• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
  • AI-tools

    Beta

‹Terug naar zoeken

Oefeningen voor SO woordenschat

Oefening voor
SO woordenschat

Ik ben benieuwd wat jullie al weten!

Doe je best, want er komt ook een top 5 uit.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefening voor
SO woordenschat

Ik ben benieuwd wat jullie al weten!

Doe je best, want er komt ook een top 5 uit.

Slide 1 - Tekstslide

De eerste 8 vragen gaan over de grondvorm van een woord

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de grondvorm van "gesloten" ?
A
gesloten
B
sloten
C
sluiten
D
slot

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "bijzaken" ?
A
bij
B
zaak
C
bijzaken
D
bijzaak

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "pijnlijke" ?
A
pijnlijke
B
pijnlijk
C
pijn
D
pijntje

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "vlechtjes" ?
A
vlecht
B
vlechten
C
vlechtje
D
vlechtjes

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "gezakt" ?
A
zak
B
zakje
C
zakken
D
gezakt

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "reserveerde"
A
reserveren
B
reserveer
C
reserveert
D
reserve

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "colaatje" ?
A
colaatje
B
cola
C
cola's
D
colaatjes

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de grondvorm van "verdrietig" ?
A
verdrietig
B
verdrietige
C
verdrietje
D
verdriet

Slide 10 - Quizvraag

We gaan nu 25 woorden met hun betekenis oefenen.

Sommige vragen zijn meerkeuzevragen (A, B, C of D) en andere vragen zijn open. Hier moet je zelf een woord intypen.
Succes!

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent "aantonen" ?
A
behouden
B
krijgen
C
aangeven
D
bewijzen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent "bedelven" ?
A
graven
B
helemaal bedekken
C
goed kunnen zien
D
grondstoffen uit de grond halen

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent "tal van" ?
A
veel
B
een bepaald getal
C
vaak
D
weinig

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent "ketenen" ?
A
vastbinden
B
kennen, weten
C
losmaken
D
vijandig zijn

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent "dominant" ?
A
het werk van een dominee
B
zachtaardig
C
overheersend
D
vijandig

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent "traceren" ?
A
een terras aanleggen
B
zoeken
C
opsporen
D
nauwkeurig werken

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent "het hart op de tong hebben" ?
A
gevoelig en verlegen zijn
B
je heel gelukkig voelen
C
iemand in verleiding brengen
D
zeggen wat in je opkomt

Slide 18 - Quizvraag

Geef een synoniem voor "sanctie"

Slide 19 - Open vraag

Geef een synoniem voor "circuleren"

Slide 20 - Open vraag

Geef een synoniem voor "exact"

Slide 21 - Open vraag

Geef een synoniem voor "imiteren"

Slide 22 - Open vraag

Geef een synoniem voor "annuleren"

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent "middelen" ?
A
opmeten
B
betekenen
C
manieren zoeken om iets te doen
D
het gemiddelde vaststellen

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent "variant" ?
A
een verschil
B
een iets afwijkende vorm
C
een synoniem
D
het tegenovergestelde

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent "sporadisch" ?
A
zelden
B
naar sporen zoeken
C
hevig, diepgaand
D
vaak

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent "segment" ?
A
cement
B
blokje
C
deel
D
verstand

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent "impulsief" ?
A
groeiend
B
zonder nadenken
C
hard
D
gevoelig

Slide 28 - Quizvraag

Wat betekent "prominent" ?
A
vooraanstaand, opvallend
B
een beeld vormend
C
commentaar
D
overheersend

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent "evolueren" ?
A
bespreken
B
te snel gaan
C
uitsterven
D
zich langzaam ontwikkelen

Slide 30 - Quizvraag

Noteer een synoniem voor "angstig"

Slide 31 - Open vraag

Noteer een synoniem voor "rijwiel"

Slide 32 - Open vraag

Noteer een synoniem voor "explosie"

Slide 33 - Open vraag

Noteer een antoniem voor "vriend"

Slide 34 - Open vraag

Noteer een antoniem voor "optimist"

Slide 35 - Open vraag

Noteer een antoniem voor "ouderwets"

Slide 36 - Open vraag

Noteer een antoniem voor "passief"

Slide 37 - Open vraag

Dat was het!
Tot de volgende keer :-)

Slide 38 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Ma 12 juni Grondwoorden

June 2023 - Les met 20 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Blok2: woordenschat en antoniemen

October 2023 - Les met 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Les 21 - Deel 3 Schooltaalwoorden

February 2025 - Les met 18 slides

Synoniemen en antoniemen

December 2024 - Les met 41 slides
NederlandsSecundair onderwijs

Synoniemen en antoniemen (T10 keuzeles 2+3)

September 2024 - Les met 33 slides
NederlandsSecundair onderwijs

Taalschat blok 1 klas 3gt

September 2019 - Les met 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Woordenschat

January 2019 - Les met 13 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Proeftoets 1HV Lezen en woordenschat

April 2022 - Les met 23 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen