Q22VH - Dierenwelzijn - 2 en 3

Q22VH - Dierenwelzijn - 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Q22VH - Dierenwelzijn - 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Herhalen --> Koemonitor
  • Welzijnsmonitor
  • Koealert
  • Start medicijngebruik

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat koemonitor?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Welzijnsmonitor
Gebaseerd op Europese wetgeving: Welfare Quality

Terug te vinden in koekompas

Inzicht in welzijn van de koppel --> uitgevoerd door een dierenarts die hiervoor getraind is

Kijken naar koesignalen!! --> Wat doet een koe in haar omgeving? 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht welzijnsmonitor
In tweetallen 
Tijdens het fimpje

Vragen maken bij filmpje welzijnsmonitor

Na het filmpje: klassikaal bespreken --> Iedereen kan de beurt krijgen!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Koe alert
Onderdeel van koekompas
Borging leveren melk van gezonde koeien
  • Het herkennen van alle aanwezige attentiekoeien.
  • Het aantoonbaar uithouden van de melk van deze koeien.
  • De algemene gezondheidsstatus van de koeien.

Slide 8 - Tekstslide

Attentiekoeien
Welke koeien zijn attentiekoeien? 


Slide 9 - Tekstslide

Attentiekoeien
Melk van zieke koeien en van koeien waarvan de wachttijd van
medicijnen nog niet is verstreken mag niet geleverd en verwerkt worden uit oogpunt van de voedselveiligheid en het
dierenwelzijn. De melk kan besmet zijn als gevolg van ziekte
(bijv. mastitis, gewrichtsontsteking) danwel van buitenaf via
spenen en uier (wonden/abcessen/uitvloeiing).

Slide 10 - Tekstslide

Eén op één relatie
Tussen veehouder en dierenarts
Alleen deze dierenarts levert medicijnen
Dierenarts is verantwoordelijk voor hoeveelheid antibiotica dat geleverd wordt! 
Is voorwaarde voor veehouder om medicijnen te mogen toedienen!

Slide 11 - Tekstslide

BBP
Bedrijfsbehandelplan

Voor alle voorkomende aandoeningen op het melkveebedrijf een behandeling --> incl. ondersteunende therapie

1x per jaar vernieuwen

Slide 12 - Tekstslide

SDA
Autoriteit Diergeneesmiddelen 

Verantwoord diergeneesmiddelen gebruik

Registratie diergeneesmiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Antibiotica 
Over de gehele veehouderij
Het antibioticagebruik is in 2019 met 48% gedaald ten opzichte van 2009 

Melkveehouderij --> Bijna 70%! --> Grootste klapper door selectief droogzetten!


Slide 14 - Tekstslide

Dierdagdosering
Defined daily dose animal/jaar
Dagdosering per dierjaar 

Gemiddeld 2,4 in NL over ruim 15.500 melkkoeien bedrijven

Slide 15 - Tekstslide

Verschillende antibiotica
1e keus
2e keus
3e keus 

Ander aangrijpingspunt op de bacterie​
               - Celwand – DNA​
Doden bacteriën of remmen de groei van bacteriën

Slide 16 - Tekstslide

1e keus
Middelen die werkzaam zijn voor de indicatie waar tegen ze gebruikt worden​


Waarvan bekend is dat er niet specifiek resistentie op treedt door het gebruik er van​

Bv​
Engemycine/oxytetracycline​
Procapen​





Slide 17 - Tekstslide

2e keus
Nee tenzij… ​
Je kunt onderbouwen waarom je het middel inzet​
Bv je verwacht dat er verschillende soorten bacteriën (bv gram negatieve en gram positieve) bij betrokken zijn​
Of uit een gevoeligheidsbepaling is gebleken dat de bacterie niet gevoelig is voor antibiotica​

Bijvoorbeeld: ​
Avuloxil ​
Ampiciline

Slide 18 - Tekstslide

3e keus
Van kritisch belang voor de humane gezondheidssector​


Nee tenzij: alleen voor individuele dieren als op basis van bacteriologisch onderzoek inclusief gevoeligheidsbepaling is aangetoond dat er geen alternatieven zijn​

Onderzoek is verplicht! ​

Bijvoorbeeld​
Colistine
Baytril






Slide 19 - Tekstslide

Bacterie kweken

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Soorten bacteriën
Verschil in celwand​


Gram negatieve bacteriën ​--> e. coli, klebsiella
 - Dunne laag celwand​

Gram positieve bacteriën ​ --> staph aureus, strept. uberis
 - Hele dikke laag celwand​

Vraagt om verschillende soorten antibiotica --> een deel van de antibiotica grijpt aan op de celwand




Slide 22 - Tekstslide

Resistentie
Resistentie betekent: ‘in staat zijn weerstand te bieden’​

→ ongevoelig voor bepaalde antibiotica​

Resistentie kan ontstaan doordat bacteriën onderling informatie uit kunnen wisselen en zich snel kunnen delen.


Slide 23 - Tekstslide

Bacteriekweek
​Uit verschillende soorten weefsels​
Melk de meeste gebruikte!​

Bacteriën hebben gemiddeld 24-48 uur nodig om in een broedstoof van 37 graden C te groeien zodat ze zichtbaar worden op een voedingsbodem ​












Slide 24 - Tekstslide

Gevoeligheidsbepaling
Monstername schoon! ​

Gevoeligheidsbepaling​
- 1 bacteriesoort ​
- Nog weer 20-24 uur verder​

Moet voor 3e keus --> maar dus al ongeveer 48 uur verder!​
Dode koe? ​
Onderzoek nodig voor de rest van de koeien!

Slide 25 - Tekstslide

Wat zegt het als een bedrijf een dierdagdosering heeft van 4?

Slide 26 - Open vraag