B & F Staal 5 Dierentuin les 5

Staal Dierentuin les 5
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Staal Dierentuin les 5

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
Wat ga je doen?
Je zoekt de betekenis van nog meer woorden die over de dierentuin gaan.

Wat leer je ervan?
Je leert de betekenis van woorden.

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen...
Hoe vind je de betekenis van een woord?
- Je leest erover. Je kunt verder lezen. De betekenis staat in de volgende zin. Je kunt ook teruglezen. De betekenis staat in de vorige zin.
-Je kijkt naar een plaatje.
- Je vraagt het aan iemand die het al weet.

Slide 3 - Tekstslide

Woorden van deze week
baren
bedreigde dieren
het dierentransport
het koraal
de oprichting
het reptiel
het territorium
tropisch
uitsterven
het zoogdier

Slide 4 - Tekstslide

In de woordenlijst staat 'het koraal'. Weet je nu al wat dat betekent?
A
een plant
B
een zeedier
C
een skelet

Slide 5 - Quizvraag

We gaan zo weer kijken naar een bladzijde uit je bronnenboek van Staal. Het zijn vier teksten met dierentuinnieuws.
Lees ze allemaal goed door en beantwoord dan de volgende vragen. De eerste vraag gaat straks over 'territorium' en wat dat betekent.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt in tekst 2 gelezen over het territorium. In welke zin lees je de betekenis van territorium?
A
Omdat de ijsbeer nog een zoogdier is, drinken de jongen nog melk bij de moeder.
B
De ijsbeer is daar de baas!

Slide 8 - Quizvraag

Lees nu nog een keer tekst 1 en 2 en  probeer uit te vogelen (=uit te zoeken) wat de verschillen zijn tussen zoogdieren en reptielen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

zoogdieren
reptielen
baren
leggen eieren
kruipen
jongen drinken melk bij de moeder

Slide 11 - Sleepvraag

De volgende vraag is een puzzel. Ik heb hier op de volgende slide een foto van gemaakt. Je moet woorden invullen in de puzzel.
Neem de puzzel over op een papiertje. De antwoorden van de vragen staan in tekst 3, die vind je hiernaast. Als het goed is, kun je dan van boven naar onder bij de pijl een woord lezen.  Dit woord kun je op de slide na de puzzel invullen! Succes!!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat was het woord dat uit de puzzel kwam?

Slide 14 - Open vraag

Vergelijken van getallen
 (huh, bij een taalles, ja, ook bij een taalles;))
Op de volgende slide zie je de volgende bladzijde uit het bronnenboek.
Je ziet een afbeelding waarin informatie staat over verschillende dierentuinen in Nederland.
Je moet dit plaatje goed bekijken, je krijgt hier een aantal vragen over.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welke dierentuin is het oudst? (dus welke is als eerste opgericht?)
A
Diergaarde Blijdorp, 1857
B
Burgers' Zoo, 1913
C
Artis, 1838
D
Dierenpark Emmen, 1935

Slide 17 - Quizvraag

En welke dierentuin had de meeste bezoekers in 2009?
A
Diergaarde Blijdorp, 1,56 miljoen bezoekers
B
Burgers' Zoo, 1,52 miljoen bezoekers
C
Artis, 1,2 miljoen bezoekers
D
Dierenpark Emmen, 1,1 miljoen bezoekers

Slide 18 - Quizvraag

Nog even herhalen, de woorden van deze week:
baren 
bedreigde dieren 
het dierentransport 
het koraal 
de oprichting 
het reptiel 
het territorium 
tropisch 
uitsterven 
het zoogdier

Slide 19 - Tekstslide

Ken je alle betekenissen al?
Dit was het weer! 
Bedankt voor je aandacht en tot morgen!

Slide 20 - Tekstslide