2022_week3_2v_les1_trappen van vergelijking

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Du hast 2 min für:

• dich zu setzen
• Jacke aus
• Köpfhörer sind weg
• Handys in die Taschen
• Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
• Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!

Was machen wir heute?

• Wörter Lektion 1 schreiben und abfragen
• Erklärung schön - schöner - am schönsten (trappen van vergelijking)


• Selbständig arbeiten
• Hausaufgaben besprechen




• Abschluss/deutsches Lied
  

Am Ende der Stunde........

• kannst du mindestens zwei Adjektive (bijvoegelijke naamwoorden) steigern dadurch, dass du die Aufgaben macht.

Schrijf eerst het Nederlandse woord op en daarna de Duitse vertaling erachter!

• oefenen
• doof
• behalve
• de stem
• produceren
• vooraan
• klappen
• die Kirche
• der Auftritt
• die Art
• die Brücke
• der Alltag

Wörter abfragen

• oefenen
• doof
• behalve
• de stem
• produceren
• vooraan
• klappen
• die Kirche
• der Auftritt
• die Art
• die Brücke
• der Alltag

• proben
• taub
• außer
• die Stimme
• herstellen
• vorne
• lukken
• de kerk
• het optreden
• het soort
• de brug
• het dagelijks leven

Positiv, Komparativ, Superlativ

(Trappen van vergelijking)

Bijvoegelijke naamwoorden met een a, u, o of één lettergreep

1 lettergreep

arm -ärmer-ärmst

Onregelmatige bijvoegelijke naamwoorden

An die Arbeit

• Machen im Buch: 

Aufgabe 6 auf Seite 61 (Kies als of wie en vul de juiste vorm van het woord in)

• Hulp: Grammatikerklärung auf Seite 60

• Wie? Eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna fluisteren en vragen stellen.

• Fertig? Ga naar Na klar online Kapitel 5.1 en maak test jezelf. Ben je daarmee klaar schrijf dan de woordjes van Lektion 1 bladzijde 94 op.

Antworten besprechen

Hausaufgabe 5

Am Ende der Stunde........

benoem van 2 bijvoegelijke naamwoorden de trap van vergelijking

Hausaufgaben

Lernen: Wörter Kapitel 5, Lektion 1 auf Seite 94. NL-DU und DU-NL

(leer de woorden door ze herhaaldelijk op te schrijven)

Abschluss

Niet inpakken - luisteren

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan sluit ik de les af!
• dan: klaar :)