§ 5.4. Gevolgen van migratie (Nederland)

Nederland en migratie
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederland en migratie

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis!? Boeken dicht!
  1. Welke groepen migranten in Nederland kun je onderscheiden (tip: het zijn er 5) 
  2. Maak een taartdiagram (cirkel). Verdeel de taart in twee groepen: migranten met een westerse- en migranten met een niet-westerse achtergrond
  3. Verdeel nu de westerse- en niet westerse migranten in twee categorieën: migranten van de eerste generatie, en migranten van de tweede generatie. 
  4. Maak een nieuwe taartdiagram. Verdeel de taart in vijf stukken naar de motieven van immigranten naar Nederland in 2020. (asiel, arbeid, gezin, studie, overig/onbekend)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet welke groepen migranten er naar Nederland zijn gekomen.
  • Je begrijpt waarom migratie positieve en negatieve gevolgen voor de samenleving heeft.
  • Je kunt aan de hand van het waardenkwadrant je mening geven over de gevolgen van migratie voor Nederland.


Slide 3 - Tekstslide

Voorbereidingsvragen 
Lees paragraaf 5.4. Beantwoord de volgende vragen
1. Welke groepen migranten zijn er de afgelopen zestig jaar naar Nederland gekomen ?

2. Noem twee positieve gevolgen van migratie voor de Nederlandse samenleving.
3. Waarom ontstaan vaak in negentiende-eeuwse en naoorlogse woonwijken spanningen tussen migranten en niet-migranten?
4. Wat is een ander negatief gevolg van migratie voor de Nederlanse samenleving?
5. Gastarbeiders werden in de jaren '60 naar Nederland gehaald en waren erg belangrijk voor de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Toch is de houding van Nederland tegenover arbeidsmigranten niet meer hetzelfde. Waarom is de houding van de Nederlandse overheid tegenover arbeidsmigratie veranderd?





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkeling immigratie in Nederland na WO ll
Bevolking naar achtergrond

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

1. Welke groepen migranten zijn er de afgelopen zestig jaar naar Nederland gekomen ?

  1. Koloniale migranten
  2. Gastarbeiders
  3. Vluchtelingen (politiek als ook economisch)
  4. Arbeidsmigranten
  5. Kenniswerkers

Slide 10 - Tekstslide

Koloniale migratie
Eerste migranten uit voormalige
kolonies NL.
Zij kwamen vooral vlak na 
onafhankelijkheid

Slide 11 - Tekstslide

Gastarbeiders
Vanaf de jaren '60 -->  Veel mensen uit Noord-Afrika + Turkije naar Noord-Europa.

Doel: voor korte periode (laaggeschoold) werk in Europa doen.

Na korte periode weer terug naar land van herkomst.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Tweede golf gastarbeiders
Na val Berlijnse Muur arbeidsmigratie uit Oost-Europa (Polen).

Bij toetreding Oost-Europese landen tot EU (2004-2007) nam  deze migratie sterk toe.

Deze 'gast'arbeiders keren vaker 
terug naar land van herkomst

Slide 14 - Tekstslide

Vluchtelingen
  • Veel kleinere groep dan arbeidsmigranten
  • Sinds 2015 wel sterke toename


  • Vooral vanuit Afrika (via Spanje en Italië) en vanuit oorlogsgebieden zoals Syrië (via Turkije, Cyprus en Griekenland) en Oekraïne 

Slide 15 - Tekstslide

2. Noem twee positieve gevolgen van migratie voor de Nederlandse samenleving.

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen migratie 1.
Er ontstaat een multiculturele samenleving. 

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen migratie 2.
Arbeidsmigranten doen meestal werk dat anders niet gedaan zou worden.

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen migratie 3.
Arbeidsmigranten wonen waar werk is. 
  • 19e eeuwse wijken  
  • naoorlogse flatwijken 

Waarom wonen de mensen hier?
  • goedkope huizen  
  • eigen voorzieningen  







Slide 19 - Tekstslide

3. Waarom ontstaan vaak in negentiende-eeuwse en naoorlogse woonwijken spanningen tussen migranten en niet-migranten?

Slide 20 - Tekstslide

4. Wat is een ander negatief gevolg van migratie voor de Nederlandse samenleving?

Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen migratie 4. 
Opvang vluchtelingen kost geld
Woningnood

Het overheidsbeleid tegenover arbeidsmigranten uit niet-EU-landen veranderde.

Gezinshereniging wordt niet meer gestimuleerd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Gevolgen migratie 5. 

Begin 21e eeuw kwam er een scherper integratiebeleid.


Beleid dat immigranten beter laat integreren in de Nederlandse samenleving.

Slide 25 - Tekstslide

Gevolgen migratie 6.
Discussie over hoeveel migranten Nederland kan opnemen.

Voorstanders en tegenstanders migranten.
Verschil door:

1. Hoe goed je geïnformeerd bent.
2. Heb je veel met migranten te maken?


Slide 26 - Tekstslide

Houding van de NL'se overheid
In perioden met lage werkloosheid waren arbeidsmigranten juist welkom

Tegenwoordig strenger beleid --> mensen die hier komen moeten integreren

De politiek is verdeeld; linkse partijen zijn vooral tolerant; rechtse partijen een stuk strenger!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Migratie en de EU
Afspraak: Opvang zoveel mogelijk in de buurt van het vertrekgebied 

Daarnaast: Alle landen krijgen een deel van de vluchtelingen.

Vooral dit laatste levert veel discussie op


Slide 30 - Tekstslide

Discussie en ruzie in de EU
Verschillende delen van Europa met verschillende standpunten.
- Oost-Europa: grenzen sluiten --> geen vluchtelingen
-Zuid-Europa --> vluchtelingen komen hier aan; overvloed aan vluchtelingen
Noord-Europa --> neemt veel vluchtelingen uit het zuiden over

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Oefenen met meningsvorming
Vorm aan de hand van het stappenplan of het waardenkwadrant een mening over de volgende stellingen:
' Er moet een extra vliegbelasting komen op vluchten tussen Amsterdam en Londen
'Nederland moet meer vluchtelingen opnemen dan het nu doet.'

Slide 33 - Tekstslide

Hoe geef ik mijn mening? (2)
Je kunt een mening vormen op basis van het waardenkwadrant

Hierbij plaats je de meningen van alle 
betrokkenen schematisch in een schema.

Opdracht 3 van paragraaf 5.4. 

Slide 34 - Tekstslide

Inburgeringstest

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste kenmerk van een multiculturele samenleving?

Slide 41 - Open vraag