Les 2 Aantrekkelijk presenteren

Nederlands
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je vertellen:

  • Weten welke aspecten horen bij aantrekkelijk presenteren

Slide 2 - Tekstslide

1.2 Aantrekkelijk presenteren
  • gebruik maken van spreekschema
  • gebruik maken van beeld zoals Powerpoint
  • gebruik maken van stem, intonatie en houding 

Slide 3 - Tekstslide

Spreekschema
Een model waarin je schematisch en in steekwoorden, in de juiste volgorde, weergeeft wat je wanneer gaat zeggen en doen.

Voordelen:
  • Minder voorlezen en meer vrijuit spreken.
  • Vrijuit spreken verhoogt de aantrekkelijkheid van de presentatie, omdat je contact hebt met het publiek (aankijken en zien wat er gebeurt).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt het beste hele zinnen in het spreekschema zetten.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quizvraag

Beeld, zoals PowerPoint
Naast een spreekschema is het heel handig om gebruik te maken van ander materiaal, zoals Poster, PowerPoint, afbeeldingen, foto’s, Prezi, etc.

Voordelen:
  • Het prikkelt de zintuigen, emotie en fantasie.
  • Hierdoor worden de hersenen geactiveerd en wordt de stof beter onthouden.

Kortom: vergezeld van beeld wordt tekst beter onthouden.

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk minimaal 2 dingen die niet goed zijn aan deze dia 
voor de presentatie
Gebruik beeld 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Beeld, zoals PowerPoint
  • Gebruik een rustige achtergrond.
  • Geef dia's een duidelijke titel.
  • Gebruik maximaal 5 à 6 regels per dia.
  • Gebruik steekwoorden.
  • Gebruik liever een foto dan tekst.
  • Gebruik tabellen of grafieken bij veel cijfermateriaal.




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stem, intonatie en houding
  • Maak je publiek nieuwsgierig. Begin bijvoorbeeld met een anekdote of een vraag.
  • Sta rechtop in een actieve houding. Handen uit de zakken.
  • Kijk je publiek zoveel mogelijk aan (gebruik hiervoor een kort spreekschema).
  • Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar.
  • Laat beeldmateriaal zien.
  • Sluit af met een opvallende vraag, conclusie of anekdote.




Slide 13 - Tekstslide

1

Slide 14 - Video

00:15
Is dit een houding om aantrekkelijk te spreken?
A
Ja
B
Misschien
C
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

6

Slide 18 - Video

Aan de slag
  1. Eerst maken we gezamenlijk opdracht 1 en 2 van Spreken 1.2

  2. Opdracht voor de volgende les: Voorbereiding presentatie (4-6 minuten) 27-06 af
  • Bereid een presentatie voor van minimaal 4 en maximaal 6 minuten.
  • Gebruik het bestand Spreekschema presentatie.docx (download).
  • Kies een onderwerp waar je veel over kunt en wilt vertellen.
  • Zoek informatie over je onderwerp.
  • Vul het spreekschema volledig in. Zorg dat je genoeg hebt om 4-6 minuten te praten.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
In je spreekschema noteer je:
  • Je onderwerp.
  • Minimaal drie deelonderwerpen (bijvoorbeeld kenmerken, voor- en nadelen).
  • Achter elk deelonderwerp steekwoorden wat je wilt vertellen.
  • Bij één deelonderwerp een pakkend voorbeeld.
  • Een opening voor je presentatie (bijvoorbeeld een grappige ervaring, een nieuwsbericht of actuele gebeurtenis).
  • Een aantrekkelijke slotzin.

Slide 20 - Tekstslide

01:14
Oefenen van je presentatie moet altijd met publiek
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

01:45
Een flesje water meenemen bij je presentatie mag!
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

02:02
Veel rondlopen tijdens de presentatie is een goed idee.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

02:51
Voeten naast elkaar, schouders naar achteren, handen langs je lijf zijn..
A
verbaal
B
non-verbaal

Slide 24 - Quizvraag

03:27
Handen in je broekzak is perfect met presenteren
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

03:49
Lager en rustiger praten is beter dan snel en hoog praten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag