Introductie en §3.1

Introductie H3

Zorg dat je in lesson up zit
Zorg dat je je aantekeningenschrift op tafel hebt
Zorg dat je je boek op tafel hebt
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Introductie H3

Zorg dat je in lesson up zit
Zorg dat je je aantekeningenschrift op tafel hebt
Zorg dat je je boek op tafel hebt

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Introductie door actualiteit (15 min)
Uitleg oriëntatie H3 blz 94-97 (15 min)
Aan de slag! (15 min)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is sociale zekerheid?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een verzorgingsstaat?

Slide 4 - Open vraag

Introductie H3
Sociale zekerheid: garantie dat je altijd hulp krijgt van de overheid als je niet voor jezelf kunt zorgen.

Verzorgingsstaat: staat waarin de regering ervoor zorgt dat niemand in echte armoede hoeft te leven en dat iedereen toegang heeft tot gezondheidszorg.


Slide 5 - Tekstslide

Programma
Introductie door actualiteit (15 min)

Uitleg oriëntatie H3 blz 94-97 (15 min)

Aan de slag! (15 min): opdracht 2 t/m 4 blz 96-97

Slide 6 - Tekstslide

Eerste weduwe uitkering 1959

Slide 7 - Tekstslide

Kraamzorg aan huis

Slide 8 - Tekstslide

Zorgtoeslag

Slide 9 - Tekstslide

AOW=?

Slide 10 - Tekstslide

Welkom en programma
Leerdoelen 3.1 A en B en C
Uitleg 3.1 (20 min)
Aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1 A/B/C
  • Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.
  • Je kunt uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede.
  • Je kunt uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden.

Slide 12 - Tekstslide

3.1
  • Rond 1800 woonden veel mensen op het platteland 
  • Trokken naar de stad
  • Waarom zouden deze mensen naar de stad trekken?
  • Leven verandert

Slide 13 - Tekstslide

3.1 A
Gezamenlijk lezen alinea 'In de stad'

Waarom was er in de stad veel armoede?

Slide 14 - Tekstslide

Veel armoede in de stad omdat...
  • Werkomstandigheden in fabrieken waren slecht
  • Woonomstandigheden waren slecht
  • Weinig kennis over gezondheid

  • Andere groeperingen in de samenleving die niet konden werken: 
  • zieken, gehandicapten, ouderen
  • Staat=overheid hielp hen niet

Slide 15 - Tekstslide

3.1 B
  • Bestuur in Nederland midden 19e eeuw was liberaal
  • Alleen rijke mensen in parlement
  • Weinig tot geen sociale wetten: 
  • wet die mensen beschermt tegen de gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid

Slide 16 - Tekstslide

3.1
Schema liberalen, socialisten en confessionelen 
Komt op het bord te staan en dit neem je over in je schrift!

Slide 17 - Tekstslide

Socialisten
Confessionelen
Katholieken + protestanten
Liberalen
Overheidsbemoeienis
Arbeiders
Vooruitstrevend (progressief)
! Gelijkheid !
Geen overheidsbemoeienis
Arbeiders EN fabrikanten
Alles bij het oude (conservatief)
! Geloof !
Geen overheidsbemoeienis
Fabrikanten
Alles bij het oude (conservatief)
! Vrijheid !
Links
Midden/rechts
Rechts

Slide 18 - Tekstslide

Veranderingen (wel sociale wetten)
  • 1874: Kinderwetje van Van Houten: bepaalde dat niemand onder de 12 mocht werken.
  • 1901: Leerplicht: kinderen van 6 tot 12 verplicht naar school
  • 1901: Ongevallenwet: kreeg een kleine uitkering wanneer er een ongeval was op de werkvloer.
  • 1901: Woningwet: woning moest aan bepaalde eisen voldoen.

Slide 19 - Tekstslide

Armenzorg
  • Afhankelijk van liefdadigheid-->
  • hulp aan arme mensen door rijke mensen, de kerk of andere organisaties
  • Uitzondering in 1854: 
  • De Armenwet

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdrachten bij P3.1 A en B

Slide 21 - Tekstslide

Maak de levenslijnopdracht

Slide 22 - Tekstslide

H3.1 C: Veranderingen in armenzorg

Zorg dat je je aantekeningenschrift + pen op tafel hebt
Zorg dat je je boek op tafel hebt: blz 102

Slide 23 - Tekstslide

Welkom! Leerdoelen 3.1 A/B/C
  • Je kunt uitleggen waarom verschillende groepen mensen in de 19e eeuw in armoede leefden.
  • Je kunt uitleggen dat bestuurders tot 1873 weinig deden tegen armoede.
  • Je kunt uitleggen hoe na 1873 arbeiders en het bestuur de armoede probeerden te bestrijden.

Slide 24 - Tekstslide

3.1 C: Veranderingen in armenzorg
  • 1873 economische achteruitgang
  • Oprichten van vakbonden om te strijden en eventueel in staking te gaan
  • Demonstraties voor algemeen kiesrecht
  • Gevolgen: arbeiders stemmen op politieke partijen die opkomen voor hun situatie

Slide 25 - Tekstslide

3.1
  • Sociale wetten hadden in het begin weinig nut
  • Veel werd niet gecontroleerd
  • Liberalen en confessionelen wilden toch sociale wetten
  • Risico!
  • Anders overloop naar socialisten

Slide 26 - Tekstslide

3.1 C blz 102
Gezamenlijk alinea 'Meer wetten en maatregelen' lezen

Slide 27 - Tekstslide

3.1
Rond 1900 nam het parlement meer maatregelen om het leven van arbeiders en hun kinderen te verbeteren*

  • In de Leerplichtwet (1901) stond dat kinderen van 6 tot 12 jaar naar school moesten*
  • In de Ongevallenwet (1901) stond dat arbeiders een kleine uitkering kregen, als ze door een fabrieksongeval niet meer konden werken*
  • In de Woningwet (1901) stonden voorschriften voor nieuwe woningen*

  • De arbeiders kregen nog geen stemrecht. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Aan de slag
Maken: alle opdrachten bij P3.1 C
Opdracht 10 t/m 13
Daarna flitskaarten + test jezelf via Memo online

Slide 30 - Tekstslide