6.2 gelijkvormige driehoeken

Oefenvragen (vergelijkbaar met PTO 3)

Maak in je schrift:
1. Het linker plaatje noemen we het origineel, hoe heet het rechterplaatje?
2. Wat is de vergrotingsfactor? Denk aan je berekening!
3.  Welk percentage hoort bij het rechterplaatje?

We gaan hem straks bespreken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenvragen (vergelijkbaar met PTO 3)

Maak in je schrift:
1. Het linker plaatje noemen we het origineel, hoe heet het rechterplaatje?
2. Wat is de vergrotingsfactor? Denk aan je berekening!
3.  Welk percentage hoort bij het rechterplaatje?

We gaan hem straks bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Hallo m2!


Iedereen: Boek, schrift en rekenmachine bij je?

Online: camera aan! 

Klas: jas uit, tas op de grond, boeken op tafel, telefoon weg :) 



Vandaag: 6.2 gelijkvormige driehoeken

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Even herhalen: vergrotingsfactor paragraaf 6.1
  • 6.2: gelijkvormige driehoeken  herkennen en berekenen
  • Instructie en samen oefenen
  • Huiswerk

Heel belangrijk!!  Kan je het niet volgen? Vraag dan hulp! Microfoon of chat.

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel paragraaf 6.2
Na de les weet je:
  • Hoe je de vergrotingsfactor berekent bij een verkleining en vergroting en welke percentages daarbij horen (herhaling)

  • Hoe je gelijke hoeken in een driehoek kan vinden
  • Hoe je gelijkvormige driehoeken moet opschrijven
  • Hoe je een zijde kan berekenen in gelijkvormige driehoeken



Slide 4 - Tekstslide

Oefenvragen (vergelijkbaar met PTO 3)

Maak in je schrift:
1. Het linker plaatje noemen we het origineel, hoe heet het rechterplaatje?
2. Wat is de vergrotingsfactor? Denk aan je berekening!
3.  Welk percentage hoort bij het rechterplaatje?
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Nabespreken
1. Het linker plaatje noemen we het origineel, hoe heet het rechterplaatje?
beeld
2. Wat is de vergrotingsfactor? 
lengte beeld: lengte origineel = 4: 10 = 0,4. 
3.  Welk percentage hoort bij het rechterplaatje?
vergrotingsfactor x 100 % = 
0,4 x 100 % = 40%

Slide 6 - Tekstslide

Nu komt de nieuwe uitleg.
Let goed op, luister en wees stil. 
De nieuwe theorie kan best moeilijk zijn

Slide 7 - Tekstslide

Gelijkvormige driehoeken
Als je een figuur gaat vergroten dan blijven de hoeken even groot. 
Dat heet gelijkvormig. 

Driehoek ABC is gelijkvormig aan driehoek DEF

        ABC  ~      DEF

Δ
Δ

Slide 8 - Tekstslide

Gelijkvormige driehoeken
  • De 2 driehoeken hiernaast zijn gelijkvormig. De hoeken zijn dus even groot. 
  • Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken. Hoeken met hetzelfde tekentje, zijn even groot!
  • hoek K = hoek Q
  • hoek L = hoek R
  • hoek M = hoek P

Slide 9 - Tekstslide

Gelijkvormige driehoeken
In de 2 driehoeken hiernaast zijn gelijkvormig. De hoeken zijn dus even groot. 
Dit is te zien aan de tekentjes in de hoeken. Hoeken met hetzelfde tekentje, zijn even groot!
  • hoek K = hoek Q
  • hoek L = hoek R
  • hoek M = hoek P

  • We kunnen dus zeggen dat:
  •    

Slide 10 - Tekstslide

Gelijkvormig
      KLM ~    QRP


Δ
Δ

Slide 11 - Tekstslide

Gelijkvormig
      KLM ~    QRP


Δ
Δ

Slide 12 - Tekstslide

Maak opgave 28 (blz 60)
Klaar? Lees theorie blz 61

Slide 13 - Tekstslide

nakijken

Slide 14 - Tekstslide

Theorie B: Zijde berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Theorie B: Zijde berekenen
Stap 1: Welke hoeken zijn overeenkomstig?
∠A = 
∠B = 
∠C = 

Slide 16 - Tekstslide

Zijde berekenen
Stap 1: Welke hoeken zijn overeenkomstig?
∠A = ∠Q
∠B = ∠R
∠C = ∠P
Dus ∆ABC           ∆QRP

Slide 17 - Tekstslide

Zijde berekenen
Stap 1: ∆ABC            ∆QRP 
Stap 2: Schrijf de driehoeken in een verhoudingstabel met de letters in de juiste volgorde.(kleinste driehoek bovenin de tabel)

∆QRP
∆ABC

Slide 18 - Tekstslide

Zijde berekenen
Stap 1: ∆ABC            ∆QRP 
Stap 2:


Stap 3: Vul de zijden in.

∆QRP
QR = ?
RP = 25
QP = 15
∆ABC
AB = 40
BC = ?
AC = 30
∆QRP
∆ABC

Slide 19 - Tekstslide

Zijde berekenen




Stap 4: Bereken de vergrotingsfactor.

Slide 20 - Tekstslide

Zijde berekenen




Stap 5: Bereken de gevraagde zijden.
BC = 25 x 2 = 50 cm
QR = 40 : 2 = 20 cm

Slide 21 - Tekstslide

Welke hoeken zijn even groot?

Slide 22 - Tekstslide

Maak opgave 30 (blz 62)
Klaar? maak dan 28, 31, 32

Slide 23 - Tekstslide

Nakijken

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelcheck
Na de les weet je:
  • Hoe je de vergrotingsfactor berekent bij een verkleining en vergroting en welke percentages daarbij horen (herhaling)

  • Hoe je gelijke hoeken in een driehoek kan vinden
  • Hoe je gelijkvormige driehoeken moet opschrijven
  • Hoe je een zijde kan berekenen in gelijkvormige driehoeken



Slide 25 - Tekstslide

Wat gaat goed? Welke vraag heb je nog?

Slide 26 - Open vraag

Aan de slag
Paragraaf: 6.2 (vanaf blz 59)
- Lees de theorie op blz 59 en 61 nog een keer
- Maken: 28, 30, 31, 32 (28 en 30 hebben we tijdens de les gedaan, had je ze al af?)
- Vind je het nog moeilijk? kijk dan: https://www.youtube.com/watch?v=4r-wYz7Ng4U 

Maak de opgaves digitaal. Magister > leermiddelen > wiskunde getal & ruimte > klas > planning!!! >  klik op 6.2 gelijkvormige driehoeken


Slide 27 - Tekstslide

Smartrekenen nieuwe leerlingen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Tot morgen!

Schuif je stoel aan
Rommel in de prullenbak
en
Vergeet je mondkapje niet op te zetten :) 

Slide 30 - Tekstslide