Creatief schrijven & spelling les 1: Wat weet je al? kenmerken.

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Creatief schrijven & Spelling

les 1

Nederlands Periode 1 VWO 1 2025 - 2026

Lezen

10 minuten

Wat gaan we doen in periode 1?

• Wat?                                                                                 telt ...x mee   
• Creatief schrijven & spelling (sprookje)               3x
• Spelling (werkwoorden)                                               3x
• Fictie (toets Koning Valentijn)                                    2x

Vooruitblik

• ... vandaag gaan we een start maken met creatief schrijven: sprookje.
  
• ...weet je wat de kenmerken zijn van een sprookje.
  

Wat leer je over sprookjes?

• opbouw van een sprookje (begin, midden, eind)
• kenmerken van hoofdpersonen in sprookjes
• kenmerken van plaatsen waar sprookjes zich afspelen
• woord- en taalgebruik in sprookjes
• sfeer in sprookjes

Maar eerst...

• ...beginnen we met een warming-up.
  

• Wat weet jij allemaal al over sprookjes?
• Welke sprookjes ken je?

Waaraan herken je een sprookje?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een meisje/een vrouw?

Welke sprookjes ken je met in de hoofdrol een jongen/een man?

Kenmerken van een sprookje

• Onbepaalde plaats en onbepaalde tijd
• Magie en fantasie
• Personages zijn vlak = Uiterlijk verwijst naar innerlijk
• Happy end
• Veel herhalingen, vaste formuleringen en getallensymboliek 
• Vb de 3 biggetjes, de 7 dwergen, Spiegeltje spiegeltje aan de wand,...

   Volkssprookjes 

• Heel erg oud
• Mondeling doorverteld --> vaak heel wat varianten en veel herhaling
• Uiteindelijk verzameld en opgetekend, bv. Duitse gebroeders Grimm.
• Vb. Roodkapje, Hans en Grietje, Doornroosje, Sneeuwwitje

Cultuursprookjes

• Geschreven door 1 persoon
• Recenter: populair in de romantiek (19de eeuw).
• Vb. De kleine zeemeermin, geschreven door de Deen Hans Christian Andersen

Opdracht

1. Vraag om papier aan de docent en schrijf je naam op het blad.
   
2. Begin met Er was eens………
3. Schrijf 3 zinnen op van een door jou bedacht sprookje. 
4. Schuif je blad door naar je buurman of buurvrouw en lees eerst het stuk wat de ander heeft geschreven.
   
5. Schrijf 3 regels verder aan het verhaal van je klasgenoot.
6. Schuif je blad door naar ……… en lees eerst de stukjes die je klasgenoten hebben geschreven.
   
7. Schrijf 3 regels verder aan het verhaal van je klasgenoten.
8. Geef het blad weer terug aan de eerste schrijver zie naam bovenaan.
   

Wat ging goed?

Ik weet wat mij komende periode te wachten staat

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet het verschil tussen een volkssprookje en een cultuursprookje

Ja

Nee

Een beetje

Ik kan kenmerken van een sprookje opnoemen

Ja

Nee

Een beetje

Wat heb je van deze les geleerd?