 1: Geef van alle opdrachten aan in welke Neunerfase deze opdracht past.
Stap 2: Geef van elke opdracht aan in welke mate de volgende “onderdelen” belast worden:
De conceptualizer
De formulator: woorden en/of structuren?
De articulator (spelling of uitspraak)
Stap 3: Geef bij elke oefening aan welke parameter je zou kunnen aanpassen en wat het effect daarvan is in het taalproductiemodel.
NB: probeer minimaal 3 verschillende parameters aan te passen 



Slide 24 - Tekstslide

Kun je conclusies trekken?
Heb je nieuwe inzichten?
Ga je iets aanpassen in je praktijk?

Slide 25 - Open vraag

Voor volgende week
Bestuderen Hfst 10 Schrijfvaardigheid



Verdieping(optioneel): Artikel Levelt

Slide 26 - Tekstslide