DISK thema 4 eten (wk 1, les 1)


Nederlands/NT2




Wk 1, les 1
10-01-2022

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Nederlands/NT2




Wk 1, les 1
10-01-2022

Slide 1 - Tekstslide

Groep A-blauw?

  • Niveau tussen A1-A2
  • Jullie hebben dus A1 gehaald!
  • Vroeger de 'B-groep'
  • Rapport krijg je deze week

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • DISK thema 4 'eten'
  • Grammatica: trappen der vergelijking


Slide 3 - Tekstslide

Afspraken in de les 


  • Telefoon in de telefoontas
  • Niet eten
  • Vraag? Steek je vinger op





Slide 4 - Tekstslide

DISK thema 4 'eten'

Slide 5 - Tekstslide

ontbijt

Slide 6 - Woordweb

snack

Slide 7 - Woordweb

avondeten

Slide 8 - Woordweb

Nieuwe woorden leren
Schrijf de vertaling op de woordenlijst.

Slide 9 - Tekstslide

af en toe = sometimes
now and then
ocasionalmente 
зрідка

Slide 10 - Tekstslide

afvallen
  • lichter worden
  • dunner worden
  • werkwoord  ( 2 delen)
  • zin: Ik ben te dik. Ik moet nu afvallen.

Slide 11 - Tekstslide

de boter
  • vet
  • gemaakt van melk 
  • voor op je brood
  • voor in de pan
  • zin: Ik smeer boter op mijn boterham.

Slide 12 - Tekstslide

alle
  • iedereen
  • allemaal
  • alles
  • zin: Alle leerlingen zijn op school
  • zin:  Breng alle laptops naar de laptopkast.

Slide 13 - Tekstslide

de appel
  • groeit aan een boom
  • fruit
  •  hard en rond
  • de appel - de appels
  • zin: Ik eet elke dag een appel.
  • zin: Appels zijn gezond.

Slide 14 - Tekstslide

het appelsap
  • een drank gemaakt van het sap van appels

  • zin: Ik drink heel graag appelsap. 

Slide 15 - Tekstslide

de banaan
  • een lange gele vrucht

  • de banaan - de bananen

  • zin: In de pauze eet ik een banaan.

Slide 16 - Tekstslide

beetje
  • niet veel
  • een klein deel
  • zin: Ik heb een beetje hoofdpijn. 
  • zin: In het glas zit nog een beetje water.

Slide 17 - Tekstslide

breed
  • afstand 
  • van zijkant tot zijkant
  • niet smal
  • zin: De tafel is 50 cm breed.
  • zin: De kast is 2 meter hoog en 1 meter breed.

Slide 18 - Tekstslide

het brood
  • eet je elke dag 
  • gemaakt van meel
  • het brood - de broden
  • zin: Ik koop een brood bij de bakker.
  • zin: Het brood is vanmorgen gebakken.

Slide 19 - Tekstslide

het bord

Slide 20 - Tekstslide

de calorie
  • hoeveel energie
  • goed of slecht eten of drinken
  • te veel of te weinig 
  • de calorie - de calorieën
  • zin: In cola zitten veel calorieën.

Slide 21 - Tekstslide

drinken
  • door je mond naar binnen
  • komt in je buik
  • werkwoord
  • zin: Ik drink elke dag 2 liter water. 
  • zin: Als ik sport moet ik veel drinken.

Slide 22 - Tekstslide

de cola

Slide 23 - Tekstslide

Gatentekst
Luister naar de tekst en vul de ontbrekende woorden in.

'Weggegooid geld'
Johan werkt bij het Voedingscentrum. Hij vertelt wat je het beste kan eten als je veel sport.

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf op wat en wanneer je eet

Vergelijk dit met je geboorteland.

Vul het schema in.

Slide 25 - Tekstslide

Vul in werkblad
Vergelijkingen uit Focus op Taal.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

dilemma
PPT

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide