Grammatica - Onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Onderwerp

Leerdoelen

Je leert het onderwerp van een zin vinden.

Onderwerp

Bijna elke zin heeft een onderwerp.

Het onderwerp hoort bij de persoonsvorm.

De persoonsvorm en het onderwerp moeten allebei enkelvoud of meervoud zijn.

Persoonsvorm

1. Zin in een andere tijd zetten
2. Vraagzin maken 

Onderwerp

Om achter het onderwerp te komen heb je de persoonsvorm nodig.

wie of wat + pv

Isa loopt naar het wokrestaurant.

Wat is de persoonsvorm?

Isa loopt naar het wokrestaurant.

Wat is het onderwerp?

Wij fietsen een rondje om het meer.

Wat is de persoonsvorm?

Wij fietsen een rondje om het meer.

Wat is het onderwerp?

Aan de slag

Nieuw Nederlands online

H3 Taalverzorging: onderwerp

Gisteren gingen mijn buurman en zijn vrouw naar Frankrijk op vakantie.

pv =

ow = 

Gisteren gingen mijn buurman en zijn vrouw naar Frankrijk op vakantie.

pv = gingen

ow = mijn buurman en zijn vrouw

Evaluatie

• Hoe vind je de persoonsvorm?
• Hoe vind je het onderwerp? 

De ober brengt het eten naar de tafels.

Wat is de persoonsvorm?

vliegen

springt

Wanneer kom jij bij ons logeren?

Wat is de persoonsvorm?

Hoe vind je de persoonsvorm?