8.1 internationale handel 3GT

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom Nederland importeert.
  • Ik kan uitleggen waarom Nederland exporteert.
  • Ik weet wat wederuitvoer is.
  • Ik kan de import- en exportquote van een land berekenen. 
  • Ik kan bepalen of een land een open of gesloten economie heeft. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom Nederland importeert.
  • Ik kan uitleggen waarom Nederland exporteert.
  • Ik weet wat wederuitvoer is.
  • Ik kan de import- en exportquote van een land berekenen. 
  • Ik kan bepalen of een land een open of gesloten economie heeft. 

Slide 1 - Tekstslide

Import
export

Slide 2 - Tekstslide

Importeren
Goederen of diensten kopen uit het buitenland.
We betalen geld.

Slide 3 - Tekstslide

Noem een reden waarom wij producten importeren.

Slide 4 - Open vraag

Importeren
  • Klimaat niet geschikt
  • Grondstoffen niet beschikbaar
  • Goedkoper 
  • Betere kwaliteit
  • Ruimere keuze

Slide 5 - Tekstslide

Exporteren
Goederen of diensten verkopen aan het buitenland.
We ontvangen geld.

Slide 6 - Tekstslide

KLM vervoert een Amerikaanse toerist
naar Nederland. Is dit voor Nederland import of export?
A
Import
B
Export

Slide 7 - Quizvraag

Een Nederlander gaat op vakantie in Turkije. Is dit voor Turkije import of export?
A
Import
B
Export

Slide 8 - Quizvraag

Iemand uit de klas koopt iets van een Amerikaanse website. Is dat voor Nederland import of export?
A
Import
B
Export

Slide 9 - Quizvraag

Wederuitvoer
Een deel van de import is bedoeld voor andere landen. Deze goederen worden na een korte bewerking weer verkocht aan het buitenland.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Exportproducten Nederland

Slide 12 - Woordweb

Betalingsbalans
Verhouding tussen import en export.

Slide 13 - Tekstslide

Betalingsbalans
Overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten van het buitenland.
  • Import: betaling aan het buitenland
  • Export: ontvangsten van het buitenland

Slide 14 - Tekstslide

Betalingsbalans
export
import

Slide 15 - Tekstslide

Betalingsbalans
import
export

Slide 16 - Tekstslide

Een Nederlands bedrijf exporteert machines naar Duitsland. Is dit positief of negatief voor de betalingsbalans?

Slide 17 - Open vraag

Een Nederlands gezin brengt de vakantie door op een camping in Frankrijk. Is dit positief of negatief voor de betalingsbalans?

Slide 18 - Open vraag

Import- en Exportquote
De importquote is de totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen.
Importquote = Importwaarde ÷ nationaal inkomen x 100%

De exportquote is de totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen. 
 Exportquote = Exportwaarde ÷ nationaal inkomen × 100%

Slide 19 - Tekstslide

Open economie
Landen die veel importen en exporteren ten opzichte van het nationaal inkomen.
Landen met een hoge import- en exportquote.
Niet hetzelfde als vrijhandel!

Slide 20 - Tekstslide

Nederland heeft in een bepaald jaar een nationaal inkomen van € 680 miljard.
De totale invoerwaarde in dat jaar is € 485 miljard.
Bereken de importquote (1 decimaal)

Slide 21 - Open vraag

Noem een product dat wij exporteren.

Slide 22 - Open vraag

Leerdoelen
  • Ik weet waarom er handel is met het buitenland.
  • Ik weet wat de betalingsbalans is.
  • Ik weet hoe belangrijk de buitenlandse handel voor Nederland is.

Slide 23 - Tekstslide