4.3 Grammatica - bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord & voegwoorden

Grammatica
Klas: 2VC
Datum: 19-05-2020
Nederlands
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Klas: 2VC
Datum: 19-05-2020
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Volgende les:
- herhaling

- Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

- bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord
Deze les:

Slide 2 - Tekstslide

Volgende les:
Heb je vragen over het huiswerk / de theorie? 


Vragen? 
  • Samengestelde/enkelvoudige zinnen
  • Hoofd- en bijzinnen
  • Nevenschikking en onderschikking

Slide 3 - Tekstslide

Volgende les:
We hebben al geleerd wat hoofd- en bijzinnen zijn en wanneer er sprake is van nevenschikking en onderschikking. 
Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

In een hoofdzin staan pv en ow naast elkaar; er kan verder niks tussen staan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 6 - Quizvraag

Is er sprake van nevenschikking of onderschikking?

'Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.'
A
Nevenschikking
B
Onderschikking

Slide 7 - Quizvraag

Volgende les:
Je hebt twee verschillende soorten voegwoorden: 

Nevenschikkend voegwoord (ns.vgw):
Dus, want, of, en, maar (DWOEM)

Onderschikkend voegwoord (os.vgw): aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits etc..... 
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

Slide 8 - Tekstslide

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
  • Twee hoofdzinnen
              {Ilse had een negen voor de toets} maar {Jos had maar een vijf}.
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 10 - Tekstslide

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
  • Twee hoofdzinnen
              {Ilse had een negen voor de toets} maar {Jos had maar een vijf}.
  • Twee bijzinnen
              {Ik had niet gedacht (dat Ajax kampioen zou worden) en (dat PSV zou verliezen)}.
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 11 - Tekstslide

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
  • Twee hoofdzinnen
              {Ilse had een negen voor de toets} maar {Jos had maar een vijf}.
  • Twee bijzinnen
              {Ik had niet gedacht (dat Ajax kampioen zou worden) en (dat PSV zou verliezen)}.
  • Twee woordgroepen
              de korte brief en het lange afscheid
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 12 - Tekstslide

Volgende les:
Nevenschikkende voegwoorden verbinden: 
  • Twee hoofdzinnen
              {Ilse had een negen voor de toets} maar {Jos had maar een vijf}.
  • Twee bijzinnen
              {Ik had niet gedacht (dat Ajax kampioen zou worden) en (dat PSV zou verliezen)}.
  • Twee woordgroepen
              de korte brief en het lange afscheid
  • Twee woorden
              jazz of popmuziek
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Nevenschikkend = gelijkwaardig

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les:
Een onderschikkend voegwoord verbindt: 
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Onderschikkend = niet gelijkwaardig

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les:
Een onderschikkend voegwoord verbindt: 
  • Een hoofdzin met een bijzin
              {Weet je al (of je deze zomer meegaat naar Spanje)}?
Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord
Onderschikkend = niet gelijkwaardig

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les:
LET OP: 'OF' kan dus een nevenschikkend en een onderschikkend voegwoord zijn: 

  • Nevenschikkend: {Rij jij} of {rij ik}?
  • Onderschikkend: {Weet je al (of je deze zomer meegaat naar Spanje)}?

Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

Slide 16 - Tekstslide

Volgende les:
LET OP: 'OF' kan dus een nevenschikkend en een onderschikkend voegwoord zijn: 

  • Nevenschikkend: {Rij jij} of {rij ik}?
  • Onderschikkend: {Weet je al (of je deze zomer meegaat naar Spanje)}?

Nevenschikkend en onderschikkend voegwoord

DWOEM = nevenschikkend

dus, want, of, en, maar
Geheugensteuntje: 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het voegwoord in de zin?
Meliz gaat naar haar neef, want die viert zijn verjaardag.

Slide 18 - Open vraag

Is het een onderschikkend of nevenschikkend voegwoord?
Meliz gaat naar haar neef, want die viert zijn verjaardag.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voegwoord in de zin?
Terwijl de brandweer blust, verzorgen de verplegers de gewonden.

Slide 20 - Open vraag

Is het een onderschikkend of nevenschikkend voegwoord?
Terwijl de brandweer blust, verzorgen de verplegers de gewonden.
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend

Slide 21 - Quizvraag

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 22 - Tekstslide

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 23 - Tekstslide

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
  • Een voorzetsel
              {Ik heb me afgevraagd (aan wie opa zijn gouden ring zou geven)}.
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 25 - Tekstslide

Volgende les:
Niet alle bijzinnen beginnen met een onderschikkend voegwoord. Een bijzin kan bijvoorbeeld ook beginnen met: 
  • Een vragend voornaamwoord
              {Wil je me niet vertellen (wat je in Engeland gedaan hebt)}?
  • Een bijwoord
            {De rector wist niet (waarover de docenten zaten te praten)}
  • Een voorzetsel
              {Ik heb me afgevraagd (aan wie opa zijn gouden ring zou geven)}.
  • Het telwoor hoeveel
              {De vakbond zal straks bekendmaken (hoeveel demonstranten er waren)}.
Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord

Slide 26 - Tekstslide

Met welk woord begint de bijzin?

'Ik weet dat jij gespijbeld hebt'

Slide 27 - Open vraag

Met welk woord begin de bijzin?

'In de vakantie gaan wij altijd naar Spanje, want daar woont mijn tante.'

Slide 28 - Open vraag

Met welk woord begint de bijzin?
'Weet je nog welke boeken je in klas 1 hebt gelezen?'

Slide 29 - Open vraag

Met welk woord begint de bijzin?
'Hoe moet ik weten wanneer de 80-jarige oorlog was?'

Slide 30 - Open vraag

Volgende les:
Heb je nog vragen over: 
  • Onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden? 
  • Bijzinnen zonder onderschikkend voegwoord?
Vragen? 

Slide 31 - Tekstslide

  • Opdr. 3 (blz. 156)
  • Opdr. 5 (blz. 157) 
              



Datum: uiterlijk zondag 24 mei inleveren in Google Classroom
Huiswerk
Antwoorden huiswerk komen op maandag online
Let op (opdracht 5): 
  • blw/olw = lw (lidwoord)
  • bep/onbep - hoofd/rang telwoord = telwoord

Slide 32 - Tekstslide