KLV Dreamschool

1 / 27
volgende
Slide 1: Interactive video met 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

11

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Niet alle leerlingen zijn aanwezig. Vindt Diederik dat erg?
A
Ja. Hij zegt dat hij het niet erg vindt, maar aan zijn houding kun je zien dat hij hiervan flink baalt
B
Nee. Door wat hij zegt en zijn houding weet je dat de lage opkomst hem niet uitmaakt.

Slide 3 - Quizvraag

Diederik laat vier experimenten zien. Welk experiment maakt op de leerling het minst indruk?
A
fles verdwijnt in olie
B
sneeuw maken
C
wolk maken
D
handschoen in stikstof

Slide 4 - Quizvraag

Diederik laat vier experimenten zien. Welk experiment maakt op de leerling het meest indruk?
A
fles verdwijnt in olie
B
sneeuw maken
C
wolk maken
D
handschoen in stikstof

Slide 5 - Quizvraag

In het fragment krijg je drie keer een toelichting op de les: twee keer door Diederik en een keer door Tahir. Wanneer zijn de toelichtingen opgenomen
A
Voor de les
B
Na de les
C
Tijdens de les

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt Diederik in beeld gebracht door de programmamakers?
A
Een enthousiaste docent
B
Een sarcastische docent
C
Een strenge docent

Slide 7 - Quizvraag

Iris komt te laat binnen. Wat kun je zeggen over haar binnekomst?
A
Aan haar houding zie je dat ze bang en zenuwachtig is
B
Ze doet spottend en wantrouwend tegenover Diederik
C
Ze gedraagt zich onbeleefd en ongeïnteresseerd
D
Ze komt enthousiast en verontschuldigend binnen

Slide 8 - Quizvraag

Waarom vindt Diederik het niet erg om op zondagochtend les te geven? Omdat...
A
dan niet iedereen aanwezig is en hij dus een klein en rustig klasje heeft
B
hij geen belangrijke stof hoeft uit te leggen waarover ze een toets krijgen
C
iedereen wetenschap interessant en leuk vindt om over te leren
D
op zondag alleen maar leuke lesonderwerpen op het programma staan

Slide 9 - Quizvraag

Tahir vertelt dat hij de les 'superleuk' vond. Kon je dat ook aan hem zien tijdens de les?
A
Ja. Met zijn houding en gezichtsuitdrukking liet hij zien dat hij heel geïnteresseerd was.
B
Een beetje. Zijn houding was ongeïnteresseerd, maar aan zijn gezicht kon je soms zien dat hij het leuk vond.
C
Nee. Met zijn houding en gezichtsuitdrukking liet hij zien dat hij niet geïnteresseerd was.

Slide 10 - Quizvraag

Het meisje met het roze jack krijgt een chocoladereep van Diederik.

Aan haar non-verbale communicatie kun je aflezen dat ze
A
geen noten en chocola mag, omdat ze allergisch is
B
het belachelijk vindt dat een leraar snoep uitdeelt
C
niet zo goed weet hoe ze op de situatie moet reageren
D
zich schaamt voor het goede antwoord dat ze gaf

Slide 11 - Quizvraag

Waarom deelt Diederik chocoladerepen uit?
A
Hij wil dat de leerlingen stil zijn en als ze eten, zullen ze minder praten
B
Hij wil de leerlingen belonen, omdat ze les hebben op zondagochtend
C
Hij wil de leerlingen omkopen, zodat ze opletten
D
Hij wil de les anders maken, zodat de leerlingen enthousiast worden

Slide 12 - Quizvraag


Het meisje in het donkerblauwe shirt geeft een goed antwoord, maar krijgt geen chocoladereep. Zij zegt alleen maar ‘Eh...’.

Toch begrijpt Diederik wat ze bedoelt, want
A
ze kijkt boos in de richting van de repen
B
ze kijkt teleurgesteld in de richting van de repen
C
ze kijkt verdrietig in de richting van de repen
D
ze kijkt vragend in de richting van de repen

Slide 13 - Quizvraag

Diederik zegt dat het best moeilijk is om als jongere twee uur lang je best te doen. Hoe krijgt hij het volgens hemzelf voor elkaar dat de leerlingen dat wel doen?
A
Hij deelt snoep uit, zodat de les leuk wordt en de tijd sneller gaat.
B
Hij doet zijn best voor hen en dan willen ze wel wat terugdoen.
C
Hij stelt heel veel vragen, zodat ze wel moeten opletten.
D
Hij geeft streng en rechtvaardig les, zodat iedereen blijft luisteren.

Slide 14 - Quizvraag

Diederik doet een experiment met een gele handschoen. Waarom slaat hij met een hamer op de handschoen? Meerdere antwoorden kunnen juist zijn.
A
Dat moet bij het experiment dat Diederik laat zien
B
Diederik wil de aandacht van de leerlingen trekken
C
Diederik wil de gevaren van experimenten laten zien

Slide 15 - Quizvraag

Hoe reageren de leerlingen op dit experiment?
A
boos
B
enthousiast
C
geschrokken
D
verveeld

Slide 16 - Quizvraag

00:44
Op basis waarvan worden groepjes gevormd?
A
eerste indruk
B
zelfde denkwijze
C
uiterlijk

Slide 17 - Quizvraag

00:45
Er zijn zorgen om de groepjesvorming binnen Dreamschool. Wat is het nadeel van kliekjes?
A
Kliekjes houden verandering tegen.
B
Slechte gewoontes werken aanstekelijk binnen een kliekje.
C
Binnen kliekjes ontstaat haantjesgedrag.

Slide 18 - Quizvraag

01:29
Hoe reageren de jongen aanvankelijk op het feit dat ze in nieuwe groepjes worden ingedeeld.
A
enthousiast
B
ongeïnteresseerd
C
bedenkelijk

Slide 19 - Quizvraag

03:46
Waardoor werd het onwenselijke gedrag van Maarten veroorzaakt?
A
Hij had last van meeloopgedrag.
B
Hij wilde graag stoer gevonden worden.
C
Hij was bang en onzeker.

Slide 20 - Quizvraag

05:05
Waarom had Damian geen zin in de les van Maarten?
A
Hij vond de les confronterend.
B
Hij vond de les niet interessant.
C
Hij kon zich niet in het verhaal herkennen.
D
Hij was te moe om op te kunnen letten.

Slide 21 - Quizvraag

05:43
Waar zijn de houding van Damian, het dekentje van Celena en uitbundigheid van Jasmijn voorbeelden van?
A
Manieren om onderscheidend te zijn.
B
Manieren om afstand te bewaren.
C
Manieren om een imago hoog te houden.
D
Manieren om hun identiteit weer te geven.

Slide 22 - Quizvraag

06:22
Hoe reageert Damian op de opmerking dat hij de gangster van de groep is?
A
Nonchalant
B
Verdedigend
C
Boos
D
Instemmend

Slide 23 - Quizvraag

07:50
Hoe zou je Maarten in de tijd dat hij verslaafd was in één woord kunnen omschrijven?

Slide 24 - Open vraag

10:27
Celena wil haar verhaal niet afmaken, nadat Maarten aangeeft haar niet te verstaan. Wat was haar emotie?
A
Boos
B
Beledigd
C
Verdrietig

Slide 25 - Quizvraag

12:20
Maarten is al 8 jaar clean, maar noemt zichzelf nog steeds een verslaafde. Waarom noemt hij zich nog altijd zo?

Slide 26 - Open vraag

13:50
Ariscaya zegt dat ze geen hoop meer heeft dat het nog goedkomt tussen haar en haar vader. Hoe komt dat?
A
Hij is nog nooit eerlijk geweest over zijn drugsgebruik.
B
Hij heeft al een half jaar niets van zich laten horen.
C
Hij accepteert haar geaardheid niet.

Slide 27 - Quizvraag