H12 POLITIEK HERHALING V2

Herhaling H12
POLITIEK
SYLLABUS
4.1 + 4.4
5.1 + 5.2
6
15.1 + 15.2 + 15.3
bijlage 5


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H12
POLITIEK
SYLLABUS
4.1 + 4.4
5.1 + 5.2
6
15.1 + 15.2 + 15.3
bijlage 5


Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN
Je kunt een probleemgebied van sociale cohesie herkennen in een actuele bron
Je kunt je eigen visie t.a.v. het oplossen van dat probleem verwoorden
Je kunt een visie op politiek representatie toepassen op het probleem van de kloof tussen burgers en politiek

Slide 2 - Tekstslide

beschrijf de definitie van politieke socialisatie

Slide 3 - Open vraag

Politieke Socialisatie
het proces van 
overdracht en verwerving
van de politieke cultuur
van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren.
Het proces bestaat uit o,o en o

Slide 4 - Tekstslide

BETEKENT:
..dat je het logisch gaat vinden dat op het gebied 
van macht en politieke besluitvorming 
iets op een bepaalde manier gebeurt

Dit krijg je aangeleerd (o,o en o)

Slide 5 - Tekstslide

NOEM DE BELANGRIJKSTE POLITIEKE SOCIALISATOREN

Slide 6 - Open vraag

 belangrijkste politieke socialisatoren
* sociale omgeving waar iemand opgroeit
* onderwijs dat iemand volgt
* media die hij/zij gebruikt
* sociaal economische klasse waartoe iemand behoort
* het politieke systeem zelf

Slide 7 - Tekstslide

De rechtsstaat, de grondwet en de onafhankelijke rechterlijke macht zijn belangrijke ...... die de pijlers vormen van het politieke systeem van Nederland
A
politieke instituties
B
politieke organisaties
C
sociale instituties
D
A, B en C

Slide 8 - Quizvraag

Een politieke partij is een
A
politieke instituties
B
politieke organisaties
C
sociale instituties
D
A, B en C

Slide 9 - Quizvraag

Functies 
politieke partijen
* rekrutering en selectie
* articulatie
* participatie
* aggregatie
* communicatie

Slide 10 - Tekstslide

Recrutering en selectie
Articulatie
Participatie
Aggregatie
Communicatie
als intermediair tussen overheid en burger; tussen kiezer en gekozene
het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen
het interesseren van burgers voor deelname aan politieke besluitvormings-processen
het op de politieke agenda zetten van maatschappelijke eisen en wensen
Het voordragen van een kandidaat voor een politieke functie

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen representatie en representativiteit?

Slide 12 - Open vraag

REPRESENTATIE
* vertegenwoordiging van een groep

REPRESENTATIVITEIT
* mate waarin besluiten, standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen
=> gaat over getrouwe afspiegeling van de bevolking

Slide 13 - Tekstslide

Als burgers in een democratie zich niet gehoord voelen dan noem je dat
A
de kloof tussen burger en politiek
B
er een probleem is met de politieke cohesie
C
een deel van de burgers voelt zich niet vertegenwoordigd
D
A, B en C

Slide 14 - Quizvraag

BRON NOS NIEUWSUUR

Slide 15 - Tekstslide

VRAGEN BIJ BRON
  1. Ervaren burgers een kloof?
  2. Welke kloof is er zichtbaar volgens onderzoek?
  3. Welk probleemgebied van sociale cohesie is volgens jou van toepassing? (zie volgende slide)
  4. Welke politieke partij(en) hebben het gevoel van deze burgers het beste weten te verwoorden?

Slide 16 - Tekstslide

3 probleem gebieden mbt politieke cohesie
  1. POLITIEKE BETROKKENHEID; er is verminderde binding tussen burgers en politiek
  2. BESTUURLIJKE SCHAALVERGROTING; samenwerking in grotere verbanden => besluitvorming vindt 'ver weg' plaats 
  3. GEMANKEERDE COMMUNICATIE; politici spreken jargon/vaktaal die niet wordt verstaan door burgers 

Slide 17 - Tekstslide

3 visies op politieke representatie
  1. AFSPIEGELINGSMODEL = parlement moet afspiegeling zijn van bevolking
  2. ROLMODEL = gekozen moet zich NIET laten leiden door opvattingen kiezer maar door eigen mening
  3. PARTIJENMODEL = parlementsleden beschouwen zich als vertegenwoordigers van een politieke partij; daarmee een afspiegeling van de pol. opvattingen in de samenleving

Slide 18 - Tekstslide

De overeenkomstige
achtergrondkenmerken tussen de
volksvertegenwoordiger en het volk
zijn minder van belang in dit model.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel

Slide 19 - Quizvraag

De volksvertegenwoordiger moet eerst
het standpunt van zijn partij
achterhalen op een bepaalde kwestie
en dan een beslissing nemen.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel

Slide 20 - Quizvraag

Het is niet wenselijk voor dit model als
groepen in het parlement
ondervertegenwoordigd zijn.
A
afspiegelingsmodel
B
rolmodel
C
partijenmodel

Slide 21 - Quizvraag

Bedenk een oplossing voor het probleem m.b.v. een visie op politiek representatie

Slide 22 - Open vraag

LESDOELEN
Je kunt een probleemgebied van sociale cohesie herkennen in een actuele bron
Je kunt je eigen visie t.a.v. het oplossen van dat probleem verwoorden
Je kunt een visie op politiek representatie toepassen op het probleem van de kloof tussen burgers en politiek

Slide 23 - Tekstslide

volgende keer
toets bespreken
dinsdag 18/4 besluitvormingsmodellen voorbereiden 12.4

Slide 24 - Tekstslide

Voor de legitimiteit van de democratische rechtsstaat  is het van belang dat 
1) burgers het optreden van de rechterlijke macht als onafhankelijk ervaren en
2) er op vertrouwen dat de overheid zich aan de wet houdt en rechtmatig handelt


als dit vertrouwen afneemt gaat dit ten koste van de bindingen van de burgers met de democratische rechtsstaat en de legitimiteit van de rechtsstatelijke actoren....

...... Hoe staat NL er voor?

Slide 25 - Tekstslide