H6 Breuken en procenten

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Doelen

- Je kunt zeggen welke breuk ergens bij hoort

- Je kunt gelijke delen berekenen

- Je kunt een deel van iets berekenen

Huiswerk nakijken

H 9.1

opgaven 16, 17b, 20b, 21b, 22b, 24, 25, 27

Terugblik

• Ik kan een deel van een geheel uitrekenen (¾ x 28)in een kale som.
•  Ik kan een deel van een geheel uitrekenen (¾ x 28) in een contextsom.
• Ik kan met breuken rekenen op een rekenmachine (plus-, min-, keer-, deelsommen en breuken omzetten in een decimaal getal).
• Ik ken de begrippen teller, breukstreep, deelstreep en noemer.
• Ik kan breuken vereenvoudigen.
• Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken.
• Ik kan helen uit een breuk halen.

Aan het eind van de les:

• Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren. 
• Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd. 
• Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd. 
• Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Opgave 33 (blz. 155)

aantal

240

aantal

Antwoord opgave 33

Antwoord opgave 33

Blz. 155

Blz. 156

Blz. 156

Blz. 156

Blz. 156

Blz. 156

Opgave 4 (blz. 147)

aantal

240

aantal

Opgave 35 (Blz. 156)

Opgave 4 (blz. 147)

aantal

240

aantal

Antwoordopgave 35 (Blz. 156)

Blz. 156

Blz. 158

Blz. 156

Blz. 158

Opgave 40 (blz. 159)

aantal

240

aantal

Antwoord opgave 40

Aan het eind van de les:

• Ik kan uitspraken die met breuken en procenten te maken hebben verklaren. 
• Ik ken de meest voorkomende breuken met hun percentages en decimale getallen en omgekeerd uit mijn hoofd. 
• Ik kan een breuk omrekenen naar procenten en omgekeerd. 
• Ik kan uitrekenen hoeveel de euro de korting is van een voorwerp, wanneer het percentage is gegeven.

Huiswerk

H 9.2

opgaven 36, 37, 38, 39, 41, 42